28 192
Drugssmokkel Schiphol

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2002

Hierbij bied ik u aan de tweede voortgangsrapportage over de implementatie van het Plan van aanpak drugssmokkel Schiphol (TK, 2001–2002, 28 192, nr. 1). Ik heb de inhoud er van enigszins beperkt gehouden, gelet op het feit dat ik nog onlangs met uw Kamer overleg heb gevoerd over dit onderwerp, naar aanleiding van het eerste voortgangsbericht (TK, 2001–2002, 28 192, nr. 8), alsmede naar aanleiding van mijn brief d.d. 26 maart 2002 inzake de toepassing van bijzondere opsporingsmethoden.

1. Actuele situatie

In de eerste drie maanden van dit jaar zijn ruim 600 drugskoeriers op Schiphol aangehouden. Door de beschikbaarheid van de noodcapaciteit kon elke aangehouden verdachte worden ingesloten. Doch, ondanks de forse stijging van het aantal aanhoudingen ten opzichte van vorig jaar, toen er in totaal 1200 drugskoeriers zijn aangehouden, blijft de stroom drugskoeriers die via Schiphol drugs proberen te smokkelen groot. In de lijn van het Plan van aanpak wordt het aantal te treffen maatregelen dan ook uitgebreid, en de intensiteit daarvan waar mogelijk en nodig vergroot. Een belangrijke randvoorwaarde daarbij is het tempo waarin de aangekondigde uitbreiding van capaciteit bij het Schipholteam, de douane, het openbaar ministerie en de zittende magistratuur kan plaatsvinden. Te dien aanzien kan ik u het volgende melden.

De uitbreiding van het Schipholteam is conform plan per 2 april 2002 gerealiseerd. Het gaat om in totaal 30 plaatsen. De desbetreffende medewerkers zullen na een opleidingsperiode van twee weken successievelijk worden ingezet. Dit maakt het nu ook mogelijk over te gaan tot de aangekondigde uitbreiding van de douane met 21 formatieplaatsen.

De stand van zaken met betrekking tot de uitbreiding van het openbaar ministerie is als volgt. Met ingang van 1 juli 2002 wordt het parket te Haarlem met 3 officieren van justitie uitgebreid en op 1 augustus 2002 volgt een vierde officier van justitie. Daarnaast is de werving voor enkelvoudige officieren van justitie in volle gang. Inmiddels is een aantal personeelsleden ter ondersteuning van de officieren van justitie met hun werkzaamheden begonnen. Naar verwachting zal de uitbreiding van het parket te Haarlem derhalve op 1 juli 2002 nagenoeg gerealiseerd zijn.

De werving van rechters en ondersteunend personeel bij de rechtbank Haarlem is inmiddels in volle gang. Het aantrekken en opleiden van met name rechters neemt zoveel tijd in beslag, dat thans geïnventariseerd wordt of de overige rechtbanken de rechtbank Haarlem kunnen ondersteunen. Dit kan door rechters of ondersteunend personeel op detacheringbasis ter beschikking te stellen of door zaken van de rechtbank Haarlem over te nemen. In de volgende voortgangsrapportage zal ik u de uitkomsten van de inventarisatie en de stand van zaken van de werving melden.

Ter overbrugging wordt thans een beroep gedaan op rechter plaatsvervangers en bijvoorbeeld voormalige politierechters van de rechtbank Haarlem en rechters van omringende rechtbanken om bij de rechtbank Haarlem zittingen te doen. Om deze «extra» capaciteit in te kunnen zetten, wordt vanaf 15 maart 2002 gebruik gemaakt van een alternatieve zittingszaal (de gymzaal) waar wekelijks 20 extra strafzaken tegen drugskoeriers worden afgedaan.

Ten aanzien van het Hof Amsterdam kan gemeld worden dat ook daar de werving in volle gang is. Een eerste indruk is dat deze werving succesvol verloopt. In de volgende voortgangsrapportage kan ik een beeld geven van de uitkomsten van de wervingsactie.

Maatregelen in het arrondissement Haarlem

Met ingang van 15 maart 2002 worden in het arrondissement Haarlem extra zittingen gehouden om de strafzaken tegen drugskoeriers te kunnen afhandelen. Als aanvullende maatregel op deze extra zittingen, is de maximale rek die de gewone zittingen bieden benut door middel van het opvullen daarvan met extra strafzaken tegen drugskoeriers. Gelet op de grote werkdruk op het arrondissementsparket te Haarlem wordt inmiddels vanuit andere arrondissementen ondersteuning verleend om al deze zittingen te kunnen realiseren.

2. Celcapaciteit

Door mij zijn drie locaties aangewezen als bijzondere noodvoorziening, zoals geregeld in de noodwetgeving. Het gaat om de medische voorziening in Bloemendaal voor de eerste opvang van aangehouden bolletjesslikkers (plm. 60 plaatsen), het Grenshospitium in Amsterdam (plm. 175 plaatsen) en het voormalige Huis van Bewaring in Roermond (plm. 175 plaatsen). Voorbereidingen zijn in volle gang voor de bouw van een politiecellencomplex op Schiphol (in combinatie met de bouw van tijdelijke zittingscapaciteit), en de inrichting van het Kamp van Zeist, dat zal worden aangewezen als bijzondere noodvoorziening voor detentie van aangehouden drugskoeriers. Het tempo waarin de desbetreffende lokale overheden de ruimtelijke ordeningsprocedures kunnen afwikkelen, is bepalend voor het moment waarop met de bouw en ingebruikneming van deze faciliteiten kan worden begonnen. Het is niet uitgesloten dat het tempo waarin er in zal worden geslaagd de nieuwe capaciteit te creëren zich niet verdraagt met de voortdurende aanwas van drugskoeriers die worden aangehouden. Omdat ook de capaciteit van het reguliere gevangeniswezen op dit moment geen ruimte biedt, heb ik mij beraden op de situatie die ontstaat wanneer er sprake is van onvoldoende celcapaciteit. Het uitgangspunt dat de controles op Schiphol onverminderd moeten worden gecontinueerd en dat van heenzendingen door het openbaar ministerie geen sprake kan zijn, wordt daarbij niet verlaten. Wel heb ik ingestemd met het voorstel van het College van procureurs-generaal in bepaalde gevallen en onder strikt geformuleerde voorwaarden bij de rechter schorsing van de voorlopige hechtenis van drugskoeriers te vorderen. Ik ben van oordeel dat het schorsen van de voorlopige hechtenis door de rechter de voorkeur verdient boven heenzending door het openbaar ministerie. Het eindoordeel of de verdachte in voorlopige hechtenis dient te blijven of dat de voorlopige hechtenis, al dan niet onder voorwaarden, kan worden geschorst, wordt hierdoor immers voorbehouden aan de onafhankelijke rechter.

3. Intensivering van controle en opsporing

Het uitblijven van voldoende afschrikwekkende werking van de tot nu toe getroffen maatregelen hebben geleid tot het met grote voortvarendheid in uitvoering nemen van meer maatregelen. Het gaat daarbij om intensivering van controlemaatregelen op Schiphol, in het bijzonder door het uitvoeren van de zogenaamde 100%-controles en het uitvoeren van pre-flight-controles op uitgaande vluchten naar de Nederlandse Antillen. Voorts gaat het om maatregelen die zijn gericht op het aanpakken van de criminele organisaties die zijn betrokken bij de smokkel van drugs.

Pre flight controles

Op 15 april jl. is bij wijze van proef begonnen met het uitvoeren van pre flight controles op vluchten vanaf de luchthaven Schiphol naar Curaçao. Over de uitvoering van deze pre flight controles zijn afspraken gemaakt tussen het openbaar ministerie te Haarlem, mijn ministerie en de KLM. Deze afspraken hebben er in geresulteerd dat afgelopen week een viertal vluchten van de KLM naar Curaçao aan een pre flight controle zijn onderworpen. De Koninklijke marechaussee heeft daarbij, op basis van door de KLM van te voren ter beschikking gestelde passagierslijsten van de betreffende vluchten, in combinatie met de door het openbaar ministerie te Haarlem vastgestelde objectieve criteria en de bevraging van passagiers, de KLM in 102 gevallen een – niet bindend – negatief reisadvies heeft gegeven. Daarnaast is een aanzienlijk hoger aantal passagiers dan normaal niet komen opdagen.

De adviezen van de Konklijke marechaussee zijn overigens niet bindend, omdat het immers aan de KLM is om de betrokken passagiers op basis van de door de KLM gehanteerde vervoerswaarden al dan niet het vervoer te weigeren. De KLM draagt dan ook de civielrechtelijke aansprakelijkheid die eventueel uit een weigering voortvloeit. Deze week vindt direct een evaluatie van de pre flight controles plaats.

De minister van Justitie van de Nederlandse Antillen heeft eveneens met de KLM afspraken gemaakt over het uitvoeren van pre flight controles op vluchten vertrekkend vanaf Curaçao naar Nederland. Ook met deze controles is op 15 april gestart. Van de Antilliaanse autoriteiten heb ik vernomen dat de pre flight controles aldaar hebben geleid tot 157 negatieve reisadviezen aan de KLM. Daarnaast is ook op de vluchten van de KLM van Curaçao naar Nederland een aanzienlijk hoger aantal passagiers dan normaal niet komen opdagen.

100% controles op inkomende risicovluchten

Op incidentele basis vinden al 100% controles op inkomende risico-vluchten plaats. Het aantal controles zal successievelijk worden uitgebreid, uiteraard met inachtneming van de daarvoor noodzakelijke capaciteit in de justitieketen. Voor de uitvoering van deze controles heeft de douane, in samenspraak met de Koninklijke marechaussee, inmiddels een handleiding opgesteld. Ik wijs er ten slotte op dat voor het uitvoeren van de 100% controles gelijke tred moet worden gehouden met de beschikbare celcapaciteit.

Aanpak criminele organisaties

Ter zake verwijs ik u naar mijn brief over dit onderwerp d.d. 26 maart 2002, en het naar aanleiding daarvan gevoerde overleg met de vaste commissie voor Justitie d.d. 28 maart 2002. Inmiddels heeft de Koninklijke marechaussee een eerste analyse gemaakt op basis van de verhoren van aangehouden drugskoeriers, waarbij gebruik wordt gemaakt van de speciaal hiervoor ontwikkelde vragenlijst. Deze analyse maakt onderdeel uit van het opsporingsplan en de criminaliteitsbeeldanalyse, die thans onder het gezag van de hoofdofficier van justitie te Haarlem worden opgesteld.

4. Samenwerking binnen het Koninkrijk

In de afgelopen weken is zowel op ministerieel als op ambtelijk niveau sprake geweest van intensief overleg over samenwerking binnen het Koninkrijk. Dit overleg kon deels worden afgerond, doordat afspraken konden worden gemaakt over een pakket aan maatregelen en voorzieningen, te treffen in en door de Nederlandse Antillen en Aruba. Onderdeel hiervan is de levering en installering van een aantal kofferscans op alle internationale luchthavens, alsmede andere benodigde apparatuur, zoals laboratoriumapparatuur en computers. De eerste drie scans zijn inmiddels geleverd aan de Nederlandse Antillen. De overige vijf volgen zeer binnenkort.

Voor een ander deel wordt het overleg nog voortgezet. Onderwerpen die daarbij centraal staan zijn de samenwerking tussen de landen met betrekking tot de uitvoering van pre-flight-controles op de luchthavens, op het gebied van justitiële informatie-uitwisseling en met betrekking tot het in uitvoering nemen van gezamenlijke politieonderzoeken. Ook de overdracht van executie van strafoplegging behoeft nadere uitwerking.

De capaciteit van politie, douane, justitie en gevangeniswezen op de Nederlandse Antillen en Aruba is schaars. Ondersteuning in de vorm van financiële bijdragen of anderszins vanuit Nederland kan de problematiek op het gebied van de rechtshandhaving, waarvoor de betrokken autoriteiten zich gesteld zien, verlichten. In het afgesproken pakket aan maatregelen en voorzieningen is dan ook voorzien in het zo nodig leveren van technische bijstand aan de douane van de Nederlandse Antillen en zal een uitwisselingsprogramma tussen douaniers van de Nederlandse Antillen en Aruba en Nederland worden opgestart. Ook zal het openbaar ministerie van de Nederlandse Antillen tijdelijke worden versterkt met een aantal parketsecretarissen. Daarnaast zal toch ook een flinke eigen bijdrage, in financiële en capacitaire zin, van de Antillen en Aruba nodig zijn om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het probleem van de drugssmokkel naar Nederland. De omvang van deze bijdrage is uiteindelijk ter bepaling van de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba. Ik zal mij, samen met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij voortduring blijven inspannen om het overleg met beide landen over dit dossier met grote intensiteit te voeren, waarbij ik er naar streef de gezamenlijkheid van belangen, die dit dossier onmiskenbaar heeft, zoveel mogelijk te benadrukken en ter zake naar adequate oplossingen te streven.

Gemengde werkgroep Luchthavens

Op 8 en 9 april 2002 heeft op Aruba een bijeenkomst van de gemengde werkgroep Luchthavens plaatsgevonden. Deze bijeenkomst is voornamelijk aangewend om de gemaakte afspraken over het pakket aan maatregelen en voorzieningen, zoals dat hierboven is aangegeven, uit te werken Daarnaast is afgesproken dat de gemeenschappelijke analyse op basis van de verhoren van aangehouden drugskoeriers in mei 2002 gereed is.

Overdracht strafvervolging en -executie

In de eerste voortgangsrapportage van het Plan van aanpak heb ik bericht dat onherroepelijk veroordeelden van Nederlandse nationaliteit op vrijwillige basis hun strafrestant kunnen uitzitten in het land waar zij minstens vijf jaar ingezetenen zijn. In het hierboven al aangegeven voort te zetten overleg met de Nederlandse Antillen en Aruba wordt bezien of er, ter ontlasting van het gevangeniswezen van de Nederlandse Antillen en Aruba, nog meer onherroepelijk veroordeelden voor overdracht van strafexecutie naar Nederland in aanmerking komen dan thans het geval is. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met de eveneens in Nederland schaarse detentiecapaciteit.

Aan de uitvoering van overdracht van strafvervolging kleeft een aantal bezwaren van meer praktische aard, die de overdracht thans niet opportuun maakt. Allereerst levert overdracht van strafvervolging, ten gevolge van het divergerende strafvorderlijke beleid ten aanzien van aangehouden drugskoeriers van met name de Nederlandse Antillen en Nederland, een ongelijke behandeling op van bepaalde groepen drugskoeriers. Zo kunnen bijvoorbeeld op de Nederlandse Antillen aangehouden drugskoeriers, die daar met dagvaarding zijn heengezonden, niet alsnog in Nederland in voorlopige hechtenis worden geplaatst met het oog op hun strafvervolging hier ten lande, terwijl alle in Nederland aangehouden drugskoeriers wel in voorlopige hechtenis zitten in afwachting van de behandeling van hun strafzaak door de rechter. Daarnaast valt niet uit te sluiten dat de verdediging getuigen van de Nederlandse Antillen en Aruba in Nederland ter zitting of ter plaatse zou willen horen, hetgeen hoge kosten en vertraging in de afhandeling van de strafzaak zal opleveren. Tot slot moet worden onderkend dat de processen-verbaal die door Antilliaanse en Arubaanse ambtenaren zijn opgesteld, voor wie het Nederlands een tweede taal is en die bij de lezer (lokale) kennis veronderstellen, door de Nederlandse rechter onvoldoende feitelijk kunnen worden bevonden, waardoor vrijspraken zullen volgen.

Desalniettemin zal ik, op het moment dat de omstandigheden over en weer veranderen, onder andere vanwege de afgesproken tijdelijke personele bijstand die aan de Antillen zal worden geleverd, waardoor de bezwaren die er nu zijn, grotendeels kunnen komen te vervallen, in overleg met de Antillen en Aruba bezien in hoeverre er tot overdracht van strafvervolging kan worden overgegaan.

5. Overige punten

a. Toepassing paspoortintrekking

Door het openbaar ministerie is in overleg met de Basisadministratie persoonsgegevens en reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een handleiding opgesteld inzake het inhouden van een reisdocument door het openbaar ministerie en de vervallenverklaring daarvan door de tot vervallenverklaring bevoegde autoriteiten. Op grond van artikel 18 van de Paspoortwet kan op verzoek van het openbaar ministerie tot vervallenverklaring van een reisdocument worden overgegaan «indien het gegronde vermoeden bestaat dat een persoon,

a. die wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit waarvoor een bevel tot voorlopige hechtenis is toegelaten, of

b. die onherroepelijk veroordeeld is tot een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel van zes maanden of meer, of een geldboete van de derde categorie of hoger, dan wel een daarmee overeenkomende geldboete in de Nederlandse Antillen of Aruba, of

c. die de bijzondere voorwaarden aan een voorwaardelijke veroordeling, een voorwaardelijke terbeschikkingstelling of een voorwaardelijke gratieverlening niet naleeft,

zich door verblijf buiten de grenzen van een der landen van het Koninkrijk aan vervolging dan wel tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken.» De Paspoortwet voorziet voorts niet in de mogelijkheid om buitenlandse reisdocumenten in te houden danwel vervallen te verklaren. Zodra de Basisadministratie persoonsgegevens en reisdocumenten, naar verwachting nog deze maand, de tot vervallenverklaring bevoegde autoriteiten middels een circulaire heeft voorgelicht over de te treffen paspoortmaatregelen tegen drugskoeriers, zal het openbaar ministerie in voorkomende gevallen daaraan actief toepassing geven.

Naast de mogelijkheden die de Paspoortwet biedt, kan een reisdocument, mits deze kan worden beschouwd als middel om het drugstransport mogelijk te maken, bijvoorbeeld in het geval van recent afgegeven paspoorten van aangehouden drugskoeriers of recidive, verbeurd worden verklaard en dientengevolge op basis van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering inbeslag worden genomen. Anders dan bij de maatregel die mogelijk is op basis van de Paspoortwet, kunnen bij de strafvorderlijke inbeslagneming ook buitenlandse paspoorten inbeslag worden genomen. In de praktijk wordt bezien in hoeverre deze maatregel effectief kan worden toegepast.

b. Internationale activiteiten

In februari 2002 heeft Nederland in de daarvoor bestemde overleggremia binnen de Europese Unie reeds het initiatief genomen om binnen de Europese Unie te komen tot een gemeenschappelijke aanpak van drugssmokkel via de luchthavens. De eerste verdere inhoudelijke besprekingen in diverse werkgroepen van de Europese Unie zijn inmiddels gevoerd. Daarbij is mij gebleken dat een aantal andere lidstaten het belang van onderkenning van de problematiek onderstreept, waarbij is aangegeven dat ook zij op soortgelijke problemen zijn gestuit zoals die zich thans in Nederland voordoen. De Parliamentary under Secretary of State van het Britse Home Office heeft mij dat ook schriftelijk laten weten. Ook de verantwoordelijke commissaris van de Europese Commissie heeft nadrukkelijke steun betuigd aan de Nederlandse aanpak. In de werkgroep Air Port Control van de Raad van Europa heeft Nederland voorts, samen met het Verenigd Koninkrijk, een presentatie over onderhavige materie verzorgd. Ook hier werd de problematiek her- en erkend. Om uiteindelijk binnen de Europese Unie te kunnen komen tot een verbeterde samenwerking op het terrein van de drugssmokkel via de luchthavens door het niveau van drugsbeveiliging beter op elkaar af te stemmen, verplaatsingseffecten tussen luchthavens binnen de Europese Unie tegen te gaan en multilaterale samenwerking met bron- en transitolanden tot stand te brengen, zal Nederland het initiatief nemen tot het organiseren van een expert meeting. Hierbij zal de insteek allereerst zijn om binnen de Europese Unie een gemeenschappelijke erkenning en draagvlak voor de geconstateerde problematiek te creëren. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om in EU-verband te komen tot het treffen van adequate maatregelen en tot multilaterale samenwerking met de belangrijkste bron- en transitolanden.

c. Evaluatie

In de bijzondere noodvoorzieningen wordt thans ervaring opgedaan met behandelregimes en werkwijzen, die afwijkend zijn van het reguliere gevangeniswezen. Het gaat dan om zaken als het plaatsen van meer gevangenen in een ruimte, en de inschakeling van particuliere gevangenbewaarders. Ik heb het WODC verzocht ter zake een evaluatiestudie uit te voeren, die mettertijd kan worden betrokken bij de algemene evaluatie van de uitvoering van het Plan van aanpak.

d. Scanapparatuur voor personen

Zoals u reeds is medegedeeld vindt voortdurend en systematisch onderzoek plaats naar de beschikbaarheid c.q. ontwikkeling van scanapparatuur voor personen die binnen het juridisch kader op vliegvelden kan worden ingezet. Het Nederlands Forensisch Instituut is door mij belast met de uitvoering en coördinatie hiervan. Resultaten van dit onderzoek hoop ik u in een volgend voortgangsbericht te kunnen melden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven