nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking
tot het concurrentiebeding.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
17 december 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om nieuwe
regels te stellen met betrekking tot het concurrentiebeding, teneinde een
beter evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van werkgever en werknemer
en de rechtszekerheid te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 653 wordt vervangen door:
Artikel 653
1. Een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste
wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst
op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig indien de werkgever dit
beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer en de
werkgever zich daarbij heeft verbonden een billijke vergoeding te betalen
voor iedere maand dat de beperking duurt.
2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, wordt betaald in termijnen aan het
eind van iedere maand. Van dit lid kan bij schriftelijke overeenkomst worden
afgeweken.
3. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is niet verschuldigd indien de werknemer
wegens de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd schadeplichtig
is op grond van artikel 677, leden 1 en 3.
4. In een beding als bedoeld in lid 1 worden vermeld:
a. de werkzaamheden en het geografisch gebied waarvoor de beperking geldt;
b. de duur van de beperking, die ten hoogste een jaar kan bedragen;
c. de hoogte van de door de werkgever verschuldigde vergoeding, bedoeld
in lid 1. 5. Een beding als bedoeld in lid 1 komt te vervallen, indien:
a. de arbeidsovereenkomst in de proeftijd wordt beëindigd;
b. de werkgever wegens de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd
schadeplichtig is op grond van artikel 677, leden 1 en 3;
c. de werkgever in staat van faillissement is verklaard.
6. De rechter kan een beding als bedoeld in lid 1 geheel of gedeeltelijk
vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van
de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld.
7. De rechter kan de vergoeding, bedoeld in lid 1, verhogen indien hem
dit met het oog op de omstandigheden van het geval billijk voorkomt.
8. Elk beding in strijd met dit artikel is nietig.
B
Artikel 685 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van de leden 5 tot en met 11 tot 7 tot en met 13,
worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:
5. Bij het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan tevens
een verzoek worden gedaan met betrekking tot een beding als bedoeld in artikel
653.
6. De verweerder is bevoegd bij het verweerschrift een zelfstandig verzoek
met betrekking tot een beding als bedoeld in artikel 653 te doen.
2. Lid 11, tweede volzin, komt te luiden: Indien de verzoeker dat doet,
zal de rechter met betrekking tot het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden
alleen een beslissing geven omtrent de proceskosten.
3. In lid 12 wordt «Lid 9» vervangen door: Lid 11.
4. Lid 13 komt te luiden:
13. Tegen een beschikking krachtens dit artikel kan hoger beroep noch
beroep in cassatie worden ingesteld. Voor zover de beschikking betrekking
heeft op verzoeken als bedoeld in de leden 5 en 6 is de eerste zin niet van
toepassing en is artikel 67 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
In de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt voor artikel 220 een
artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 213
Artikel 653 van Boek 7, zoals dit artikel is gewijzigd bij de wet van
............., houdende wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van
het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het concurrentiebeding, Stb...,
is gedurende een termijn van een jaar na de inwerkingtreding van die wet niet
van toepassing op een beding dat vóór het tijdstip van het in
werking treden van die wet is gemaakt.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,