28 232
Wijziging van de Huursubsidiewet en de Wet bevordering eigenwoningbezit (wijziging van enkele bedragen)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)

Per 1 januari 2002 treden de Aanpassingswet euro en de Veegwet euro in werking. In deze wetten worden onder meer verscheidene wijzigingen van de Huursubsidiewet (HSW) en de Wet bevordering eigenwoningbezit (Wet BEW) doorgevoerd. Hierbij zijn alle guldenbedragen omgezet in eurobedragen. Daarnaast zijn alle afrondingsregels geschrapt.

Voor de achtergronden bij de per 1 januari 2002 doorgevoerde wijzigingen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) (Kamerstukken II 2000/01, nr. 27 472, nr. 3) en naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel, houdende aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Veegwet euro) (Kamerstukken II 2001/02, nr. 28 075, nr. 3).

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I, onderdelen A, C en D

Het huursubsidietijdvak loopt van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar. Gelet op de introductie van de euro werden de verscheidene parameters per 1 januari 2002 en dus halverwege voormeld tijdvak technisch omgezet. Om de rechtsgelijkheid binnen het hele huursubsidietijdvak te waarborgen, is ervoor gekozen om de meeste bedragen die voordien allemaal in hele guldens stonden vermeld, voor het resterende half jaar (1 januari 2002 tot en met 30 juni 2002) om te zetten in tot op de cent nauwkeurige eurobedragen (twee decimalen).

Per 1 juli 2002 wordt voorgesteld een drietal bedragen uit de Huursubsidiewet af te ronden op hele eurobedragen, waarbij in ieder geval rekening is gehouden met een van de uitgangspunten bij de euroconversie per 1 januari 2002, te weten de afronding mag voor de huurder niet nadelig zijn. Daarnaast blijft hiermede de systematiek om voor de toepassing van de bepalingen, bedoeld in de artikelen 16, vierde lid, 22 en 24, eerste lid, van de Huursubsidiewet, hele bedragen te gebruiken, gehandhaafd.

In artikel 16, vierde lid, van de HSW is bepaald dat de inkomens in een zelfde inkomensklasse, boven het minimum-inkomensijkpunt, ten hoogste € 453,78 van elkaar mogen verschillen. In het voorgestelde artikel 16, vierde lid, van de Huursubsidiewet wordt dit bedrag afgerond op € 500.

In artikel 22 van de HSW is bepaald dat geen huursubsidie wordt toegekend als deze minder dan € 4,54 per maand zou bedragen. In het voorgestelde artikel 22 van de Huursubsidiewet wordt dit bedrag afgerond op € 4.

In artikel 24, eerste lid, van de HSW is bepaald dat bij een wijziging van de rekenhuur met meer dan € 22,69 de huursubsidie wordt aangepast. In het voorgestelde artikel 24, eerste lid, van de Huursubsidiewet wordt dit bedrag afgerond op € 20.

Voor de goede orde wordt hier nog vermeld dat alle overige eurobedragen per 1 juli 2002 volgens de desbetreffende bepalingen in de HSW en de Wet BEW bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling (kunnen) worden gewijzigd. De alsdan niet afgeronde bedragen worden vervolgens afgerond volgens de daartoe bestemde afrondingsregels (zie de artikelsgewijze toelichting bij de artikelen I, onderdelen B en E, en II, onderdelen A, B en C).

Artikelen I, onderdelen B en E, en II, onderdelen A, B en C

Nu per 1 januari 2002 de guldenbedragen «slechts» technisch zijn omgezet in eurobedragen, zijn in de Aanpassingswet euro en de Veegwet euro alle afrondingsregels in eerste instantie geschrapt.

Thans dienen deze afrondingsregels in iets gewijzigde vorm wederom hun intrede te doen, nu per 1 juli 2002 een aantal parameters in de HSW en Wet BEW geïndexeerd worden en deze afrondingsregels, te weten de afronding op hele eurocenten, alsdan hun functie herkrijgen (de voorgestelde artikelen 21, derde lid, en 27, zesde lid, eerste volzin, van de HSW en de artikelen 40, negende lid, en 41, vijfde lid, onder a, van de Wet BEW). De reden voor het afronden op hele eurocenten is gelegen in het feit dat de omzetting van guldenbedragen in eurobedragen uiteindelijk budgettair neutraal moet geschieden.

Bij de aanpassingssystematiek die in de wet is beschreven, is gekozen om deze in het voordeel van de burger toe te passen. Dit betekent dat een aantal grenzen en bedragen uit de HSW en de Wet BEW naar boven worden afgerond op een veelvoud van € 25. Ook deze bepalingen zullen per 1 juli 2002 wederom hun intrede moeten doen (de voorgestelde artikelen 27, zesde lid, tweede volzin, van de HSW en 41, vijfde lid, onder b, van de Wet BEW).

De voorgestelde wijziging van artikel 27, zesde lid, derde volzin, van de HSW loopt hierbij mee.

Per 1 januari 2002 is in artikel 30, zesde lid, van de Wet BEW bepaald, dat de som van de overeenkomstig het tweede tot en met vijfde lid van voormeld artikel berekende bedragen naar boven wordt afgerond op hele euro's. In het voorgestelde artikel 30, zesde lid, van de Wet BEW is bepaald dat voormelde som wordt afgerond op hele eurocenten. Voor de achterliggende gedachte wordt verwezen naar het hiervoor vermelde.

Artikel III

De inwerkingtredingsbepaling is aangevuld met een voorziening voor het geval dat het onderhavige wetsvoorstel ingevolge de Tijdelijke referendumwet (Stb. 2001, 388) referendabel zal zijn. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet biedt voor het regelen van de inwerkingtreding van wetten waarvan de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden. In dit wetsvoorstel is daarvan gebruik gemaakt. Zou een dergelijke voorziening achterwege blijven, dan bestaat de kans dat door de werking van de artikelen 12 en 13 van de Tijdelijke referendumwet het onderhavige wetsvoorstel pas na 1 juli 2002 in werking treedt. Dit zou betekenen dat per die datum niet zou kunnen worden uitgegaan van de juiste bedragen en afrondingsregels. Dit zou weer gevolgen hebben voor de bedragen in de HSW en de Wet BEW per 1 juli 2002, die namelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze moeten worden geïndexeerd.

Door toepassing te geven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet worden dergelijke problemen voorkomen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Naar boven