28 119
Wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2002

Inleiding

Tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van de wijziging van de Wet Fonds Economische Structuurversterking (Kamerstuk 2001–2002, 28 119, nrs. 1–2) op 11 april is door de leden Bolhuis en V.d. Akker een amendement (Kamerstukken 2001–2002, 28 119, nr. 7) ingediend.

Dit amendement is door mij afgeraden, maar door de Kamer wel aanvaard. Daarna is het geamendeerde wetsvoorstel in zijn geheel aangenomen.

Het vorengenoemde amendement heeft potentiële financiële consequenties voor zowel de Rijksbegroting als het FES. Hierover wil ik u met deze brief inlichten.

Voedingssystematiek uit (tijdelijke) deelnemingen

Het door de ministers van Economische Zaken en van Financiën ingediende wetsvoorstel bevatte onder meer een gewijzigde voedingssystematiek uit (tijdelijke) deelnemingen.

Bij het aangaan van een deelneming wordt de Rijksbegroting belast met hogere rentelasten als gevolg van een hogere Nationale Schuld uit hoofde van de aankoop. Zonder nadere voorzieningen in de FES-wet wordt bij een eventuele verkoop van deze deelneming de verkoopopbrengst in mindering gebracht op de Nationale Schuld, waarna de rentevrijval dient ter voeding van het FES. Dit betekent een asymmetrie: rentelasten ten laste van de Rijksbegroting in enge zin en rentebaten ten gunste van het FES.

Het door de Ministers van Economische Zaken en van Financiën ingediende wetsvoorstel zou deze asymmetrie hebben gecorrigeerd. De rentevrijval bij verkoop zou éérst worden gesaldeerd met de rentelasten als gevolg van de aankoop, de resterende rentevrijval (bij verkoopwinst) zou vervolgens ten gunste van het FES komen.

Consequenties van het amendement Bolhuis/V.d. Akker

Als gevolg van het amendement Bolhuis/V.d. Akker is het onderdeel van de FES-wet aangaande tijdelijke deelnemingen weer hersteld in de situatie die al gold voordat het wetsvoorstel was ingediend. Dit betekent dat de volledige rentevrijval bij verkoop van een deelneming, óók indien deze op of na 1 januari 2000 is verworven, zal dienen ter voeding van het FES. De rentevrijval zal dus niet worden gesaldeerd met de rentelasten van de aankoop. De rijksbegroting wordt dus blijvend belast met de rentelasten van de aankoopwaarde van een nieuwe deelneming, hetgeen betekent dat de ruimte voor andere rijksuitgaven permanent wordt verkleind, ook indien slechts tijdelijk een deelneming wordt genomen.

Het leek mij goed u op deze gevolgen te wijzen.

Wellicht ten overvloede,

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven