28 186
Wijziging van de Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een overgangsregeling kosten administratie, beheer en bestuur bij verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in een gemeente

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Het bij koninklijke boodschap van 18 september 2000 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een overgangsregeling kosten administratie, beheer en bestuur bij verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in een gemeente (Kamerstukken II 1999/2000, nr. 27 291) voorziet niet in een regeling op grond waarvan het verschil tussen de reguliere vergoeding voor administratie, beheer en bestuur vermeerderd met de op grond van de overgangsregeling door de gemeente aan de verzelfstandigde scholen verstrekte vergoeding, moet worden teruggestort in de gemeentekas indien deze middelen niet in het desbetreffende jaar waarvoor de regeling voor de desbetreffende gemeente van toepassing is, zijn aangewend voor dit doel. Daardoor wordt de werking van de overgangsregeling zodanig verlengd, dat het karakter van de overgangsregeling ter discussie komt te staan. De besturenorganisaties die het bijzonder onderwijs vertegenwoordigen hebben er blijk van gegeven grote bezwaren te hebben tegen het ontbreken van de terugbetalingsregeling in genoemd wetsvoorstel.

Het doel van het wetsvoorstel is om het gemeenten beter mogelijk te maken het openbaar onderwijs te verzelfstandigen in een vorm die het meest passend wordt geacht, zonder de materiële financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs aan te tasten. Overwegende dat dit doel ook kan worden bereikt met de desbetreffende terugbetalingsverplichting en dat bij het ontbreken van deze verplichting het maatschappelijk draagvlak voor het wetsvoorstel ernstig wordt versmald, wordt een terugbetalingsverplichting voor niet bestede middelen voor administratie, beheer en bestuur die in het kader van de reguliere bekostiging en van bedoelde overgangsregeling worden verstrekt, toegevoegd.

Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State is het college van oordeel, dat openbaarmaking van dit advies achterwege dient te blijven.

De wijziging in artikel I, onderdeel E en artikel II houdt verband met de Tijdelijke referendumwet.

Er is geen sprake van financiële gevolgen voor het Rijk.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Naar boven