nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot het openstellen van beroep
in cassatie tegen vrijspraken alsmede het doen van uitspraak door de enkelvoudige
kamer bij het niet naleven van de schriftuurverplichting.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
25 januari 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat beroep
in cassatie kan worden ingesteld tegen vrijspraken en dat bij het niet naleven
van de verplichting om tijdig een schriftuur in te dienen de niet-ontvankelijkheid
van het beroep in cassatie kan worden uitgesproken door de enkelvoudige kamer;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 430 vervalt.
B
In artikel 438, tweede lid, onder c, wordt na «bepaalt» ingevoegd:
, behoudens in het geval, omschreven in artikel 440, derde lid.
C
Artikel 440 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «De Hoge Raad» ingevoegd: verklaart
het beroep in cassatie niet ontvankelijk,.
2. Onder vernummering van het derde tot vierde lid wordt een lid ingevoegd,
luidende:
3. De beslissing dat het beroep in cassatie niet ontvankelijk wordt verklaard
kan in het geval niet tijdig een schriftuur is ingediend houdende middelen
van cassatie door de enkelvoudige kamer worden gegeven.
ARTIKEL II
Beroep in cassatie is niet toegelaten tegen een vrijspraak die voor het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gewezen.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,