28 192
Drugssmokkel Schiphol

nr. 14
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 23 juli 2002

De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 3 juli 2002 overleg gevoerd met minister Korthals van Justitie over zijn brieven:

d.d. 22 april 2002 inzake tweede voortgangsrapportage over de implementatie van het plan van aanpak Drugssmokkel Schiphol (28 192, nr. 12);

d.d. 21 juni 2002 inzake derde voortgangsrapportage over de implementatie van het plan van aanpak Drugssmokkel Schiphol (28 192, nr. 13);

– inzake de reactie van het ministerie op de brief van de heer J.W. van der Pol (bestuurslid NPB).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Rietkerk (CDA) constateert dat er inmiddels veel in gang is gezet en dat er ten tijde van de tweede voortgangsrapportage sprake was van enkele grote problemen, zoals op het gebied van de celcapaciteit. Toen werd ook al gedacht aan het schorsen van de voorlopige hechtenis. Hij concludeert daaruit dat de keten nogal verstopt is, hetgeen zijns inziens mede te maken heeft met een onvoldoende planning van de benodigde celcapaciteit en de bezuinigingen.

Wat betreft de controle en de opsporing ligt er een probleem bij de brongerichte maatregelen op de Antillen. Welke actiepunten uit het protocol van 4 februari zijn inmiddels uitgevoerd? Daarin staat onder meer dat een 100% controle gelijke tred moet houden met de beschikbare celcapaciteit. Betekent dat nu een terughoudend aanhouden?

Uit de derde voortgangsrapportage blijkt dat het aantal bolletjesslikkers nog steeds onaanvaardbaar groot is. De aanpak bij de bron blijkt nog steeds onvoldoende te werken. De gang van zaken bij de KLM is volgens de heer Rietkerk wel voldoende geregeld, maar bij de DCA niet. Is zijn indruk juist dat ook de samenwerking en de informatie-uitwisseling tussen de recherche- en de politiediensten onvoldoende zijn om die grote criminele organisaties te pakken?

In de derde voortgangsrapportage staat een passage over het doorlaten. De vorige keer heeft de minister toegezegd met een kader van voorwaarden te komen waarbinnen dat mogelijk zou zijn, maar dat vindt hij niet in de rapportage terug. De minister wil nu wel de voorlopige hechtenis door de rechter laten schorsen, maar onder welke voorwaarden gaat dat? In feite geeft dat toch al aan dat de brongerichte aanpak nog onvoldoende werkt.

Tijdens het bezoek van de commissie heeft de heer Rietkerk kunnen constateren dat er op dit punt hard gewerkt wordt, dat er wel enige vooruitgang is te bespeuren, maar voor zijn fractie op sommige onderdelen nog volstrekt onvoldoende. Wat haar betreft, mag op sommige punten dan ook wel meer gebruik worden gemaakt van particulier toezicht.

De heer Teeven (LN) is van mening dat de brongerichte maatregelen wat laat zijn ingezet. In de derde voortgangsrapportage heeft hij tot zijn verrassing gelezen dat er wel inkomende scans zijn geplaatst en dat er ook op poststukken wordt gecontroleerd, maar dat er blijkbaar nog niet op uitgaande stromen wordt gecontroleerd. Wanneer worden die scans dan geplaatst?

Hij vindt het een goede zaak dat het ministerie officieren en parketsecretarissen naar de Antillen stuurt ter ondersteuning van de rechterlijke macht. In de derde voortgangsrapportage wordt echter gesproken over één ervaren parketsecretaris. Gelet op de nood op de Antillen ziet hij graag dat er toch wat meer ervaren parketsecretarissen naar de Antillen worden gestuurd, al is het dan maar voor een kortere termijn. Alle mensen die daar kunnen worden vervolgd, hoeven niet hier te worden vervolgd, waardoor ook de druk op de celcapaciteit minder wordt. Zou overigens de druk op de justitiële keten niet nog minder worden als de politierechter bevoegd zou zijn om maximaal achttien maanden op te leggen?

Ook hij stelt zich de nodige vragen over de samenwerking tussen recherche en de Antilliaanse overheid. De minister kan natuurlijk geen specifieke opsporingsinformatie geven, maar kan hij wel in het algemeen aangeven of er op dit moment wordt gewerkt aan een diepgaand onderzoek naar de bolletjesproblematiek?

De heer Stuger (LPF) is van mening dat er een grote beleidsverandering moet plaatsvinden. Bolletjesslikkers hebben maar een zeer klein aandeel in de totale cocaïne-invoer, maar leggen wel een zwaar beslag op de capaciteit qua cellen en menskracht. Bovendien heeft hun aanpak maar een betrekkelijk kleine invloed op de veiligheid in Nederland. Zijn fractie zou er dan ook de voorkeur aan geven dat ze als ze worden opgepakt direct worden teruggestuurd. Dat zal ook minder kosten dan vervolging en detentie in Nederland. Het lijkt er immers op dat de stroom bolletjesslikkers niet opdroogt en dat de handelaren blijkbaar in staat zijn om er steeds meer mensen voor te rekruteren. Hij realiseert zich heel wel dat overtredingen van de Opiumwet behoren te worden vervolgd, maar de verhouding tussen de gevolgen van bolletjesslikkers en het beslag op de middelen is zijns inziens erg scheef gegroeid. Het is dus een meer pragmatische benadering.

De heer Wolfsen (PvdA) vraagt zich af of er nu sprake is van onmacht of van onwil. Het verbaast hem bijvoorbeeld dat de scans er wel zijn, maar dat er nu weer voorzieningen moeten worden getroffen om ze te installeren. Als ze dan bijna gereed zijn, wordt er weer ineens verzocht om stralingsmeters. Hij vindt dit onbegrijpelijk en vraagt of de minister dat kan verduidelijken.

Hij begrijpt dat de effectiviteit van de afspraken met de DCA te wensen overlaat, dat het parket Haarlem nadenkt over een plan van aanpak en dat het aantal vluchten toch is verhoogd. Kunnen er geen dwingender afspraken met de DCA worden gemaakt in het kader van de landingsrechten?

Uit het verslag van het AO van 21 maart blijkt dat er 100% controle per vlucht op zich mogelijk is – daarvoor zijn twee honden nodig en zes opsporingsambtenaren – maar dat dit niet gebeurt vanwege de onvoldoende celcapaciteit. De minister zei dat zodra er voldoende celcapaciteit is, er wel 100% zal worden gecontroleerd. In de tweede voortgangsrapportage staat dat op incidentele basis inkomende risicovluchten wel 100% worden gecontroleerd en dat het aantal successievelijk wordt uitgebreid maar dat gelijke tred wordt gehouden met de celcapaciteit. In de derde voortgangsrapportage worden alle aantallen genoemd. Hij vraagt zich af, wat nu echt het probleem is. Kan iedereen worden gecontroleerd met die twee honden en zes opsporingsambtenaren per vliegtuig, dan zou er sprake moeten zijn van een 100% stop op bolletjesslikkers of kan dat niet omdat de Kamer de opdracht heeft gegeven dat niemand mag worden weggestuurd?

Hij kan zich herinneren dat de burgemeesters Pop en Vreeman zich zorgen maakten over deze aanpak omdat «gewone» zaken moeten blijven liggen. Is niet ooit eens met de Kamer afgesproken dat het berechten van bolletjesslikkers niet ten koste mag gaan van de reguliere capaciteit?

Hij verzoekt de minister ten slotte de Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg dat hij hierover wil voeren met de Antillen en of hij nog kan ingaan op de functie van het samenwerkingsteam in relatie tot de smokkel van bolletjes.

De heer Nicolaï (VVD) erkent dat er eigenlijk sprake is van een noodsituatie en van bijna onhanteerbare aantallen. Blijkens de derde voortgangsrapportage zijn er in nog geen vijf maanden bijna 900 bolletjesslikkers gepakt. Hij vraagt zich af, of er terzake wel een planning is gemaakt. Het idee was dat het eerst een enorme aanslag zou zijn op alle mogelijke vormen van capaciteit, maar dat het wel zou helpen. Dat kan natuurlijk niet van de ene op de andere dag, maar had het inmiddels niet moeten zijn gedaald? Zo neen, wanneer mag dat dan wel worden verwacht?

Hij vraagt vervolgens specifieke aandacht voor het opsporen van de organisaties die erachter zitten. Hij heeft signalen gekregen dat dit in ieder geval sneller en beter van de grond had kunnen komen. Als dat beter gaat, welke resultaten kunnen dan worden verwacht?

De minister heeft ook in de pers maatregelen genoemd die hij in de richting van de DCA overweegt. In de derde voortgangsrapportage wordt daar niets over gemeld. Hoe staat het daarmee?

In het kader van de recidiverende bolletjesslikkers met Nederlandse nationaliteit worden nieuwe mogelijkheden geduid om daar toch iets aan te kunnen doen. Welke mogelijkheden zijn dat dan en op welke termijn zouden die kunnen gaan werken?

Het belangrijkste politieke probleem is wat hem betreft het weer moeten gaan heenzenden. De Kamer heeft vrijwel unaniem uitgesproken dat zij dat onaanvaardbaar vindt. Nu wordt de mogelijkheid geopperd van schorsing van de voorlopige hechtenis. Dat zou volgens de minister wel moeten kunnen onder strikte voorwaarden. Aan welke aantallen moet dan worden gedacht en wat zijn dan die strikte voorwaarden? Hoe groot is de kans dat de vogel daarna toch ook gevlogen is?

De heer Dittrich (D66) memoreert dat zijn fractie tegen heug en meug akkoord is gegaan met de maatregelen in het kader van de noodwetgeving omdat zij hoopte en verwachte dat zij ook effect zouden hebben en het aantal bolletjesslikkers drastisch zouden verminderen. Die noodwetgeving geldt weliswaar voor een jaar, maar het verontrust hem zeer dat het aantal helemaal niet zo snel daalt. Als je beziet welke impact deze noodmaatregelen hebben op de Nederlandse rechtsstaat, vraagt hij zich in gemoede af hoe lang daarmee kan worden doorgegaan. Hij heeft er begrip voor dat de minister de Kamer in zijn derde voortgangsrapportage vraagt om erin toe te stemmen dat de rechter de voorlopige hechtenis opschort. Zijn fractie wil niet meteen «neen» zeggen, maar wil wel weten onder welke voorwaarden dat gaat. Bij vorige discussies ging het om het OM dat uit een oogpunt van capaciteit mensen weg wilde sturen, nu is het de rechter-commissaris die een en ander moet afwegen. Dat is nogal een verschil en het zou voor zijn fractie moeilijk te pruimen zijn als dit idee alleen maar ingegeven is vanuit capaciteitsproblemen.

Hij is het ermee eens dat een apart traject is afgesproken voor bolletjesslikkers dat helemaal los zou staan van de rest van de strafrechtsketen. Uit de stukken blijkt dat allerlei rechters worden overgeplaatst naar Haarlem. Daardoor blijven toch niet allerlei andere zaken in andere regio's liggen?

Hij sluit zich aan bij de vragen omtrent de DCA en memoreert dat in de brief van 21 juni wordt gesteld dat de procureur-generaal overweegt om strafrechtelijk tegen de DCA op te treden. Hoe staat het daarmee? Hoe is het overigens mogelijk dat de scanapparatuur nog steeds niet in gebruik is genomen? Wordt met andere woorden wel voluit voldaan aan de afspraken?

Antwoord van de minister

De minister wijst erop dat door het verleden jaar gevoerde beleid er mogelijk een verschuiving is opgetreden van het smokkelen van grote hoeveelheden drugs naar grote aantallen bolletjesslikkers en drugskoeriers. Eind verleden jaar ontstond daardoor een geweldige druk op de celcapaciteit. In januari daaropvolgend heeft hij zijn plan van aanpak gepresenteerd.

De suggestie van de heer Stuger is op een bepaald moment noodzakelijkerwijs in praktijk gebracht, maar ook de Tweede Kamer vond dat onaanvaardbaar en zeker niet ten onrechte. Het gaat om een strafwaardig delict dat als het wordt ontdekt ook door een onafhankelijke rechter bestraft moet worden. Dat is ook uitgangspunt geweest van zijn plan van aanpak. Er werd van uitgegaan dat vermoedelijk zo'n 1000 slikkers en koeriers per maand via Schiphol Nederland zouden proberen binnen te komen, terwijl het Schipholteam er beduidend minder aan kon. De bedoeling was om dat team en de celcapaciteit uit te breiden. Aanvankelijk leek het erop dat de celcapaciteit snel kon worden uitgebreid, maar in de praktijk ligt dat moeilijker, onder andere door het langer duren van de vergunningsprocedure of de mate van medewerking van gemeenten.

De minister merkt vervolgens op dat het onmogelijk is om alle vliegtuigen waarin mogelijk koeriers of bolletjesslikkers zitten voor 100% te controleren. Daarvoor ontbreekt niet alleen de menskracht, maar ook celcapaciteit. Als daartoe wordt overgegaan, zal er een aanzienlijke uitbreiding moeten plaatsvinden van het Schipholteam en van het aantal cellen die na een tijd dan weer overbodig zullen zijn geworden, omdat de criminele organisaties Schiphol vanwege die 100% controle zullen gaan mijden. Met name daarom is gekozen voor steeds meer 100% controles van de meest risicovolle vluchten. Op basis van onder andere informatie worden ook andere risicovluchten gecontroleerd, niet 100%, maar op basis van de ervaring van de politie en douane, want die zien vaak aan uiterlijke kenmerken of iemand drugs bij zich heeft.

Het plan van aanpak drugssmokkel Schiphol bevatte een enorme opgave. De afgelopen maanden is de basis ervan gelegd en is een veelheid aan maatregelen uitgevoerd die voorwaarden zijn voor terugdringing van het probleem. Met instemming van de Staten-Generaal is de benodigde wetgeving tot stand gekomen. Gisteren is het laatste deel inzake het toezicht op verruiming van de bevoegdheden van de politierechter zij het met moeite toch door de Eerste Kamer aangenomen. Hij is het eens met de heer Teeven dat de druk op de justitiële keten minder zou worden als de politierechter tot achttien maanden zou mogen opleggen, maar dan kan wellicht de kwaliteit van de rechtspraak in het geding komen. De NVR was om die reden al tegen ophoging van de maximale strafoplegging tot een jaar. De bewindsman is dan ook zeker niet voornemens om dat maximum nog meer te verhogen en om de wet ook in die zin te wijzingen, te meer omdat hij in de Eerste Kamer heeft toegezegd dat de politierechter deze nieuwe bevoegdheid uitsluitend mag gebruiken voor drugskoeriers.

Voorts wijst hij erop dat de afgelopen maanden op verschillende plaatsen in Nederland in hoog tempo noodcapaciteit is gerealiseerd, dat de Koninklijke marechaussee, het OM en de rechtsprekende macht binnenkort kunnen beschikken over een uniek complex op Schiphol, waardoor aangehouden verdachten snel en efficiënt door het juridische proces kunnen worden geloodst en dat het personeel van alle erbij betrokken instanties wordt uitgebreid. Hij benadrukt dat dit alles niet ten koste gaat van andere zaken en dat deze zaken in Haarlem boven de sterkte worden uitgevoerd. Er komen voor de bolletjesslikkers extra rechters en officieren van justitie. De convenanten tussen het OM en de rechterlijke macht worden derhalve nageleefd. Dat lichtere zaken vaak moeten blijven liggen, is niet een probleem dat zich alleen in Haarlem voordoet, maar is een algemeen probleem. De druk op de rechterlijke macht is sowieso al groot en dan zullen er toch prioriteiten moeten worden gesteld. Hij doet er alles aan om de rechterlijke macht uit te breiden en zal ook proberen ervoor te zorgen dat dit de komende kabinetsperiode de nodige aandacht blijft krijgen. Hij heeft gelukkig ook begrepen dat de beoogde coalitiepartners in hun strategisch document een behoorlijk bedrag in de sfeer van de veiligheid hebben uitgetrokken. Wat dit betreft merkt hij nog op dat de bezuinigingen waarover de heer Rietkerk sprak te maken hebben met de reguliere capaciteit en dat het nu gaat om de noodvoorzieningen, hetgeen een heel ander traject is.

Zowel in Nederland als op de Nederlandse Antillen worden pre-flightcontroles uitgevoerd, waardoor zeer velen de mogelijkheid om te reizen is ontzegd. Inderdaad is er een verschil tussen de pre-flightcontrole bij de KLM, waarop Justitie de nodige invloed heeft gehad, en bij de DCA. De bewindsman heeft de DCA inmiddels wel kenbaar gemaakt dat als zij weigert mee te werken, dat uiteindelijk wel eens invloed kan hebben op de landingsrechten. De minister van Justitie van de Nederlandse Antillen heeft gezegd dat wel ruim van tevoren kenbaar moet worden gemaakt welke mensen niet mee zouden mogen, opdat alsnog anderen de vrijkomende plaatsen kunnen krijgen, waardoor het ook rendabeler voor de DCA zou worden. De bewindsman vond dat niet aanvaardbaar, waarna is afgesproken dat degenen waarvan het vermoeden bestaat dat zij slikkers of koeriers zijn op de Antillen aan een onderzoek worden onderworpen, hetgeen wel eens zo lang kan duren dat ze het vliegtuig missen. Hij wijst erop dat er op de Antillen een nieuwe regering is aangetreden en zegt toe te zullen proberen op de kortst mogelijke termijn een gesprek te entameren met zijn nieuwe Antilliaanse collega om weer eens duidelijk te maken dat voor de DCA dezelfde regels gelden als voor de KLM. Als zou blijken dat men zich stelselmatig niet aan de afspraken houdt – dat is op dit moment bepaald nog niet het geval – zullen andere maatregelen moeten worden overwogen.

Zowel aan de Nederlandse Antillen als aan Aruba is de benodigde apparatuur ter beschikking gesteld. Inderdaad staat nog niet alle apparatuur opgesteld, maar dat is uiteindelijk toch een verantwoordelijkheid van de desbetreffende landen, al wordt er van Nederlandse zijde voortdurend op aangedrongen om de apparatuur ook daadwerkelijk op te stellen en te gebruiken.

Daarnaast wordt uiteraard ook geprobeerd om de criminele organisaties aan te pakken die zich bezighouden met drugstransporten. Op dit moment lopen er in totaal twintig onderzoeken naar organisaties die gebruik maken van koeriers. Door de kernteams Haaglanden en Randstad Noord en Midden wordt nu een criminaliteitsbeeldanayse opgesteld. Uit alle politieregio's in de omgeving worden daarvoor mensen beschikbaar gesteld. Recent heeft het kernteam Randstad Noord en Midden een groot onderzoek afgerond dat weliswaar niet was gericht op grootschalige smokkel van drugs door middel van koeriers, maar wel heeft geresulteerd in de aanhouding van 38 verdachten, waarvan één Nederlander als hoofdverdachte is aangemerkt, en het in beslag nemen van zo'n 175 kilo cocaïne met een straatwaarde van zo'n 4 mln euro, mede een gevolg van de geïntensiveerde aanpak van criminele organisaties. De bewindsman wil geen oordeel geven over de wijze waarop dat in de Nederlandse Antillen en Aruba wordt aangepakt, want daar gaat hij niet over. Ook afspraken op dit punt verlopen niet via hem maar via de staatssecretaris voor koninkrijksaangelegenheden. Over het tegengaan van de drugssmokkel is in ieder geval een protocol gesloten en daar zullen de Nederlandse Antillen aan worden gehouden. Over criminele organisaties van buiten die landen die deze landen wel gebruiken om drugs naar Nederland te krijgen, zijn afspraken gemaakt over de inzet van de kustwacht. Ook is een intensievere samenwerking noodzakelijk tussen het RST en de Nederlandse politie. Dat is niet zozeer zijn competentie, maar hij kan wel zeggen dat ook daar hard aan wordt gewerkt.

Hij erkent dat de druk op het gevangeniswezen heel groot is en hij vreest dat die ook groot zal blijven. Desondanks is hij van mening dat de aanvankelijk voorziene uitbreiding met 700 cellen moet worden opgehoogd met nog eens 700 cellen. Het volgende kabinet zal de daartoe benodigde besluiten moeten nemen. Het grootste probleem is dat het aantal aanhoudingen op dit moment niet significant daalt. Sinds het begin van dit jaar zijn zo'n 1000 drugssmokkelaars op Schiphol aangehouden. Zeer binnenkort zal het totale aantal van 2001 worden bereikt! In de derde voortgangsrapportage wordt aangegeven dat op basis van de Vreemdelingenwet de mogelijkheden zullen worden bezien om op Schiphol met drugs aangehouden vreemdelingen direct uit Nederland te verwijderen na ontneming van de drugs en om op de Antillen en Aruba wonende personen, van wie is vastgesteld dat zij drugs plegen te smokkelen, te belemmeren om nog langer naar Nederland te reizen. Dit zijn nog maar voornemens. Zodra die tot uitvoering worden gebracht, zal de Kamer daarover worden geïnformeerd.

Het doorlaten van partijen drugs heeft zich nog niet voorgedaan, hetgeen wil zeggen dat de Kamer daarover ook nog niet behoefde te worden ingelicht.

De bewindsman wijst erop dat in het verleden met de Kamer is afgesproken dat er geen heenzendingen plaatsvinden als er een rechterlijke beslissing ligt. Hij wil zich daar graag aan houden, maar dat is hem in de huidige situatie onmogelijk. Gevangenen die aan bepaalde criteria voldoen, kunnen iets eerder naar huis worden gezonden. Al wordt van die mogelijkheid op dit moment ruim gebruik gemaakt, zij biedt thans geen voldoende soelaas meer. De cellen voor de bolletjesslikkers zitten op dit moment vrijwel vol en het duurt nog enige tijd voordat gebruik kan worden gemaakt van de cellen in kamp Zeist. Dat betekent met andere woorden dat er op de kortst mogelijke termijn problemen ontstaan die naar de mening van de bewindsman niet anders zijn op te lossen dan om de mogelijkheid te openen om de voorlopige hechtenis onder voorwaarden te schorsen, namelijk dat de verdachte een «first offender» is, een vaste woon- en verblijfplaats in Nederland heeft en de hoeveelheid in beslag genomen drugs niet meer is dan anderhalve kilo. De voorlopige hechtenis kan, eventueel afhankelijk van de hoeveelheid in beslag genomen drugs, worden geschorst na een, twee of drie maanden. Uiteraard krijgen zij nog wel de dagvaarding mee, zodat zij later eventueel nog kunnen worden veroordeeld en hun straf zullen moeten uitzitten. Op basis van deze criteria zouden zo'n 35 gevallen in aanmerking komen. Omdat er zo'n twintig personen per week worden gepakt, zou dat soelaas bieden voor slechts twee weken. Het grote probleem zal zich in ieder geval de eerstkomende acht weken voordoen, want daarna komt er meer capaciteit in Zeist vrij. Het is mogelijk dat er op korte termijn wat meer mensen uit voorlopige hechtenis dan wel de gevangenis worden ontslagen, zodat er wat meer ruimte komt, maar dat zal zeker niet voldoende zijn om degenen die worden aangehouden op te sluiten.

Wat betreft de personele ondersteuning van de rechterlijke macht op de Antillen merkt de bewindsman op dat hij niet ook nog de noden van de rechterlijke macht op de Antillen kan oplossen. De autoriteiten is gevraagd hoeveel ondersteuning het OM aldaar denkt nodig te hebben. De vorige regering vond steun niet nodig, volgens de nieuwe minister van Justitie zou vooralsnog kunnen worden volstaan met nog één parketsecretaris. Deze functionaris zal de volgende week al kunnen afreizen.

Het is de bewindsman bekend dat de heren Pop en Vreeman zorgen hebben geuit, maar volgens hem hebben ze niet helemaal door dat het de bedoeling is om het reguliere gevangenissysteem en de reguliere berechting, voorzover mogelijk, niet te vermengen met hetgeen in het kader van de noodvoorzieningen gebeurt. Als het goed gaat, hebben die geen invloed op de berechting van de «gewone» zaken, maar ook daarvan gaat, zoals gezegd, al een enorme druk uit op het OM, de rechterlijke macht en de cellencapaciteit.

De bewindsman wijst er vervolgens op dat in de noodwet is bepaald dat drugskoeriers die bij inwerkingtreding in de reguliere gevangenis zaten, kunnen worden overgebracht naar de noodvoorzieningen. Dat zou dus eerder kunnen leiden tot een ontlasting van de reguliere capaciteit. De bouw van de noodvoorzieningen is in die mate gestagneerd dat daar nog niet of nauwelijks gebruik van is kunnen worden gemaakt. Tussen nu en zes à zeven weken zal dat pas echt het geval zijn en kunnen ook meer vluchten voor 100% worden gecontroleerd. Dan weten betrokkenen dat zij ook meer kans lopen om gepakt te worden en zelfs zoveel dat dit wellicht van invloed zal zijn op het beleid van de criminele organisaties en er dan ook minder bolletjesslikkers en koeriers richting Nederland zullen komen. Het kost echter tijd om zover te komen. Dat het probleem zo hardnekkig was dat zoveel mensen bereid zijn om deze risico's te nemen, is in ieder geval boven de verwachting van heel veel mensen geweest.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Haersma Buma (CDA) wordt alleen maar treuriger door de ernst en hardnekkigheid van het probleem. Hij blijft van oordeel dat Nederland meer invloed moet krijgen op de controle op de Antillen en op de organisatie van het justitieel systeem aldaar. Hij vindt dit een koninkrijksprobleem en niet een puur Antilliaans of Nederlands probleem.

Hij vindt het triest dat door dit alles weer wordt gesproken over heenzendingen, maar eerlijkheidshalve moet hij ook toegeven dat het systeem dat per 1 januari is ingezet succesvol is, al wordt dat succes volgens hem bedreigd omdat er aan de bron te weinig wordt gedaan. Is het niet mogelijk om zo nodig in cellen bedden bij te plaatsen? Het gaat immers maar om een korte periode van maximaal acht weken en vooral om de geloofwaardigheid van het Nederlandse rechtssysteem.

Is het volgens de minister echt niet mogelijk om bestrijding aan de bron zoveel te verbeteren dat dit een significante daling van het aantal bolletjesslikkers op Schiphol tot gevolg zal hebben? Als dit echt niet mogelijk is, zal ook de CDA-fractie wel akkoord moeten gaan met het onder voorwaarden schorsen van de voorlopige hechtenis.

De heer Teeven (LN) verzoekt de minister allereerst ervoor te zorgen dat de ingestelde onderzoeken de nodige voortgang houden, want als het probleem op de Antillen goed wordt aangepakt, wordt volgens hem direct de oorzaak van het probleem aangepakt.

Hij vindt het in dat licht gezien van belang dat mensen op de Antillen op het lichaam kunnen worden gecontroleerd op drugs en derhalve dat ook de scans snel worden geplaatst, Hij heeft er op zich begrip voor dat de minister zegt dat jonge rechters ervaring met rechtspraak opdoen in meervoudige kamers, maar hij moet de minister dan wel voorhouden dat op de Antillen en Aruba door jonge rechters uit Nederland enkelvoudig straffen tot negen jaar worden opgelegd. Wat dit betreft kan de zittende magistratuur in Nederland volgens hem ook wel eens wat soepeler zijn.

Ook zijn fractie is geen voorstander van heenzendingen en is het met het CDA eens dat dan maar moet worden gezocht naar andere oplossingen, zoals meer mensen in een cel, in ieder geval voor lichtgestraften. Er moeten zeker geen inrichtingen worden gesloten, zoals de Blokhuispoort die wellicht niet helemaal aan de eisen van de wet voldoet. Het gaat om zo'n acht weken en dan kan worden geprobeerd om de executie van straffen van anderen in Nederland op te schorten of in ieder geval twee mensen in één cel te plaatsen. Hij vreest dat er maar weinig bolletjesslikkers zullen zijn die aan alle voorwaarden voldoen.

De heer Stuger (LPF) is het meest bezorgd over het feit dat de capaciteit in Nederland eindig is en hij is er niet zeker van dat de instroom van bolletjesslikkers eindig is. Hij vraagt zich af wanneer het Nederlandse rechtssysteem echt vastloopt, ook al zet je ergens een extra bed neer. Criminele organisaties hebben voldoende geld en middelen om kansloze mensen overal vandaan te plukken en naar Nederland te sturen. Hij ziet echt niet in dat het steeds maar weer inpompen van extra geld zal helpen. Het gaat om zo ongeveer 1000 mensen en het hele proces kost per persoon zo'n 100 000 euro. Voor die 2 mln euro kan toch een mooie gevangenis worden gebouwd!

De heer Wolfsen (PvdA) heeft van de minister begrepen dat er 1000 mensen per maand zouden kunnen worden opgepakt, terwijl er feitelijk nu zo'n 200 per maand worden opgepakt. Dat vindt hij wel erg weinig. Bolletjesslikkers behoren berecht te worden, maar ook zijn fractie kan niet ontkennen dat de capaciteit eindig is, te meer omdat het niet ten koste mag gaan van de reguliere capaciteit. Ze zullen dus later berecht moeten worden. Als dat inhoudt dat ze worden heengezonden met een dagvaarding, kan zijn fractie daarmee leven. Hij neemt overigens aan dat het maatwerk is en van geval tot geval zal worden bezien.

De heer Nicolaï (VVD) is het ermee eens dat het beleid eigenlijk aan zijn eigen succes ten onder dreigt te gaan en dat het onmogelijke niet kan worden gevraagd. Voor zijn fractie is het heenzenden op zich niet het probleem, maar het risico dat de vogel is gevlogen ook al heeft hij bij het heenzenden een dagvaarding gekregen. Kan de minister inschatten hoe groot die risico's bij deze aantallen en criteria zijn?

De heer Dittrich (D66) kan er wel mee akkoord gaan dat onder de genoemde voorwaarden wordt heengezonden. Als extra voorwaarde zou hij er nog reclasseringstoezicht aan willen toevoegen. Als betrokkenen zich regelmatig moeten melden zal het risico dat de heer Nicolaï vreest wellicht kleiner zijn. Als het er, zoals de heer Teeven vreest, maar weinig zullen zijn, heeft de minister een probleem, want die heeft in ieder geval de eerste zes tot acht weken deze mogelijkheid nodig. De uitspraak van de Kamer dat niet mag worden heengezonden blijft gelden, zij het dat de minister er tijdelijk iets en onder stringente voorwaarden van mag afwijken. Als dat niet helpt, zal de minister met andere voorstellen moeten komen.

De minister herhaalt dat het niet alleen een Nederlands of een Antilliaans of Arubaans probleem is. Bijvoorbeeld Engeland ondervindt op dit punt ook grote hinder, onder andere vanuit Jamaica, en volgt nauwgezet hoe het in Nederland gaat.

Hij erkent dat de enkelvoudige kamer op de Antillen heel veel meer mag dan in Nederland, maar dat zijn wel heel ervaren rechters. Omdat hij hecht aan een grote zorgvuldigheid als het om vrijheidsbeneming van mensen gaat en rekening wil blijven houden met het opleidingsaspect, wil hij in Nederland in ieder geval niet zo ver gaan.

Zowel op de Antillen als in Nederland vindt er op elke KLM-vlucht een pre-flightcontrole plaats. Er wordt aan gewerkt om dat ook bij de DCA-vluchten te doen. Is dat niet gebeurd, dan worden degenen die zich verdacht gedragen eruit gepakt en gecontroleerd.

Hij heeft er moeite mee om alle passagiers die vanuit de Antillen en Aruba naar Nederland willen komen via de scan te laten gaan, want het blijven röntgenstralen en dan komt ook de volksgezondheid in het geding. Per 1 april jl. is er op dit punt nieuwe wetgeving in werking getreden, waarin wordt bepaald dat dit alleen is toegestaan indien er sprake van een verdenking.

Ook is hij ertegen om een extra bed in cellen te plaatsen. In de eerste plaats is het gevangenissysteem daar niet op gebouwd, maar in de tweede plaats wekt dat grote ergernis op bij degenen die bij het gevangeniswezen betrokken zijn. Het huidige regime is al behoorlijk sober en dat wil hij niet nog soberder maken. Hij zou het zo mogelijk zelfs graag willen verbeteren. Ten slotte wil hij het reguliere systeem er niet mee belasten, te meer niet omdat het nu gaat om noodwetgeving. Binnen die grenzen wordt de capaciteit maximaal benut.

De gedachte van de heer Stuger leeft met name onder wetenschappers, maar de minister herhaalt dat de Kamer heeft uitgesproken dat deze delicten moeten worden vervolgd. Bovendien moet ook Nederland voldoen aan internationale verdragen, hetgeen onder meer inhoudt dat betrokkenen niet zomaar ongestraft weer kunnen gaan. Zodra ze gepakt worden zullen ze als het maar enigszins kan in voorlopige hechtenis worden genomen. Als ze noodgedwongen op vrije voeten worden gesteld, wordt in ieder geval hun paspoort ingenomen. Reclasseringstoezicht kan een van de voorwaarden zijn voor schorsing. Het OM zou ook geen verlenging van voorlopige hechtenis kunnen vragen onder de voorwaarde van reclasseringstoezicht. Deze suggestie van de heer Dittrich spreekt hem dus wel aan, maar zal zeker niet voor alle gevallen de oplossing zijn. Bovendien zal zo'n algemene regeling het nu al zo belaste reclasseringsapparaat nog meer belasten.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

Dittrich

De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Justitie,

Beuker


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), fng. voorzitter, Kamp (VVD), Vos (GroenLinks), Rouvoet (Christen-Unie), B. M. de Vries (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), De Wit (SP), Nicolaï (VVD), Arib (PvdA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Çörüz (CDA), Janssen van Raay (LPF), Teeven (LN), Wolfsen (PvdA), J. M. de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Schonewille (LPF), Stuger (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA) en Varela (LPF).

Plv. leden: Ross-van Dorp (CDA), De Graaf (D66), Azough (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Lazrak (SP), De Pater-van der Meer (CDA), Karimi (GroenLinks), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Wiersma (LPF), Jense (LN), Van As (LPF), Zeroual (LPF), Joldersma (CDA) en Eerdmans (LPF).

Naar boven