28 172
Evaluatie Wet op de medische keuringen

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2005

Aanleiding

In januari 1998 is de Wet medische keuringen in werking getreden. Deze wet beoogt de rechtspositie van aspirant verzekeringnemers en sollicitanten te versterken. Dit doet de wet door regels te stellen aan het gebruik en de uitvoering van medische keuringen bij sollicitatie of het aangaan van levens-, pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De wet vraagt representatieve organisaties van verzekeraars, patiënten en artsen tot afspraken te komen rond de uitvoering van de wet. Als partijen niet tot overeenstemming komen vraagt de wet van de overheid deze verantwoordelijkheid op zich te nemen.

Op het gebied van verzekeringen hebben de veldpartijen een aantal belangrijke afspraken gemaakt. Dat waardeer ik zeer. Deze afspraken betreffen onder meer het doel van de keuring en de voorwaarden waaronder een keuring kan plaatsvinden, de gezondheidsverklaring, het handhaven van het Moratorium Erfelijkheidsonderzoek en de HIV-gedragscode. Over de bemiddeling bij klachten zijn ook afspraken gemaakt. Over de beoordeling van klachten is nog geen overeenstemming bereikt.

Een volledige klachtenregeling lijkt niet door zelfregulering alleen tot stand te komen. Ik heb partijen ruim de tijd gegeven om onderling afspraken te maken, Dit omdat ik grote waarde hecht aan het maken van afspraken door partijen zelf. Ik ga er van uit dat afspraken die door partijen in gezamenlijkheid zijn gemaakt beter aan zullen sluiten bij de wensen en mogelijkheden van de partijen, dan een regeling die door de overheid wordt vastgesteld.

Begin 2004 heb ik alle partijen geconsulteerd en begrepen dat partijen nog met elkaar tot overeenstemming dachten te kunnen komen. Eind 2004 bleek men echter nog niet tot definitieve afspraken te zijn gekomen. Dit was voor mij reden om te onderzoeken welke mogelijkheden mij openstaan om de klachtenbehandeling te regelen. Ik heb daarbij diverse opties tegen elkaar afgewogen.

Met deze brief informeer ik u over de resultaten hiervan.

De Wet financiële dienstverlening

Ik ben voornemens voor de regulering van de klachtenbehandeling van het verzekeringsdeel van de WMK aan te sluiten bij de ontwikkelingen rond de Wet financiële dienstverlening en geen aanvullende regelgeving op te stellen.

Het ministerie van Financiën is het eerstverantwoordelijke ministerie voor het wetsvoorstel Wfd. U heeft 5 oktober 2004 het wetsvoorstel aangenomen. Wanneer de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel zal de Wfd naar verwachting najaar 2005 in werking treden. Deze wet stelt regels aan de financiële dienstverlener, bijvoorbeeld ten aanzien van deskundigheid en betrouwbaarheid, en aan de informatieverstrekking en een zorgvuldige advisering van de consument. De wet zal mede betrekking hebben op financiële dienstverlening ten aanzien van verzekeringen. Het wetsvoorstel Wfd verplicht de financiële dienstverlener tot het hebben van een interne klachtenprocedure voor een spoedige en zorgvuldige afhandeling van klachten. Bovendien dient de financiële dienstverlener aangesloten te zijn bij een erkende geschilleninstantie. Over de erkenning van de geschillencommissie worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld. Het toezicht op de uitvoering van de wet zal worden uitgevoerd door de Autoriteit Financiële Markten. De AFM heeft onder meer de bevoegdheid een dwangsom of een bestuurlijke boete op te leggen. Ik acht dit een bij uitstek geschikt kader voor de inbedding van de klachtenbehandeling rond medische keuringen bij verzekeringen.

In mijn keuze hiervoor heb ik de adviezen van de zelfregulerende partijen meegewogen. Daarnaast wens ik mij terughoudend op te stellen in het uitvaardigen van nieuwe regelgeving die bestaande regelgeving in een breed kader zou doorkruisen. Ten slotte acht ik het van belang dat burgers bij één loket terecht kunnen met hun klachten over verzekeringen. Aangezien deze klachten vaak een breder terrein beslaan dan alleen de medische keuring, heeft aansluiting bij het bredere perspectief van de Wfd mijn voorkeur.

De tussenliggende periode

Op dit moment hebben de veldorganisaties met elkaar afgesproken dat indien een klacht door de desbetreffende verzekeraar niet naar tevredenheid wordt afgehandeld, de klant zich voor bemiddeling kan wenden tot de Ombudsman van het onafhankelijke Klachteninstituut Verzekeringen. Dit klachteninstituut zal naar waarschijnlijkheid ook onder de Wfd de klachtenbehandeling verzekeringen op zich nemen. Ik ga er dan ook van uit dat de huidige situatie in de periode voor de beoogde inwerkingtreding van de wet voortduurt.

Klachten kunnen het beste voorkómen worden door een goede uitvoering van de regels. Om klachten zoveel mogelijk vóór te zijn laat ik aspirant-verzekerden voorlichten over hun rechten en plichten en die van verzekeraars in het licht van de WMK. De klachtenbehandeling zal vanzelfsprekend ook onderdeel zijn van de evaluaties die ik periodiek uitvoer rond de WMK.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Naar boven