28 192 Drugssmokkel Schiphol

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2013

Op 10 augustus 2012 stelden de leden Marcouch en Eijsink mij vragen over drugsbestrijding op Schiphol, specifiek over de eventuele opheffing van het zogenaamde Schipholteam (Aanhangsel Handelingen II, 2012/13, nr. 115). Ik antwoordde dat er (op dat moment) geen sprake was van plannen om de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Douane gescheiden te laten werken maar dat wel wordt onderzocht hoe de integrale aanpak van de drugsbestrijding op Schiphol verder kan worden versterkt. Ik heb toegezegd de Kamer te informeren over de uitkomsten daarvan. Ik herhaalde dit in antwoord op vragen van de leden Marcouch en Van Dam ingediend op 10 september 2012. Graag voldoe ik nu, mede namens de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën, aan deze toezegging.

Lange tijd was de bestrijding van drugssmokkel op Schiphol toevertrouwd aan het Schipholteam dat gelijkelijk bestond uit functionarissen van de Douane en de Koninklijke Marechaussee (KMar). Aan het begin van deze eeuw nam de problematiek van drugssmokkel sterk toe en moest de gehele keten van controle, opsporing, vervolging, berechting en detentie versterkt worden. Naast het Schipholteam, is toen een 100%-controleproces ingericht voor de controle van risicovluchten uit (toen nog) de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en Venezuela. Deze controles worden alleen door de Douane uitgevoerd. De KMar wordt betrokken als er verdachten zijn aangehouden en doet waar nodig nader onderzoek. Daarnaast is zowel de capaciteit van het Schipholteam (dat de overige vluchten controleert) uitgebreid en is de opsporingscapaciteit van de KMar versterkt. Deze geïntensiveerde aanpak is succesvol gebleken, mede door de steeds verder verfijnde controletechnieken die worden toegepast. In 10 jaar tijd is de toestroom van drugskoeriers aanzienlijk afgenomen en gestabiliseerd. Het overgrote deel van de aanhoudingen vond plaats door de Douane in het 100%-controleproces. Dat was de aanleiding voor de Douane, de KMar en het Openbaar Ministerie om te onderzoeken of de werkwijze van het Schipholteam naast de 100%-controles nog steeds efficiënt is.

De conclusie is dat het efficiënter is dat de Douane zich concentreert op de controle van zowel de hoge-risicovluchten als de overige vluchten, terwijl de KMar zich concentreert op de opvolging na aanhouding en het doen van opsporingsonderzoeken, bijvoorbeeld naar de opdrachtgevers van smokkelaars. Hierdoor kan de succesvolle aanpak van de traditionele 100%-vluchten uitgebreid worden naar andere hoog-risicovluchten en kan de douanecapaciteit efficiënter worden ingezet. Ook voor de capaciteit van de KMar uit het Schipholteam die daarmee wordt vrijgespeeld, geldt dat deze nu efficiënter kan worden ingezet voor opsporingsactiviteiten in het kader van drugsbestrijding. Zo ontstaat een eenduidiger inrichting en sturing van de controle- en opsporingsprocessen en kan meer complementair aan elkaar worden samengewerkt. De integrale samenwerking krijgt verder vorm doordat de Douane en de KMar een gezamenlijk team hebben opgericht dat zich richt op de overdracht van controle naar opsporing. Dat team kijkt naar het proces dat heeft geleid tot de aanhouding van een verdachte en beziet hoe het vervolgproces voor de verdachte eruit ziet. Het team overziet en borgt de integrale aanpak van de hele keten van controle en opsporing.

Ik constateer dat de Douane en de KMar meer samenwerken dan ooit en juich het toe dat deze controle- en opsporingsdiensten voortdurend zoeken naar nieuwe en betere manieren om te voldoen aan hun opdracht. De aanpassing van het drugsbestrijdingsproces op Schiphol die nu aan de orde is en leidt tot meer integraliteit, is daar een goed voorbeeld van. Deze nieuwe werkwijze is tot stand gekomen in samenwerking met het Openbaar Ministerie en de medezeggenschap van beide dienstonderdelen heeft er mee ingestemd. Alle medewerkers van het voormalige Schipholteam zullen ook in de toekomst ingezet worden voor de bestrijding van de drugssmokkel.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven