nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BLOK EN JAN DE VRIES TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12
Ontvangen 8 februari 2005
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, komt de tweede volzin van lid 3 te luiden:
De geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling en de geactiveerde kosten
van goodwill worden afgeschreven naar gelang van de verwachte gebruiksduur.
II
In artikel I wordt onderdeel C vervangen door:
C
Artikel 389, lid 7, eerste volzin, komt te luiden: Indien de waarde bij
de eerste waardering overeenkomstig lid 2 of lid 3 lager is dan de verkrijgingsprijs
of de voorafgaande boekwaarde van de deelneming, wordt het verschil zichtbaar
ten laste van de winst- en verliesrekening of van het eigen vermogen gebracht,
dan wel als goodwill geactiveerd; rechtspersonen die de jaarrekening opstellen
volgens door de International Accounting Standards Board vastgestelde standaarden
activeren dit verschil.
Toelichting
Met dit amendement wordt voorkomen dat het ondernemingen die geen IFRS
toepassen wordt verboden gekochte goodwill van het vermogen af te boeken,
dan wel in één keer ten laste van de winst- en verliesrekening
te brengen. Voor een verbod bestaat voor deze ondernemingen immers geen grond.
De bepalingen over goodwill in de moderniseringsrichtlijn (nr. 2003/51/EG),
die beoogt de 4e en 7e EU Richtlijn zoveel mogelijk aan de IFRS aan te passen,
zijn niet gewijzigd en nopen dan ook niet tot aanpassing van de wet. Daarbij
komt dat, nu de regels voor een impairment-test en de daaruit voortvloeiende
afboeking van goodwill gecompliceerd zijn, dit a fortiori geldt
voor activeren en jaarlijks afschrijven van goodwill. Zodoende zou met een
verbod op bedoelde verwerkingswijzen een administratieve belasting worden
gecreëerd, die te vermijden is. Dit leidt ertoe de mogelijkheid van rechtstreekse
afboeking van het vermogen of het resultaat te handhaven voor ondernemingen
die niet IFRS, maar de Nederlandse wet toepassen. Dat zijn vooral niet-beursgenoteerde
ondernemingen, waaronder vele familiebedrijven. Dergelijke verwerkingswijzen
zijn immers voorzichtig en administratief minder belastend dan activeren en
afschrijven. Ook speelt een rol dat vergelijkbaarheid tussen niet-beursgenoteerde
ondernemingen van minder belang is dan bij beursgenoteerde ondernemingen én
dat vergelijkbaarheid tussen ondernemingen die zelfstandig groeien of ondernemingen
die dat via overnames realiseren toch al niet aan de orde is. Tevens komt
afboeking overeen met de door kredietverschaffers in de praktijk van kredietverschaffing
gevolgde gedragslijn.
Blok
Jan de Vries