nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juli 2005
In december 2003 stuurde ik u een brief over de vernieuwing van het bodembeleid
(Kamerstuk 28 663, nr. 16). Hierover heb ik met u gesproken in het Algemeen
Overleg van 10 juni 2004 (28 199/28 663/29 200 XI, nr.
7). In dit overleg is o.m. gevraagd om u te informeren over de volgende onderwerpen:
– het tot stand komen van een prioritair schema voor de uitwerking
van het nieuwe bodembeleid;
– de verwerking van de aanbevelingen van de VROM-inspectie t.a.v.
het omgaan met AVI-bodemas waaronder het overwegen van een vergunningenregime;
– het nut van de zogenaamde kleurpotlodensystematiek voor het nieuwe
beleid t.a.v. met name grond en bagger.
Op 10 november 2004 is in een Algemeen Overleg (29 800 XI/28 199,
nr. 92h) over de beleidsvernieuwing bodemsanering door mij toegezegd in de
loop van 2005 een integraal beleidskader bodem gereed te hebben, waaruit een
begrijpelijke regelgeving zal voorkomen.
Op 9 juni 2005 heb ik in een Algemeen Overleg over de herijking van
de VROM-regelgeving toegezegd u te informeren over de aanpassing van het Bouwstoffenbesluit.
In deze brief informeer ik u, conform mijn toezeggingen, mede namens de
minister van LNV en de staatssecretaris van V&W, over de voortgang van
het proces dat moet leiden naar de gewenste (meer) begrijpelijke en samenhangende
regelgeving met betrekking tot de prioritaire onderwerpen bouwstoffenregelgeving,
bodemsanering en omgaan met grond en bagger. Hierbij worden de aanbevelingen
van de VROM-inspectie t.a.v. het omgaan met AVI-bodemas en de kleurpotlodensystematiek
meegenomen. Met name voor een goed begrip van wat met de nieuwe regelgeving
voor saneren van ernstige bodemverontreiniging en voor het omgaan met grond
en bagger wordt beoogd, is inzicht in de gebruikte termen en de verdeling
van bevoegdheden tussen het rijk en (tussen) de andere overheden
van belang. Dit te meer omdat de beleidsvernieuwing van het bodembeleid beoogt
een nauwe afstemming tussen het beleid ten aanzien van bodemverontreiniging
en het omgaan met grond en bagger tot stand te brengen. Deze prioritaire projecten
maken onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma van de bodembeleidsbrief,
waarmee in 2004 is gestart. De planning is erop gericht dat de nieuwe regelgeving
m.b.t. grond en bagger en de herziening van het Bouwstoffenbesluit in januari
2006 als concept-besluit in de Staatscourant worden voorgepubliceerd. Uiterlijk
1 januari 2007 is de nu voorziene datum van in werking treden.
Voor wat betreft de bestaande saneringscirculaires is voorzien dat bij
in werking treden van de herziene Wet Bodembescherming, naar verwachting in
dit najaar, met een nieuwe circulaire op deze herziening wordt ingespeeld.
Het uitvoeringsprogramma bestaat uit een groot aantal projecten, gedeeltelijk
getrokken door het rijk en gedeeltelijk door andere overheden. Gezien enerzijds
de omvang van de werkzaamheden en anderzijds de wens om met voorrang die onderdelen
te vertalen in aangepaste regels die veel invloed hebben op in de praktijk
ervaren problemen (met inbegrip van de administratieve lasten), is in overleg
met de andere overheden besloten om prioriteit te geven aan de hiervoor genoemde
onderwerpen.
Over een aantal andere projecten die te maken hebben met bodembeleid en
regelgeving daaromtrent wordt u deze zomer apart geïnformeerd. In het
kabinetsstandpunt Waterbodems wordt het voornemen aangekondigd bepalingen
met betrekking tot waterbodems uit de Wet bodembescherming op te nemen in
de Integrale Waterwet. Over de Europese bodemstrategie, van belang voor het
gehele bodembeleid, en de inzet van Nederland daarbij wordt u apart geïnformeerd
in een brief over de Europese Milieuagenda.
Ik leg in deze brief de nadruk op de projecten die de reeds bestaande
chemische verontreining en het bouwstoffenbesluit betreffen, omdat de urgentie
daarvan het hoogste is. Dit betekent niet dat ik de biologische en fysische
bodemkwaliteit (bodemleven en bodemstructuur) en de samenhang tussen de verschillende
bodemaspecten en de relatie met water, natuur, landbouw en ruimte van minder
belang acht. Over de voortgang m.b.t. deze onderdelen van het uitvoeringsprogramma
wordt u begin 2006 geïnformeerd.
Ten behoeve van een goede communicatie over de voortgang van het uitvoeringsprogramma
bodembeleid naar de doelgroepen, is inmiddels op de site van Bodem+ een totaaloverzicht
opgenomen van alle projecten in het uitvoeringsprogramma (www.senternovem.nl/bodemplus).
Op deze site wordt de voortgang van deze projecten bijgehouden. Bodem+ wordt
ook ingeschakeld bij de voorlichting en kennisoverdracht naar de doelgroepen
en de terugkoppeling uit de uitvoeringspraktijk van ervaringen die voor een
goede implementatie van de beleidsvernieuwing van belang zijn.
In de bijlage1 bij deze brief worden de hoofdlijnen
van de hierboven genoemde prioritaire onderwerpen nader toegelicht.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel