28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid

Nr. 267 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2017

Bij brief van 31 oktober 2016 (Kamerstuk 28 165, nr. 258) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het feit dat de huidige Duitse (private) aandeelhouders in URENCO Ltd. niet akkoord zijn met het wetsvoorstel ter borging van de publieke belangen inzake URENCO (wetsvoorstel Uitvoeringswet Verdrag van Almelo) en bijbehorende aanpassing van de vennootschapsrechtelijke structuur van de URECO-groep.

Hierdoor kan het eerder aangekondigde wetsvoorstel niet bij uw Kamer worden ingediend noch is er uitzicht op een dergelijke indiening in ongewijzigde vorm. Gelet op deze omstandigheden acht ik het wenselijk om transparantie te betrachten over de inzet van het kabinet tot het moment waarop de Duitse aandeelhouders hun weigering schriftelijk kenbaar hebben gemaakt.

Het wetsvoorstel zoals dat in 2016 ter instemming is aangeboden aan de Britse en Duitse autoriteiten en de Duitse aandeelhouders, zal openbaar worden gemaakt op rijksoverheid.nl. Daarnaast zal het wetsvoorstel zoals dat in december 2014 is aangeboden aan de Raad van State tezamen met het nader rapport en het advies van de Raad van State, overeenkomstig de toepasselijke procedures bij niet-indiening van een wetsvoorstel, openbaar worden gemaakt via publicatie in de Staatscourant.

Zoals in mijn brief van 31 oktober 2016 is aangegeven, blijft het zo effectief mogelijk borgen van de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid prioriteit. De uitgangspunten in de brief van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en mij (Kamerstuk 28 165, nr. 161), blijven onverkort van toepassing bij de gesprekken die met de Britse en Duitse verdragspartners en de Duitse medeaandeelhouders plaatsvinden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven