nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van diverse wetten op het terein van VWS, teneinde enkele wetstechnische gebreken
te herstellen of andere wijzigingen van ondergeschikte aard aan te brengen
(Reparatiewet VWS 2001/2002).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
5 februari 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in diverse
wetten op het werkterrein van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport enkele wetstechnische gebreken te herstellen of andere wijzigingen van
ondergeschikte aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2, eerste en tweede lid, wordt «Onze Minister van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur» telkens vervangen door: Onze Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
B
In de artikelen 3, eerste lid, 24, 25, 47, tweede lid, en 104, vijfde
lid, wordt «gezondheidszorgdpsycholoog» telkens vervangen door:
gezondheidszorgpsycholoog.
ARTIKEL II
In artikel 1, onderdeel a, van de Welzijnswet 1994 wordt «Onze Minister
van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur» vervangen door: Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
ARTIKEL III
In artikel 26b, tweede lid, van de Vleeskeuringswet wordt «Artikel
26» vervangen door: Artikel 26a.
ARTIKEL IV
De Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, derde lid, wordt «artikelen 20, eerste, tweede, derde,
vijfde, zevende en achtste lid» vervangen door: artikelen 20, eerste,
tweede, vierde, zesde en zevende lid.
B
In artikel 5, eerste lid, wordt «Bedrijfschap voor het Hotel-, het
Restaurant-, het Café- en het Pension- en Kamerverhuurbedrijf en Aanverwante
bedrijven» vervangen door: Bedrijfschap Horeca en Catering.
C
In artikel 20, zesde lid, vervalt «en een horecalokaliteit als bedoeld
in het derde lid».
D
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «verboden» toegevoegd: , met
dien verstande dat een verbod dat betrekking heeft op het verstrekken van
zwak-alcoholhoudende drank anders dan in een inrichting slechts betrekking
heeft op een beperkte tijdsruimte.
2. In het tweede lid vervalt «, met dien verstande dat een verbod
dat betrekking heeft op het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank anders dan in een inrichting slechts betrekking heeft op een beperkte
tijdsruimte».
E
Indien artikel 36, onder B, van het bij koninklijke boodschap van 11 november
1999 ingediende voorstel van wet 26 883 (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen
door het openbaar bestuur), tot wet is verheven en in werking is getreden,
komt in artikel 31, tweede lid, onderdeel d, van de Drank- en Horecawet het
woord «indien» te vervallen.
F
In het opschrift van paragraaf 7 vervalt «en opsporing».
G
In artikel 48 wordt «een horecabedrijf of slijtersbedrijf op het
krachtens artikel 87, eerste lid, vastgestelde tijdstip feitelijk uitoefent»
vervangen door: op 1 november 1967 feitelijk een horecabedrijf of slijtersbedrijf
uitoefende.
ARTIKEL V
De Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt als volgt gewijzigd:
A
De aanduiding boven het artikel volgend op artikel 2k en voorafgaand aan
artikel 2m wordt vervangen door: Artikel 2l.
B
In artikel 18a, tweede lid, vervalt de laatste volzin.
C
In artikel 29, eerste lid, onder b, wordt «in de artikelen 7, eerste
lid, onder a, en 10, vijfde lid,» vervangen door: in artikel 7, eerste
lid,.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,