28 135
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer de invoering van een regeling voor de bekostiging van het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs en een regionaal zorgbudget

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 februari 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het intitulé wordt na «Wet op het voortgezet onderwijs» ingevoegd: en een aantal andere wetten.

B

In artikel 1, onderdeel C, wordt na «van deze wet» ingevoegd: en.

C

Artikel I, onderdeel D, wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, wordt na «Het opschrift komt te luiden:» ingevoegd: Artikel 10e.

2. In het tweede lid (vierde lid van artikel 10e) wordt «Artikel 10g, derde en vijfde tot en met negende lid» vervangen door: Artikel 10g, derde lid, vijfde lid, eerste volzin, en zesde tot en met negende lid.

3. In het tweede lid (vijfde lid van artikel 10e) wordt «De regionale verwijzingscommissie kan» vervangen door: In afwijking van artikel 10g, vijfde lid, eerste volzin, kan de regionale verwijzingscommissie.

D

Artikel I, onderdeel E, wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid wordt «Aan het vijfde lid (nieuw) wordt toegevoegd» gewijzigd in: In het vijfde lid (nieuw) vervalt «de ouders van de leerling en» en wordt na de eerste volzin toegevoegd.

2. In het vierde lid wordt «De regionale verwijzingscommissie kan» gewijzigd in: In afwijking van de eerste volzin kan de regionale verwijzingscommissie.

3. Na het vierde lid wordt onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid ingevoegd:

5. In het achtste lid (nieuw) wordt «en de aan de regionale verwijzingscommissies te leveren gegevens» vervangen door: , de aan de regionale verwijzingscommissies te leveren gegevens en de wijze waarop de ouders worden geïnformeerd over de aanvragen bij en de beschikkingen en adviezen van de regionale verwijzingscommissies.

E

Artikel I, onderdeel F, wordt gewijzigd als volgt:

1. Na het eerste lid wordt onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid ingevoegd:

2. In het vijfde lid wordt voor de punt aan het eind van de eerste volzin ingevoegd: en zenden dit vóór 1 juni voorafgaand aan het desbetreffende schooljaar aan de inspectie en de minister.

2. Het vierde lid (nieuw) wordt vervangen door een vierde, vijfde en zesde lid, luidend:

4. Na het vijfde lid wordt onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste lid een nieuw lid ingevoegd, luidend:

6. De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband stellen jaarlijks gezamenlijk een evaluatieve voortgangsrapportage vast en zenden deze voor 15 november volgend op het desbetreffende schooljaar aan de inspectie en de minister.

5. In het zevende lid (nieuw) wordt «derde, vierde en vijfde lid» vervangen door: derde tot en met zesde lid.

6. Het achtste lid (nieuw) vervalt.

F

In artikel I, onderdeel W, wordt het eerste lid, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, vervangen door:

1. In het eerste en tweede lid wordt «titel II van dit deel» telkens vervangen door: titel II.

2. In het tweede lid wordt «de bepalingen van dit deel» vervangen door: de bepalingen van deze wet.

G

In artikel II wordt «43, 43a» vervangen door «de artikelen 38a» en wordt «43 en 43a» vervangen door: artikel 38a.

H

In artikel III, onderdeel A, wordt «Artikel 7c» vervangen door: In artikel 7c.

I

In artikel VIII wordt «artikel 111a, zesde lid onder b» vervangen door: artikel 111a, derde en zesde lid.

J

In artikel X worden de onderdelen E tot en met H vervangen door:

E

In artikel 91, eerste lid, wordt na onderdeel c toegevoegd «en», vervalt onderdeel d en wordt onderdeel e verletterd tot onderdeel d.

F

In artikel 93, eerste lid, 94, 95 en 98, eerste lid, onderdeel e, wordt «onderdelen a tot en met e» telkens vervangen door: onderdelen a tot en met d.

G

In artikel 120, tweede lid, onderdeel c, wordt «, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: of een speciale school voor basisonderwijs.

H

In artikel 157, vierde lid, onderdeel b, vervalt: en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.

I

In artikel 161, eerste lid, wordt «artikel 171, vierde lid, onder c» vervangen door: artikel 157, vierde lid, onder c.

J

In artikel 165, derde lid, vervalt: , scholen voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.

K

Artikel XIV wordt vervangen door:

ARTIKEL XIV

In artikel 9.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt «titel IV van deel I» vervangen door «titel IV» en wordt «, artikel 5 van de WEC, of artikel 128 van deel II van de WVO» vervangen door: of artikel 5 van de WEC.

L

Na artikel XIV worden twee artikelen ingevoegd, luidend:

ARTIKEL XIVa

De Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9b, eerste lid, onderdeel c, wordt «de artikelen 103b, tweede lid, en 279a, tweede en derde lid,» vervangen door: artikel 103b, tweede lid,.

B

In artikel 9e, zesde lid, wordt «de artikelen 103e en 279d» vervangen door: artikel 103e.

ARTIKEL XIVb

In artikel 2, vierde lid, van de Leerplichtwet 1969 wordt «artikel XIA, eerste, tweede, derde, onderscheidenlijk vierde lid,» vervangen door: artikel XIA, eerste, tweede, onderscheidenlijk derde lid,.

M

Na artikel XVI wordt een artikel XVIa ingevoegd, luidend:

ARTIKEL XVIa

De wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel III vervallen de onderdelen F tot en met I.

B

Artikel XIA wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

4. (vervallen).

2. In de aanhef van het zevende lid vervalt «vierde,».

C

In artikel XII, vierde lid, onderdeel c, vervalt «deel I of deel II van».

D

Artikel XIV wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de Wet op de expertisecentra, deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door «de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs» en wordt «artikel XIa, eerste, tweede, derde, onderscheidenlijk vierde lid,» vervangen door «artikel XIa, eerste, tweede, onderscheidenlijk derde lid,».

2. In het tweede lid wordt «de Wet op de expertisecentra, deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs en deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs verstrekt» vervangen door «de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs» en wordt «artikel XIa, eerste, tweede, derde, onderscheidenlijk vierde lid,» vervangen door «artikel XIa, eerste, tweede, onderscheidenlijk derde lid,».

E

In artikel XXVII vervalt «en 261».

F

In artikel XXVIII vervallen de onderdelen E en F.

G

In artikel XXX, tweede lid, wordt «scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, scholen als bedoeld in deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs en scholen als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

N

Aan artikel XVII wordt, onder aanduiding van de bestaande tekst als eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidend:

2. In afwijking van artikel 10e, vierde lid, derde volzin, en 10g, derde lid, eerste volzin, kan een aanvraag bij de regionale verwijzingscommissie met betrekking tot het leerwegondersteunend onderwijs of het praktijkonderwijs tot 31 december 2002 tevens worden ingediend indien de leerling instroomt vanuit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs.

O

Artikel XIX wordt vervangen door:

ARTIKEL XIX

Tot het tijdstip waarop artikel I van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) in werking treedt, kan bij ministeriële regeling met betrekking tot de in die regeling aangewezen scholen voor praktijkonderwijs worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 27b en 103b tot en met 103f van de Wet op het voorgezet onderwijs en van artikel 2, eerste lid, tweede en derde volzin, en vierde en vijfde lid, van de Leerplichtwet 1969.

ARTIKEL XIXa

Indien het voorstel van wet houdende de Wet op het onderwijstoezicht (Kamerstukken I 2001/02, 27 783, nr. 186) tot wet is verheven en in werking treedt voordat deze wet tot wet is verheven en voor wat betreft artikel I, onderdeel EE, en artikel XIV in werking treedt, vervalt artikel XIV van deze wet en wordt artikel I, onderdeel EE, van deze wet vervangen door:

EE

Na artikel 112 wordt een nieuwe titel IV ingevoegd, luidend:

TITEL IV. TOEZICHT

Artikel 113. Toezicht op de beoordeling door regionale verwijzingscommissies

Het toezicht op de beoordeling door de regionale verwijzingscommissies, bedoeld in artikel 10e, vierde lid, en artikel 10g, tweede lid, is opgedragen aan de inspectie. De artikelen 3 en 9 van de Wet op het onderwijstoezicht zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL XIXb

Indien deze wet tot wet is verheven en in voor wat betreft artikel I, onderdelen DD, EE en II, en artikel XIV in werking treedt voordat het voorstel van wet houdende de Wet op het onderwijstoezicht (Kamerstukken I 2001/02, 27 783, nr. 186) tot wet is verheven en in werking treedt, wordt laatstgenoemde wet gewijzigd als volgt:

A

In artikel 23, onderdeel d, artikel 104, eerste lid, wordt «dit deel» vervangen door: deze wet.

B

In artikel 23 komt onderdeel f te luiden:

f. Titel IV wordt vervangen door:

TITEL IV. TOEZICHT

Artikel 113. Toezicht op de beoordeling door regionale verwijzingscommissies

Het toezicht op de beoordeling door de regionale verwijzingscommissies, bedoeld in artikel 10e, vierde lid, en artikel 10g, tweede lid, is opgedragen aan de inspectie. De artikelen 3 en 9 van de Wet op het onderwijstoezicht zijn van overeenkomstige toepassing.

C

In artikel 23 vervallen de onderdelen g tot en met k.

D

In artikel 27 vervalt «van deel I» en wordt «, artikel 5 van de WEC of artikel 128 van deel II van de WVO» vervangen door: of artikel 5 van de WEC.

Toelichting

Deze nota van wijziging is vooral technisch van aard. Zie de onderdelen A tot en met C en F tot en met M (vetgedrukt). De meeste technische wijzigingen (vetgedrukte onderdelen G tot en met M) betreffen aanpassingen in andere wetten aan het vervallen van deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO).

Onderdeel D (vetgedrukt) voegt aan het wetsvoorstel een wettelijke basis toe voor regeling bij algemene maatregel van bestuur van de wijze waarop ouders worden geïnformeerd over ingediende aanvragen bij en beschikkingen en behandelingsadviezen van de regionale verwijzingscommissie. Het is de bedoeling dat op basis hiervan in de algemene maatregel van bestuur wordt bepaald dat de ouders via de school een afschrift van de aanvraag en de beschikking of het advies alsmede een mondelinge toelichting daarop krijgen.

De uitreiking door de school van een afschrift van de aanvraag en de beschikking is conform de Regeling Regionale verwijzingscommissies en zorgbudget voortgezet onderwijs 2002–2003, waarmee de Tweede Kamer in november 2001 heeft ingestemd. De verstrekking via de school van een afschrift van een eventueel behandelingsadvies van de RVC is nieuw, evenals de mondelinge toelichtingen die de school bij de aanvraag, de beschikking en het advies verstrekt. Deze wijze van het verschaffen van informatie is naar mijn mening het meest begrijpelijk voor de ouders.

Onderdeel E (vetgedrukt) regelt de verplichting voor de bevoegde gezagsorganen van een samenwerkingsverband om jaarlijks een evaluatieve voortgangsrapportage op te stellen en deze voor 15 november naar de inspectie en de minister te zenden. Voorts is geregeld dat een afschrift van het zorgplan voor 1 juni naar de inspectie en de minister wordt gezonden. Al deze verplichtingen komen overeen met de in de vorige alinea genoemde ministeriële regeling. De inspectie kan op basis van een en ander haar toezichthoudende taak uitoefenen. De minister heeft genoemde stukken nodig voor de monitoring van de samenwerkingsverbanden en te zijner tijd ook voor de voortgangsrapportage van de kwaliteitszorg van die verbanden. Het zorgplan en de evaluatieve voortgangsrapportage vormen het referentiekader waarbinnen het samenwerkingsverband tot een efficiënte inrichting van de zorgstructuur kan komen. Daarnaast vormt het een samenhangend geheel van informatie die door de vmbo-consulenten van de projectorganisatie VMBO en het ministerie worden gebruikt voor het monitoren van de ontwikkelingen op dit gebied. Deze beide instrumenten alsmede de jaarlijkse SCO-Kohnstammrapportage inzake de uitvoering van de indicatiestelling RVC's bieden inzicht over het verloop van de invoering van het gemengde model en de inrichting van de zorgstructuur alsmede instrumenten om mogelijke problemen tijdig te kunnen signaleren en oplossen.

Onderdeel N (vetgedrukt) voegt een lid toe aan het overgangsartikel XVII. Geregeld is dat een aanvraag bij een regionale verwijzingscommissie tot 31 december 2002 tevens kan worden ingediend als de leerling instroomt vanuit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs. Deze overgangsbepaling is ook overgenomen uit eerdergenoemde Regeling regionale verwijzingscommissies en zorgbudget voortgezet onderwijs 2002–2003.

Onderdeel O (vetgedrukt) voegt een nieuw artikel XIX toe. Dit artikel bevat een bepaling op grond waarvan voor praktijkscholen tot de datum waarop de wet persoonsgebonden nummers voor het primair onderwijs in werking treedt bij ministeriële regeling kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 27b en 103b tot en met 103f van de Wet op het voortgezet onderwijs en van artikel 2, eerste lid, tweede en derde volzin, en vierde en vijfde lid, van de Leerplichtwet 1969. Het is de bedoeling dat in de ministeriële regeling wordt bepaald dat de desbetreffende bepalingen tot die datum niet van toepassing zijn op scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging. Na die datum kan voor bedoelde scholen overigens nog steeds worden afgeweken van de artikelen 103b tot en met 103f van de WVO. Voor zover nodig kan dit geschieden op basis van de algemene maatregel van bestuur ex artikel 77, derde lid, van de WVO, of als deze nog niet tot stand is gekomen, op basis van een ministeriële regeling ex artikel XVI van het wetsvoorstel juncto de wet van 25 mei 1998, Stb. 337.

Voorts bevat onderdeel O (vetgedrukt) twee artikelen die voorzien in afstemming met het voorstel van wet houdende de Wet op het onderwijstoezicht (Kamerstukken I, 27 783, nr. 186). Artikel XIXa en artikel XIXb, onderdeel B, bevatten aanpassingen van de bepaling over het inspectietoezicht op de beoordeling door regionale verwijzingscommissies. De wijze van aanpassen komt inhoudelijk overeen met de systematiek die in artikel 28, onderdelen b tot en met e, van laatstgenoemd wetsvoorstel is opgenomen voor de afstemming met twee andere wetsvoorstellen. Voor de goede orde wordt er nog op gewezen dat artikel 3 van de Wet op het onderwijstoezicht niet letterlijk van toepassing kan zijn op de regionale verwijzingscommissies, omdat deze commissies niet zijn belast met het geven van onderwijs, maar met het beoordelen van de toelaatbaarheid tot het praktijkonderwijs en het aangewezen zijn op leerwegondersteunend onderwijs. Het toezicht van de inspectie heeft dan ook alleen betrekking op die beoordeling.

Artikel XIXb, onderdelen A en C, bevat aanpassingen in verband met het vervallen van deel II van de WVO.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Naar boven