28 227
Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2002

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bij brief van 23 oktober jl., kenmerk B.Z.K 02–59, gevraagd informatie te ontvangen over het tijdstip waarop de commissie de toegezegde nota van wijziging bij het wetsvoorstel (kamerstuk 28 227) zal ontvangen en aangedrongen op spoedige beantwoording van schriftelijke vragen over hetzelfde onderwerp van het lid Kant, ingediend op 18 oktober 2002.

In reactie daarop deel ik u mede dat omtrent de nota van wijziging inmiddels het advies van de Raad van State is ontvangen. Dat advies geeft aanleiding tot nader beraad in de ministerraad. Over de uitkomsten daarvan zal ik de Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

De antwoorden op de hiervoor genoemde vragen van het lid Kant bied ik u hierbij, mede namens de minister-president, aan1.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Aanhangsel Handelingen nr. 236, vergaderjaar 2002–2003.

Naar boven