28 122
Hervorming van het toezicht op de financiële marktsector

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2008

In reactie op de brief van de vaste commissie voor Financiën van 30 september jl. (28 122-27/2008D11893) bericht ik u het volgende.

Het internationaal vergelijkend onderzoek naar de bekostiging van toezicht op financiële markten dat vorig jaar is uitgevoerd door het ministerie van Financiën is gebaseerd op gegevens die op dat moment beschikbaar waren. In onderstaande zal ik toelichten om welke redenen ik het niet opportuun acht op dit moment al het onderzoek te actualiseren.

Onlangs heeft een overleg plaatsgevonden tussen branchevertegenwoordigers uit de financiële sector en medewerkers van mijn departement. Tijdens dit overleg is gezamenlijk geconcludeerd dat het rapport een aantal beperkingen kent, zoals ook in het rapport zelf gesteld. Een van die beperkingen is de moeilijke beschikbaarheid van de data die nodig is om een dergelijk onderzoek enige stevigheid te geven. Het bleek niet alleen erg lastig om op internationaal niveau gegevens te verzamelen, ook de vergelijkbaarheid van gegevens bleek beperkt.

Daarnaast geldt dat op het gebied van de bekostiging van toezicht het ministerie op dit moment druk doende is met de uitwerking van de uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarover ik uw Kamer bij brief van 30 september jl. informeerde. Zoals in deze brief gesteld, wil ik vervolgens mede naar aanleiding van deze uitspraken bezien of de gehele bekostigingssystematiek voor de langere termijn in ogenschouw moet worden genomen. Ik heb de branchevertegenwoordigers uit de financiële sector inmiddels medegedeeld dat zij hierbij dan betrokken zullen worden.

Dit alles leidt ertoe dat ik er op dit moment de voorkeur aan geef met bovenstaande aan de slag te gaan in plaats van reeds nu het internationaal vergelijkend onderzoek naar de bekostiging van toezicht op financiële markten te actualiseren. Hierbij speelt voor mij ook een rol dat ik juist nu een buitengewoon goede samenwerking met de toezichthouders heb inzake het managen van verschillende aspecten van de huidige financiële crisis. Ook in dat licht vind ik opzet en timing van het hier besproken onderzoek, ongelukkig.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven