28 216
Hoge transacties in strafzaken

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2002

Naar aanleiding van vragen door leden van de Tweede Kamer aan mij gesteld tijdens het vragenuur van 18 december 2001 (Handelingen der Kamer II, nr. 37, blz. 2740–2743) deel ik u het volgende mee:

1. Voor de beantwoording van de vraag of ik beklag zal indienen tegen de schikking verwijs ik naar de brief van de Minister van Justitie van 31 januari 2002 (Kamerstuk 28 216, nr.1). Het komt in het kort hierop neer dat mijn ambtsgenoot van Justitie politiek verantwoordelijk is voor de beslissingen van het OM. Hiermee verdraagt zich niet dat de regering, waarvan ik als Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deel uitmaak, namens de Staat der Nederlanden bij het Gerechtshof zijn beklag zou doen over de beslissingen die het OM als orgaan van diezelfde Staat der Nederlanden heeft genomen.

2. Voor zover nu valt na te gaan, is er door mijn ministerie geen formeel verzoek gedaan aan het OM om over te gaan tot een gerechtelijk vooronderzoek. Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenhang met informeel overleg tussen de Inspectie Gezondheidszorg en het OM in Den Haag.

3. Ten aanzien van mijn brief aan de Tweede Kamer van 27 februari 1997 zijn er geen nieuwe feiten aan het licht gekomen. Op die datum had het OM al besloten geen strafrechtelijk onderzoek te starten tegen Vos b.v. In 1999 heeft het OM laten weten dat het voornemen bestond de verdenking terug te brengen tot overtreding van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen.

Ik teken hierbij aan dat Nederland in Europees verband herhaaldelijk heeft getracht regelgeving te introduceren die de kwaliteit van grondstoffen voor farmaceutisch gebruik moet waarborgen. Met name is dit aan de orde gesteld in het Farmaceutisch Comité. De Europese geneesmiddelen richtlijn die momenteel bezig is gewijzigd te worden, stelt echter alleen regels aan grondstoffen die binnen de EU worden verwerkt, en noemt evenmin eisen te stellen aan niet-werkzame bestanddelen, de hulpstoffen.

Nu de Nederlandse voorstellen om een specifieke richtlijn op te stellen niet zijn overgenomen door de EU heeft het zin op nationaal niveau een systeem te ontwerpen voor kwaliteitscontrole van te exporteren grondstoffen, uiteraard binnen de Europese regelgeving.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven