28 197
Aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van richtlijn nr. 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (PbEG L 178) (Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel)

nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN JAN DE VRIES EN SZABÓ

Ontvangen 25 september 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 196c, vierde lid, onderdeel a vervangen door:

a. niet weet van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter en, in geval van een schadevergoedingsvordering, niet redelijkerwijs behoort te weten van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter, dan wel.

Toelichting

Met dit amendement wordt beter aangesloten bij de tekst van artikel 14 van de richtlijn. Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen de gevallen waarin sprake is van een schadevergoedingsactie en alle andere gevallen. In geval van een schadevergoedingsactie moet een lidstaat ervoor zorgen dat host niet aansprakelijk kan worden gesteld wanneer hij niet wist en ook niet behoorde te weten van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter. In alle andere gevallen moet een lidstaat ervoor zorgen dat de host niet aansprakelijk kan worden gesteld wanneer hij niet wist van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter.

Jan de Vries

Szabó

Naar boven