28 167
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

17 december 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om nieuwe regels te stellen met betrekking tot het concurrentiebeding, teneinde een beter evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van werkgever en werknemer en de rechtszekerheid te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 653 wordt vervangen door:

Artikel 653

1. Een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig indien de werkgever dit beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer en de werkgever zich daarbij heeft verbonden een billijke vergoeding te betalen voor iedere maand dat de beperking duurt.

2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, wordt betaald in termijnen aan het eind van iedere maand. Van dit lid kan bij schriftelijke overeenkomst worden afgeweken.

3. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is niet verschuldigd indien de werknemer wegens de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd schadeplichtig is op grond van artikel 677, leden 1 en 3.

4. In een beding als bedoeld in lid 1 worden vermeld:

a. de werkzaamheden en het geografisch gebied waarvoor de beperking geldt;

b. de duur van de beperking, die ten hoogste een jaar kan bedragen;

c. de hoogte van de door de werkgever verschuldigde vergoeding, bedoeld in lid 1. 5. Een beding als bedoeld in lid 1 komt te vervallen, indien:

a. de arbeidsovereenkomst in de proeftijd wordt beëindigd;

b. de werkgever wegens de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd schadeplichtig is op grond van artikel 677, leden 1 en 3;

c. de werkgever in staat van faillissement is verklaard.

6. De rechter kan een beding als bedoeld in lid 1 geheel of gedeeltelijk vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld.

7. De rechter kan de vergoeding, bedoeld in lid 1, verhogen indien hem dit met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt.

8. Elk beding in strijd met dit artikel is nietig.

B

Artikel 685 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van de leden 5 tot en met 11 tot 7 tot en met 13, worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

5. Bij het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan tevens een verzoek worden gedaan met betrekking tot een beding als bedoeld in artikel 653.

6. De verweerder is bevoegd bij het verweerschrift een zelfstandig verzoek met betrekking tot een beding als bedoeld in artikel 653 te doen.

2. Lid 11, tweede volzin, komt te luiden: Indien de verzoeker dat doet, zal de rechter met betrekking tot het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden alleen een beslissing geven omtrent de proceskosten.

3. In lid 12 wordt «Lid 9» vervangen door: Lid 11.

4. Lid 13 komt te luiden:

13. Tegen een beschikking krachtens dit artikel kan hoger beroep noch beroep in cassatie worden ingesteld. Voor zover de beschikking betrekking heeft op verzoeken als bedoeld in de leden 5 en 6 is de eerste zin niet van toepassing en is artikel 67 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

In de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt voor artikel 220 een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 213

Artikel 653 van Boek 7, zoals dit artikel is gewijzigd bij de wet van ............., houdende wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding, Stb..., is gedurende een termijn van een jaar na de inwerkingtreding van die wet niet van toepassing op een beding dat vóór het tijdstip van het in werking treden van die wet is gemaakt.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven