nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS
Ontvangen 10 februari 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 653 als volgt gewijzigd:
I
In het eerste lid vervalt «en de werkgever zich daarbij heeft verbonden
een billijke vergoeding te betalen voor iedere maand dat de beperking duurt».
II
Het tweede lid vervalt.
III
Het derde lid vervalt.
IV
In het vierde lid vervalt onderdeel c. De puntkomma aan het slot van onderdeel
b wordt vervangen door een punt.
V
Na het vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
6. Indien een beding als bedoeld in lid 1 de werknemer in belangrijke
mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn,
kan de rechter steeds bepalen dat de werkgever voor de duur van de beperking
aan de werknemer een vergoeding moet betalen. De rechter stelt de hoogte van
deze vergoeding met het oog op de omstandigheden van het geval naar billijkheid
vast; hij kan toestaan dat de vergoeding op de door hem te bepalen wijze in
termijnen wordt betaald. De vergoeding is niet verschuldigd, indien de werknemer
wegens de wijze waarop de overeenkomst is geëindigd, schadeplichtig is
op grond van artikel 677, leden 1 en 3.
VI
Het (bestaande) zesde lid vervalt.
VII
Het zevende lid vervalt.
Toelichting
Dit amendement schrapt de bepalingen over de vergoeding uit het wetsvoorstel
en handhaaft het huidige regime zoals neergelegd in artikel 653, vierde lid.
De overige wijzigingen in het concurrentiebeding worden in stand gelaten.
Weekers