28 180 Vaststelling van regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland (Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen)

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juli 2017

Het kabinet heeft besloten tot het intrekken van het voorstel van wet, houdende vaststelling van regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland (Wet publiekrechtelijke registratie zeeschepen) (Kamerstuk 28 180, nrs. 1–5).

Sinds 2011 is de Rijkswet nationaliteit zeeschepen aanhangig bij de Tweede Kamer en bij de Staten van de onderscheidenlijke Caribische landen (Kamerstuk 33 134 (R1972)). Mede gelet op het feit dat de nationaliteit van het Koninkrijk als volkenrechtelijk subject naar haar aard onsplitsbaar is en op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State op het wetsvoorstel publiekrechtelijke registratie zeeschepen, is het wenselijk dat de regeling van de nationaliteit van zeeschepen een grondslag heeft in een rijkswet. Tevens is regeling van de nationaliteit van zeeschepen op het niveau van een rijkswet nodig teneinde gevolg te geven aan de wens tot een nieuw, gemoderniseerd stelsel inzake nationaliteitsverlening. Gelet hierop acht ik een verdere behandeling van het voorstel van wet, houdende vaststelling van regels omtrent de publiekrechtelijke registratie van zeeschepen in Nederland niet langer nodig.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, het voorstel van wet hierbij in.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven