Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28220 nr. 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28220 nr. 8 |
Vastgesteld 3 september 2003
De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 1 september 2003 overleg gevoerd met minister Donner van Justitie over het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gebruik van internationale jaarrekeningstandaarden (28220).
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
Maandag 1 september 2003
18.30 uur
De voorzitter: Van Haersma Buma
Aanwezig zijn 5 leden der Kamer, te weten:
Blok, Douma, Giskes, Van Haersma Buma en Jan de Vries,
alsmede de heer Donner, minister van Justitie.
Aan de orde is:
het wetsvoorstel Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gebruik van internationale jaarrekeningstandaarden (28220).
De heerJan de Vries(CDA)
Voorzitter. Het wetsvoorstel strekt ertoe de regels voor het opstellen van de jaarrekening in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek te verruimen, opdat vennootschappen hun jaarrekening kunnen opstellen volgens de internationaal aanvaarde normen en standaarden, de IAS. Krachtens een Europese verordening is dat reeds verplicht per 1 januari 2005. Met dit wetsvoorstel wordt onder andere beoogd die invoering te vereenvoudigen en te vergemakkelijken door het gebruik reeds toe te staan na invoering van dit wetsvoorstel.
Alleen, wat ons betreft zijn er nog twee heel belangrijke discussiepunten. Wij hebben als Kamer en zeker als CDA-fractie geen behoefte aan overbodige regelgeving. In het kader van het dereguleringsstreven van dit kabinet moet dit het kabinet aanspreken. Nu wij op dit moment bijna eind 2003 leven, moet je je afvragen wat materieel de toegevoegde waarde is van dit wetsvoorstel als per 1 januari 2005 sowieso al een verplichting wordt opgelegd aan het bedrijfsleven, in ieder geval de beursgenoteerde vennootschappen, om de internationale standaarden te hanteren. Immers, wanneer zij dat moeten doen per 1 januari 2005, dan zullen zij vergelijkende cijfers over 2004 moeten opstellen. Wat is dan nog de toegevoegde waarde van het nu reeds implementeren van dit wetsvoorstel?
Ik vraag dit ook, omdat wij hebben begrepen dat de helft van de bepalingen van de IAS, de internationale accountantstandaard, niet zoals de bedoeling was zal worden vastgesteld in de tweede helft van 2003, maar naar het zich nu laat aanzien pas begin of in de eerste helft van 2004. Dat betekent dat wij nu wel de formele mogelijkheid voor het bedrijfsleven zouden kunnen scheppen om, vooropgesteld dat de Eerste Kamer dit wetsvoorstel tijdig behandelt, de IAS per 1 januari a.s. toe te passen, maar dat het materieel voor het bedrijfsleven onaantrekkelijk zal zijn dat te doen, omdat het nog niet weet welke standaarden van toepassing zijn. Graag wil ik weten of de minister ermee bekend is dat te verwachten is dat die standaarden pas in de eerste helft van 2004 zullen worden vastgesteld. De relevantie van het wetsvoorstel an sich is daarmee ter discussie te stellen, en dat doen wij ook als CDA-fractie. Is hier geen sprake van overbodige regelgeving? Wij nodigen de regering uit, ons van het tegendeel te overtuigen.
In het licht van dit wetsvoorstel is ook gesproken over de mogelijke toename van de bureaucratie als gevolg van het feit dat bedrijven moeten vermelden welke voorschriften zij hebben gevolgd. Ik moet eerlijk zeggen dat dit voor onze fractie minder relevant is, omdat wij de bureaucratische last die er voor het bedrijfsleven uit voortvloeit gering achten. Wij vinden het op zich geen overweging bij de behandeling van dit wetsvoorstel.
Wel is er een tweede resterend discussiepunt. Dat betreft de waardering van goodwill. Er mag geen misverstand over bestaan dat de CDA-fractie de regering steunt in haar voornemen, het afboeken van goodwill op het eigen vermogen te verbieden. Het bedrijfsleven waarschuwt echter in dit geval ook voor het tweemaal in twee jaar moeten veranderen van het waarderingssysteem, daar er ook op dit punt naar wij menen te weten nog slechts een voorstel ligt van de IASB, International Accounting Standards Board, waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Als de regering meent dat het anders is, horen wij het wel. Het voorstel van de IASB wijkt af van het voorstel dat de regering in dit wetsvoorstel doet. Onze laatste informatie is dat de IASB voorstelt, te komen tot een jaarlijkse herwaardering van de goodwill. Dit sluit aan bij de Amerikaanse systematiek. Heeft de minister er andere informatie over? Misschien zijn er buiten het IASB-voorstel nog andere voorstellen in behandeling. Is dat zo? Zo ja, welke? Wij hechten aan het volgen van de doelstellingen omtrent het waarderen van de goodwill, maar hebben wel een voorkeur voor het volgen van de internationale standaarden. Ook heeft het onze voorkeur om te voorkomen dat bedrijven met regelgeving op regelgeving worden geconfronteerd. Is het voor de regering überhaupt wel zeker dat er op 1 januari 2005 internationale afspraken op dit terrein zullen zijn?
Hiermee heb ik volgens mij de belangrijkste kernvragen gesteld. Voor de waardering van de goodwill geldt bovendien de volgende vraag: is het voor niet-beursgenoteerde vennootschappen wel noodzakelijk en is het voor familiebedrijven zelfs niet schadelijk of ongewenst om de goodwillregels van het kabinet toe te passen?
De heerDouma(PvdA)
Voorzitter. Ik kan het kort houden. De toekomstige totstandkoming van de international accounting standards en het feit dat ondernemingen in Nederland en Europa zich aan die standaarden moeten gaan houden, is een buitengewoon wenselijke ontwikkeling. Maar dit wetsvoorstel roept twijfels op. Wij zijn in de afgelopen tijd allemaal bestookt door allerlei organisaties die zich afvragen wie er nu behoefte heeft aan dit wetsvoorstel. Dat is de hoofdlijn. Ik sluit mij aan bij de vragen van de heer De Vries over alle specifieke onderdelen; ik had namelijk precies dezelfde vragen.
MevrouwGiskes(D66)
Voorzitter. Net zoals het wetsvoorstel dat wij vanmiddag met deze minister bespraken, ligt dit wetsvoorstel er al sinds begin 2002. Toen had het misschien nog enige relevantie omdat het wellicht nog enige tijd zou duren voordat de international accounting standards er zouden komen. Nu wordt de tijdspanne echter steeds kleiner. Alle vragen die je erover kunt stellen, zijn zonet door de heer De Vries verwoord. Ik heb daar alleen toe te voegen: wat is de precieze verwachting van de minister over de werkelijke ingangsdatum van de IAS? Ik hoor namelijk ook geluiden dat er wordt aangedrongen op uitstel. Wat gaat dat betekenen en wordt de relevantie van deze wet daarom misschien weer groter? Ik begrijp dat een volledig vrijwillig gebruik van IAS wordt toegestaan en het dus niet dwingend is; daarom blijft de vraag overeind of het wel nodig is. Waarom wil de minister dit wetsvoorstel desondanks doorzetten? Ligt dat vooral aan de goodwill en, zo ja, hoe zit dat precies? Alle vragen zijn al gesteld door de heer De Vries en ik ben benieuwd naar de antwoorden van de minister.
De heerBlok(VVD)
Voorzitter. Bij zoveel goed gedrag zal ik ook geen vragen herhalen. De gestelde vragen zijn mede de mijne. Bij mij leidt een en ander tot de slotvraag of de minister niet moet overwegen om het wetsvoorstel voorlopig "af te boeken" – om maar even in boekhoudtermen te blijven – en te overwegen om het eventueel te activeren tegen 2005.
De voorzitter:
De minister blijkt nog enige tijd nodig te hebben om de vragen te beantwoorden. Ik schors derhalve de vergadering voor enige minuten.
De vergadering wordt enkele minuten geschorst.
MinisterDonner
Voorzitter. Ik dank de leden van de Kamer voor het ten principale aan de orde stellen van het voorstel. Op de vraag wie gebaat is bij het voorstel, reageer ik als volgt. Op verzoek van VNO-NCW is aan een en ander begonnen, dus die instelling zal daar wel bij gebaat zijn, want anders had zij er nooit om gevraagd. Dit maakt het wel enigszins moeilijk want het kan niet dat op verzoek van het VNO-NCW wordt begonnen en de operatie wordt afgekapt als de instelling het verzoek intrekt. In dat geval is de vraag aan de orde wie het wetgevingsbeleid bepaalt.
Op een gegeven moment is naar aanleiding van verzoeken van VNO-NCW en uit het bedrijfsleven het onderhavige wetsvoorstel op de rails gezet vanuit de wetenschap dat de standaarden volgens de IAS vanaf 1 januari 2005 verplicht gelden voor beursgenoteerde vennootschappen. Het voorliggende wetsvoorstel is evenwel niet beperkt tot beursgenoteerde vennootschappen. In alle gevallen heeft dit wetsvoorstel betekenis omdat het voor alle vennootschappen, ook de vennootschappen die niet vallen onder de EG-richtlijn, de mogelijkheid opent om de IAS toe te passen. Voor beursgenoteerde vennootschappen zal dit vanaf 1 januari 2005 verplicht zijn; voor de andere geldt, conform lid 9, dat het is toegestaan, waarbij de afdelingen 3 t/m 6 van deze titel niet behoeven te worden toegepast. Als vennootschappen dat wel doen, geldt het tiende lid; in dat geval moet worden aangegeven op welke wijze de algemeen aanvaarde standaarden zijn opgenomen.
Met het wetsvoorstel wordt voor de beursgenoteerde vennootschappen de overgang gemakkelijker omdat zij niet voor 2004 en 2005 een dubbele werkwijze moeten betrachten maar de overstap in één keer kunnen doen. Voor alle andere vennootschappen wordt met het wetsvoorstel op lange termijn een verruiming bereikt. Zij kunnen standaarden toepassen die ook elders worden toegepast waardoor zij niet meer opgesloten zitten in de Nederlandse regels.
Het beeld dat de IAS nog niet klaar zijn, is verkeerd. De IAS zijn klaar maar zullen tegelijkertijd nooit klaar zijn. In die zin is er een gelijkenis met een normalisatie-instituut. Dit zijn de standaarden volgens de IAS op dit moment; die zijn echt niet gering en kunnen volledig toegepast worden. De jaarrekeningen kunnen conform de IAS worden opgesteld. IAS 32 en 39 moeten nog worden vastgesteld als verplichte normen; deze standaarden gelden nu nog als vrijwillige normen. Deze kunnen dus reeds worden toegepast. Deze standaarden betreffen de financiële instrumenten en daarover moet in het kader van de EU besloten worden of ze in het verplichte systeem worden opgenomen.
Als dit wetsvoorstel nu niet doorgaat, geldt voor de beursgenoteerde vennootschappen zonder meer dat zij vanaf 1 januari 2005 van de IAS gebruik moeten maken. Voor alle andere vennootschappen die dat ook willen, geldt dan dat zij dat niet mogen. Met dit wetsvoorstel wordt dan ook een goed voorbeeld gegeven van de wijze waarop conform de inzet van het kabinetsbeleid meer ruimte en vrijheid kan worden gegeven om naar eigen inzicht de regels toe te passen. Er wordt dus een stap gezet en dat is de wijziging van artikel 389. De wijziging van artikel 386 is nodig om aan de IAS te kunnen voldoen, dus dat verklaart zich daardoor.
Artikel 389 betreft de afboeking van de goodwill. Op dat punt wijken de huidige Nederlandse regels totaal af van die in de rest van Europa. Nederland is het enige land waar dit nog mag. Volgens de Nederlandse regels mag het verschil tussen de marktwaarde en de aankoopwaarde worden afgeboekt. In die zin ontstaat een geflatteerd beeld. Als men wil dat de jaarrekening een reëel beeld biedt, moet nu net deze mogelijkheid worden afgeschaft en moet goodwill worden geactiveerd. Die mogelijkheid biedt de wet nu reeds. Op dat punt staat Nederland helemaal alleen. Iedereen vindt dit een uitermate verdachte operatie, omdat het inderdaad een geflatteerd beeld geeft van de positie van de onderneming. Dit punt komt vroeg of laat dus sowieso aan de orde. Dan kan ook wel weer een systeem worden toegepast zoals wij vanochtend hebben besproken en zoals in wezen in lid 10 is aangegeven. Dan blijft het zo dat een aantal ondernemingen iets doet dat in de rest van Europa niet kan.
Wat de vragen naar de extra administratieve lasten betreft, in het tiende lid van artikel 362 wordt niet gesteld dat het systeem wordt toegepast of uitgelegd. Bedrijven dienen aan te geven of zij een en ander hebben gedaan in overeenstemming met de richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaglegging. Dat is nu de enige bepaling. De enige administratieve last die hiermee wordt opgelegd, is dat men moet zeggen of men het in overeenstemming met die richtlijnen heeft gedaan. Dat kan worden uitgebreid door mensen te laten uitleggen waarom zij dat niet hebben gedaan. Dat is het systeem volgens de code-Tabaksblat. Maar dat doen we niet. Ik zie dus niet hoe hier extra administratieve lasten kunnen ontstaan.
De heerJan de Vries(CDA)
Voordat er een misverstand ontstaat, dat heb ik ook niet gesuggereerd. Ik heb juist gezegd dat ik dat punt minder relevant vind in de discussie.
MinisterDonner
Dit brengt mij op de vragen naar de "overbodige regelgeving". Deze wijziging biedt veruit het grootste deel van de vennootschappen, namelijk de niet-beursgenoteerde vennootschappen, verruiming en de mogelijkheid om de IAS toe te passen. Voor deze vennootschappen is deze wijziging dus niet overbodig. Voor de beursgenoteerde ondernemingen kan worden gezegd dat zij overbodig is, omdat het moet per 1 januari 2005. Gevraagd is of deze ondernemingen het kunnen toepassen. Het antwoord is: het kan gewoon worden toegepast, omdat de IAS er is. De IAS is voortdurend in ontwikkeling, wordt aangevuld of gewijzigd. Op het punt van de goodwill zijn Amerika en Europa nog volop in discussie. De kans is klein dat men er snel uitkomt. Men zal dan moeten terugvallen op de bestaande IAS-regeling op dat punt. Die is conform hetgeen wij nu voorstellen, namelijk dat dit moet worden geactiveerd. Ook in dat opzicht is er dus geen sprake van overbodige regelgeving.
Zoals ik al eerder heb gezegd, zit de toename van de bureaucratie er minder in. Alleen de waardering van de goodwill wordt hierdoor gewijzigd, met het doel om de jaarrekening een reëler beeld te laten geven. Ik zie niet in hoe dit voor familiebedrijven een apart probleem oplevert. Dat is de reden waarom ik enige huiver heb om dit wetsvoorstel nu af te boeken. Het is er immers net om verruiming te bieden. Als dat niet de inzet van uw vier partijen is, dan hoor ik dat graag.
MevrouwGiskes(D66)
Dat is een leuke uitdaging. De wens van de minister om de jaarrekeningen een getrouwer beeld te laten geven, is een mooi streven. Daar is niets op tegen. Ik begrijp echter – en het is belangrijk dat dit helder wordt – dat het huidige voorstel niet helemaal strookt met hoe het bijvoorbeeld volgens de US GAAP regels zou gaan. Als dat dan toch de standaard wordt, zouden de Nederlandse regels in de komende tijd een paar keer aangepast moeten worden. Dat is mijns inziens de grootste zorg van de betrokkenen. Kan de minister aangeven hoe dit zich verhoudt? Dit zeker nu de minister zelf ook stelt dat er rond dit onderwerp nog veel in beweging is. Waarom wachten wij niet de einduitslag af?
MinisterDonner
Het antwoord daarop is heel eenvoudig. De wetgever in de Europese Unie stond inderdaad bij het opzetten van de nieuwe richtlijnen voor de keuze om eigen standaarden te ontwikkelen of bestaande standaarden over te nemen. Er is gekozen voor bestaande standaarden, namelijk de IAS, omdat deze in gemeenschappelijk overleg tussen Europa en de Verenigde Staten zijn vastgelegd en niet eenzijdig door de VS. De US GAAP regels zullen niet onderdeel vormen van de richtlijnen. In Europa zullen de IAS per 1 januari 2005 voor beursgenoteerde bedrijven de standaard zijn. Voor de overige bedrijven is het in de vierde richtlijn een kwestie van geleidelijk regels aanwijzen als verplichte richtlijnen. Er komt na de invoering van de IAS niet nog een overgang naar de US GAAP regels. Althans, je kunt nooit in de toekomst kijken, maar op dit moment is er geen reden om dat te vooronderstellen.
MevrouwGiskes(D66)
Het is nog niet duidelijk of hetgeen u nu regelt zo zal blijven, of dat het weer aangepast zal moeten worden vanwege de IAS die dan definitief worden vastgesteld.
MinisterDonner
Het voorstel zoals het nu is, incorporeert de IAS door wat een geleidende verwijzing heet. De IAS mogen ingevolge van lid 9 worden toegepast en als zij worden toegepast, hoeft men zich niet te houden aan de afdelingen 3 t/m 6. De IAS zijn net zoals alle andere normen voortdurend in ontwikkeling in het licht van nieuwe behoeften. Dat geldt ook voor de normen van de Raad voor de jaarverslaglegging. Het is een voortdurend proces, maar er komt straks niet nogmaals een overgang.
De heerBlok(VVD)
Ik heb een vraag ten aanzien van de goodwill. De minister meent dat het onjuist zou zijn om Nederland nog langer een afwijkende procedure te laten volgen. Hij meent dat dit zwaarder zou moeten wegen dan de bezwaren van bedrijven die vrezen dat zij het risico lopen om straks twee keer hun administratie te moeten aanpassen, een keer nu en na 2005 nog een keer. Ik verschil met de minister van mening over het belang van een snelle wijziging van de Nederlandse wetgeving op het gebied van goodwill. Goodwill op een balans doet bij iedereen die jaarrekeningen bekijkt alle alarmbellen afgaan. Het is een rare post. Analisten die overeenkomsten of jaarrekeningen beoordelen, kijken altijd heel specifiek naar de post goodwill. Hoe je goodwill ook in de boekhouding verwerkt, het is niet een post die even gemakkelijk wordt meegenomen als de andere activa. Daarom kan ik mij niet voorstellen dat wij als Nederland een onjuist beeld zouden schetsen naar welke buitenwereld dan ook, als wij nog eventjes op het punt van de goodwill andere regelgeving aanhouden. Mijns inziens verzwakt dit het argument van de minister gedeeltelijk. Naar mijn smaak weegt dan toch het argument van het bedrijfsleven zwaarder dat zegt: laat ons niet het risico lopen om twee keer onze boekhouding te moeten aanpassen.
MinisterDonner
Dat is dus een fout beeld, want er is geen sprake van twee keer de boekhouding moeten aanpassen. Er wordt nu alleen een methode afgeschaft. Ik heb overigens begrepen dat de beursgenoteerde vennootschappen deze methode niet of nauwelijks meer toepassen. Dit betekent niet dat er straks iets nieuws komt. Men moet de normen van titel 9 en de Raad voor de jaarverslaglegging of de IAS toepassen. Men kan er dan gelijk voor kiezen om over te gaan op de IAS die op dit moment gelden. Dit zijn immers oudere afspraken. Het is onwaarschijnlijk dat die veranderen. De IAS over goodwill zal in ieder geval niet voor 1 januari 2005 worden voorgeschreven in de EU. En voor het overige is er sprake van een voortdurend proces van aanpassing.
Voor alle andere ondernemingen is het een eenmalige wijziging. De bestaande methode waarbij de goodwill niet wordt geactiveerd, wordt afgeschaft. Dat is geen extra wijziging die erbij komt. Voor deze ondernemingen is het negende of het tiende lid van toepassing. Men kan de zaak gewoon activeren volgens de normen van de Raad voor de jaarverslaglegging. Het is dus geen tijdelijke maatregel. Voor het overgrote deel van de ondernemingen is de duurzame maatregel dat de methode die wij alleen nog toepassen niet meer is toegestaan.
De heer Blok zegt dat de post goodwill in een jaarrekening met grote achterdocht wordt bekeken. Dat is nou juist omdat goodwill bij ons wordt afgeboekt. Wij brengen de regelgeving enigszins in lijn met wat normaal is, door te stellen dat een verschil moet worden geactiveerd en geleidelijk moet worden afgeschreven. Hierdoor wordt de jaarrekening in lijn gebracht en is die achterdocht minder gerechtvaardigd. Men weet immers dat wat er op de boekhouding staat, in overeenstemming is met de geleidelijke afschrijving.
De heerBlok(VVD)
Ik wil nog een korte reactie geven. Ik kan het ook niet helpen dat ik vroeger bankier was. Hoe de post goodwill ook wordt berekend, het zal altijd een post zijn die in iedere overeenkomst of direct wordt afgeboekt bij het beoordelen van het leenvermogen of met zoveel met mitsen en maren wordt omgeven dat het nooit een gewone post zal zijn. Dat heeft echt niet te maken met de Nederlandse manier van boekhouden.
MinisterDonner
Tegenover zoveel deskundigheid kan ik niet op. Het bevestigt mij dat het inderdaad een dubieuze post is. Het versterkt in ieder geval mijn argumenten voor mijn voorstel om het in overeenstemming te brengen met de praktijk elders.
Ik resumeer wat ik heb gezegd. Het wetsvoorstel is niet overbodig omdat alleen voor de beursgenoteerde ondernemingen de verordening in werking treedt. Voor de andere ondernemingen is dat niet het geval en voor hen is er sprake van een verruiming. Het is niet nodig om twee keer te wijzigen. Het wetsvoorstel biedt degenen die per 1 januari 2005 over moeten stappen de mogelijkheid om er op vooruit te lopen. Voor alle anderen zit er geen nieuwe wijziging in. Er is sprake van een verruiming. Men hoeft er geen gebruik van te maken, men kan het doen. De enige uitzondering is de afboeking van goodwill. De reden daarvan is dat wij ons met betrekking tot deze afboeking volledig hebben geïsoleerd. Er werd ten slotte nog gevraagd of de IAS af is. Er zijn zondermeer nog een aantal zaken in bewerking. Wat er al is, is echter al voldoende om een jaarrekening op te stellen.
De heerJan de Vries(CDA)
Voorzitter. De minister zegt dat hij niet verwacht dat de internationale onderhandelingen van de IASB voor 1 januari 2005 zullen leiden tot een resultaat inzake de waardering van goodwill. Op welke termijn worden wijzigingen van de IAS op dit punt verwacht? De minister zegt zelf dat het goed is om de Nederlandse praktijk met betrekking tot de waardering van goodwill in overeenstemming te brengen met de regelgeving elders. In het voorliggende wetsvoorstel gebeurt dat op basis van de bestaande IAS. Als wereldwijd wordt overeengekomen om de IAS op het punt van goodwill te wijzigen, kan ik mij voorstellen dat de minister naar de Kamer komt met een wijzigingsvoorstel voor artikel 386. Anders blijft Nederland op dit punt afwijken.
Als de IAS straks een andere wijze van waardering van goodwill hanteert – jaarlijks opnieuw waarderen of wat dan ook – moet dat volgens ons leiden tot de vraag of de waarderingsbepaling in ons BW niet gewijzigd moet worden om in de pas te lopen met de internationale standaard, ook al is er een keuzemogelijkheid.
Weet de minister heel zeker dat er niet vóór 1 januari 2005 overeenstemming komt over de goodwillwaardering? Waarop baseert hij dat? En als men tot overeenstemming komt, is dat dan voor het kabinet een reden om de bepaling ten aanzien van goodwill te herzien?
Volgens de minister valt het te betwijfelen of dit wetsvoorstel iets toevoegt voor de beursgenoteerde vennootschappen, maar is het in ieder geval relevant voor de overige vennootschappen en heeft het zeker betekenis op de langere termijn. Wij hebben begrepen dat men helemaal niet zit te wachten op het toepassen van de IAS, zeker niet omdat er op dit moment een herziening plaatsvindt van ongeveer de helft van de bepalingen. Als inderdaad in internationaal verband de helft van de bepalingen ter discussie staat, is het heel redelijk te veronderstellen dat het bedrijfsleven eerst die herziening wil afwachten voordat het die standaard in de eigen jaarverslaglegging gaat toepassen, maar dan komt ook de relevantie van dit wetsvoorstel ter discussie te staan.
De heerDouma(PvdA)
De beantwoording in eerste termijn stemt mij tot nadenken. Ik had begrepen dat de hoofdlijn van het wetsvoorstel was, de mogelijkheid te bieden om op vrijwillige basis de IAS toe te passen, vooruitlopend op de verplichting terzake. De minister geeft echter aan dat er nog andere doelstellingen zijn, onder andere om niet-beursgenoteerde ondernemingen de mogelijkheid te geven de IAS toe te passen. Dat is een belangrijke overweging. Als de IAS in 2005 inderdaad verplicht wordt voor beursgenoteerde vennootschappen, kan ik mij goed voorstellen dat niet-beursgenoteerde ondernemingen ook daartoe willen overgaan. Tegen die tijd is er een wettelijke voorziening nodig om dat mogelijk te maken. Dat laat onverlet of dat nu al moet gebeuren.
In het MKB maakt men zich hierover wel enige zorgen. Men veronderstelt namelijk dat men in de toekomst niet meer een jaarverslag kan maken met de verwijzing "is gedaan in overeenstemming met de regels van de Raad voor de jaarverslaglegging". Men heeft het vermoeden dat dit een negatieve uitwerking zal hebben op het vertrouwen in jaarverslagen van kleine ondernemingen. Kan de minister daarop ingaan?
Als inderdaad in 2005 de IAS voor iedereen van toepassing is, ligt het in de rede dat in de wet verankerd wordt dat er één bepaalde systematiek van activeren en afboeken van goodwill is die voor alle ondernemingen op vergelijkbare wijze van toepassing is. Op die manier is de transparantie in de markt maximaal. Wat dat betreft waren de argumenten van de minister van andere aard dan die met betrekking tot het vrijwillig vervroegd toepassen van de IAS. Dat brengt mij ertoe om te zeggen: een aantal onderdelen van dit wetsvoorstel zal waarschijnlijk doorgang moeten vinden. Dat van de vrijwillig vervroegde toepassing is in dat verband wellicht het minst belangrijke.
MevrouwGiskes(D66)
Voorzitter. Ik sluit mij bij de laatste conclusie aan. Ook wij moeten nog eens goed lezen wat de reactie van de minister op onze argumenten was. Bij mij leefde nog de vraag wat precies voor het MKB zal gelden. Ik begrijp dat aan nieuwe regels voor de jaarverslaglegging wordt gewerkt. Op welke termijn zullen die gereed zijn? Worden in de tussentijd bedrijven niet in de problemen gebracht? Voor het overige sluit ik mij aan bij de gemaakte opmerkingen.
De heerBlok(VVD)
Voorzitter. Op het punt van de goodwill blijven wij van mening van verschillen. De minister zegt bedrijven die ervan gebruik willen een verruiming aan te bieden. Ik wijs in dit verband op het volgende. Als wij een wet behandelen zijn sommige mensen het er verschrikkelijk mee eens en anderen daarmee verschrikkelijk oneens. De behandeling van dit wetsvoorstel is in die zin bijzonder dat ik een heleboel reacties heb gekregen van bedrijven die zeggen: voer deze wet alsjeblieft niet in. Geen enkel bedrijf heeft echter gezegd: voer het alsjeblieft wel in. Dus de groep die de minister omschrijft, is in ieder geval een zeer stille groep. Ik ga er nu aan twijfelen of die bestaat.
MinisterDonner
Voorzitter. Als dit wetsvoorstel wordt ingevoerd, is het enige dwingende ervan dat de bestaande methode, die van het afboeken van de goodwill in de jaarrekening, niet meer mag. Er moet geactiveerd worden. Met de bestaande regeling staan wij alleen en wijken wij af van die in andere landen. Wat het overige betreft hebben bedrijven de vrijheid. Als zij zeggen: ik moet die IAS niet, dan hoeft die niet te worden toegepast. Dat hoeft nu niet en dat hoeft ook in toekomst niet. Het enige wat verandert, is datgene wat wordt bepaald met het tiende lid. Als men dus de bepalingen van de afdelingen 3 t/m 6 toepast, moet men aangeven dat wordt gehandeld in overeenstemming met de richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaglegging. Ik snap daarom de weerstand van bedrijven niet. Ik snap niet waarom ze zeggen: doe het niet. Zij hoeven namelijk niets te veranderen, behalve dan op dat ene punt van de goodwill. Dat is dan wel een substantieel punt. De conclusie van de regering is echter dat wij af moeten van de oude regeling. Die kennen wij alleen nog in Nederland. Derhalve kunnen we die maar beter afschaffen, omdat daarmee het beeld wordt geflatteerd. Voor de rest is echter het enige wat met dit wetsvoorstel gebeurt, de mogelijkheid scheppen om de IAS toe te passen. Men is dus niet verplicht om ingevolge dit wetsvoorstel de IAS toe te passen voor de goodwill. De Raad voor de jaarverslaglegging heeft daar richtlijnen voor en die kunnen gehanteerd worden vanaf het moment van invoering.
Eén ding is echter zeker: per 1 januari 2005 zullen beursgenoteerde ondernemingen de IAS moeten toepassen. Ingevolge dit wetsvoorstel mogen ze dat voor die tijd. Als zij daar echter geen zin in hebben, even goede vrienden, dan doen ze het niet. Voor de andere bedrijven verandert er per 1 januari 2005 ook niets, want als zij het niet willen, hoeven zij de IAS niet toe te passen. Dat geldt nu en dat zal dan ook gelden. Wat het belangrijkste is: met invoering van dit wetsvoorstel mogen ze het wel met het oog op het eventueel vertrekken naar het buitenland. De jaarrekening kan dan voor anderen van belang zijn. Zij kunnen op basis daarvan dan ook handelen. In eerlijkheid: ik snap die zorg niet. Misschien is het onbekendheid, maar dat weet ik niet.
Er is gezegd dat men niet wil gaan toepassen, want de helft wordt nog gewijzigd. Ik heb hier de lijst van onderwerpen die op dit moment nog in behandeling zijn, maar ik weet niet of dat de helft is. De helft van de zaken die in behandeling zijn komt inderdaad in 2004 rond, en de andere helft in 2003. Maar zoals gezegd, is dit een systeem dat voortdurend wordt gewijzigd. Als de IAS op het punt van de goodwill iets verandert, moeten wij niet met een nieuw wetsvoorstel op dat punt komen, behoudens wanneer de IAS zou gaan toestaan wat Nederland nu mag en wat wij wilden verbieden met dit wetsvoorstel. Dan zou moeten worden gesproken over de vraag of je terug moet komen. Een andere mogelijkheid is dat dit, omdat de IAS het toestaat, onder de oude regels valt. Als wij het nu afschaffen, moet dat niet volgens de IAS, nee, dan moet het volgens de richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaglegging, die daarvoor richtlijnen heeft.
MevrouwGiskes(D66)
U zegt dat, als wij het nu afschaffen, dit moet gebeuren volgens de regels van de Raad voor de jaarverslaglegging.
MinisterDonner
Die raad heeft nu al richtlijnen voor die afschrijving.
MevrouwGiskes(D66)
Die richtlijnen worden nu verplicht, en dan...
MinisterDonner
Nee, die worden niet verplicht. Het enige wat wij bepalen, is dat het niet meer op de oude methode mag. Wij eisen dus dat dat wordt geactiveerd. Voor de verwerking daarvan in de jaarverslagen zijn richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaglegging.
MevrouwGiskes(D66)
Maar het is niet uitgesloten dat de IAS daarover iets anders gaat zeggen dan nu door die raad gebeurt.
MinisterDonner
Alle vennootschappen hebben dan onder de bepalingen de volle ruimte om de Raad voor de jaarverslaglegging te volgen, of de IAS. Alleen de beursgenoteerde ondernemingen zouden ingevolge EU-richtlijnen verplicht zijn, een en ander toe te passen. De waarschijnlijkheid dat de EU op het punt van de goodwill overeenstemming bereikt voor 2005 is, heb ik begrepen, miniem. Verder moeten de wijzigingen op dat punt ook nog door Europa worden geaccepteerd. Dat proces is nog helemaal niet in gang gezet. Voor de beursgenoteerde ondernemingen wordt het ritme niet door Nederland bepaald, maar door Europa. Voor de andere bedrijven wordt het ritme bepaald door de keuze van de ondernemingen zelf.
De zorg van het MKB dat zij zelf moeten bepalen of conform of niet conform de regels is gehandeld, geldt voor alle zaken waarin vrijheid wordt gegeven aan ondernemingen. Ik denk dat het mee zal vallen. In de Raad voor de jaarverslaglegging zitten sinds kort ook vertegenwoordigers van het MKB, zodat die richtlijnen waarschijnlijk sterk tegemoet zullen komen aan de behoeften van het MKB, temeer daar deze organisatie straks minder bedoeld is voor de beursgenoteerde ondernemingen. Voor het overige is het enige wat de wet eist, aan te geven of men het overeenkomstig heeft gedaan. Dat laat dus te allen tijde de mogelijkheid open om aan te geven, waarom men het niet heeft gedaan. Ik geef toe: als het hele MKB de richtlijnen toepast en drie of vier ondernemingen niet, dan zitten die daardoor mogelijk in het verdachtenbankje. Maar als het MKB moeilijk uit de voeten kan met een aantal richtlijnen van de Raad voor de jaarverslaglegging, zodat niet overeenkomstig kan worden gehandeld, is iedere grond voor vrees dat men daardoor wordt verdacht, weggenomen. Dat vind ik niet onredelijk. De wetgever treedt iets terug. Hij geeft geen spoorboekje, waarin staat hoe men het moet doen, maar hij geeft de ruimte om naar eigen inzicht en behoefte daar invulling aan te geven. Dat is in het begin wennen, maar dat kan geen reden zijn om coûte que coûte vast te houden aan het oude. Het enige pleidooi dat ertoe zou kunnen leiden dat dit wetsvoorstel wordt aangehouden, is dat het spoorboekje wordt aangehouden en er geen ruimte wordt geboden om met grotere vrijheid te kijken wat wel en wat niet uitkomt. Voor de beursgenoteerden betekent het dat wij geen overgangstermijn hebben na 1 januari 2005. Ik zie het dus niet.
De voorzitter:
Dat is een zwaar einde. Ik vraag aan de collega's of er na deze inhoudelijke behandeling nog behoefte is aan een politieke afronding later. Ik betwijfel dat, gelet op deze inhoudelijke behandeling. Er zou dan gestemd kunnen worden.
MevrouwGiskes(D66)
Ik heb niet zozeer behoefte aan een politieke afronding, maar ik wil liever niet morgen al stemmen, maar een week later. Ik wil namelijk nog uit het veld een reactie horen op alles wat hier over tafel is gegaan. Ik heb gezien dat er goed is meegeluisterd. Juist omdat wij alleen maar negatieve reacties op dit wetsvoorstel hebben gekregen, ben ik heel benieuwd hoe dat nu ligt. Daar zou ik graag mijn voordeel mee doen.
De heerJan de Vries(CDA)
Ik wil graag de ruimte en tijd krijgen voor fractieberaad naar aanleiding van de beantwoording van de regering. Het wetsvoorstel is er misschien gekomen op verzoek van werkgevers of ondernemingen, maar uiteindelijk is het aan de wetgever – dat zijn u en wij – om zelf een afweging te maken of wij vinden dat dit wetsvoorstel een toegevoegde waarde heeft. Die afweging zullen wij dan ook maken.
De heerDouma(PvdA)
Ik moet mijn gedachten nog over een aantal elementen laten gaan, maar het betoog van de minister is bij mij in hoofdlijnen overtuigend overgekomen.
De voorzitter:
Ik stel voor dat wij vragen de stemming niet morgen, maar over een week plaats te laten vinden.
Ik dank de minister en de hem vergezellende ambtenaren. Ik dank de collega's, de griffier, de stenografen, de bodes en de aanwezigen en sluit de vergadering.
Sluiting 19.27 uur.
Samenstelling:
Leden: Van de Camp (CDA), voorzitter, De Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Van der Laan (D66), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Van Fessem (CDA), Luchtenveld (VVD), Wilders (VVD), Weekers (VVD), Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA), Tonkens (GroenLinks), Jan de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Straub (PvdA), Griffith (VVD), Visser (VVD) en De Pater-van der Meer (CDA).
Plv. leden: Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Lambrechts (D66), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Ormel (CDA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Vergeer-Mudde (SP), Arib (PvdA), Karimi (GroenLinks), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Nawijn (LPF), Joldersma (CDA), Hermans (LPF), Van Dijken (PvdA), Örgü (VVD), Rijpstra (VVD) en Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28220-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.