nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen met betrekking tot
scholingsmogelijkheden voor uitkeringsgerechtigden.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
21 januari 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, met betrekking tot de
scholingsmogelijkheden voor uitkeringsgerechtigden, wenselijk is de Algemene
bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen aan te passen:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg met
de Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene bijstandswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, tweede lid, vervalt onderdeel b.
B
Artikel 114 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die een scholing
of opleiding gaat volgen die noodzakelijk wordt geacht voor de inschakeling
in de arbeid, ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel
113, eerste lid, onderdelen a en c, voor ten hoogste de duur en de omvang
van die scholing of opleiding. Scholing of opleiding wordt slechts noodzakelijk
geacht voor de inschakeling in de arbeid, indien aantoonbare inspanningen
van belanghebbende om arbeid te verkrijgen geen resultaat hebben gehad.
2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de belanghebbende een scholing of opleiding gaat volgen, anders
dan bedoeld in het eerste lid, meldt hij dit voor aanvang van die scholing
of opleiding aan burgemeester en wethouders.
ARTIKEL II
Artikel 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die een scholing
of opleiding gaat volgen die noodzakelijk wordt geacht voor de inschakeling
in de arbeid, ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel
35, eerste lid, onderdelen a en c, voor ten hoogste de duur en de omvang van
die scholing of opleiding. Scholing of opleiding wordt slechts noodzakelijk
geacht voor de inschakeling in de arbeid, indien aantoonbare inspanningen
van belanghebbende om arbeid te verkrijgen geen resultaat hebben gehad.
2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de belanghebbende een scholing of opleiding gaat volgen, anders
dan bedoeld in het eerste lid, meldt hij dit voor aanvang van die scholing
of opleiding aan burgemeester en wethouders.
ARTIKEL III
Artikel 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders kunnen de belanghebbende die een scholing
of opleiding gaat volgen die noodzakelijk wordt geacht voor de inschakeling
in de arbeid, ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in artikel
35, eerste lid, onderdelen a en c, voor ten hoogste de duur en de omvang van
die scholing of opleiding. Scholing of opleiding wordt slechts noodzakelijk
geacht voor inschakeling in de arbeid, indien aantoonbare inspanningen van
belanghebbende om arbeid te verkrijgen geen resultaat hebben gehad.
2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de belanghebbende een scholing of opleiding gaat volgen, anders
dan bedoeld in het eerste lid, meldt hij dit voor aanvang van die scholing
of opleiding aan burgemeester en wethouders.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,