28 119
Wijziging van de Wet Fonds economische structuurversterking

nr. 7
AMENDEMENT VAN DE LEDEN BOLHUIS EN VAN DEN AKKER

Ontvangen 8 april 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, punt 5, wordt het vijfde lid vervangen door:

5. Bij de berekening van de te besparen rentelasten ten gevolge van het in mindering brengen op de staatsschuld van een opbrengst als bedoeld in het tweede lid, onder b, worden afgetrokken de dividendinkomsten die genoten zouden worden indien de vervreemding of ontvangst niet zou hebben plaatsgevonden.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om te voorkomen dat alle staatsdeelnemingen verworven op of na 1 januari 2000 als «tijdelijk» worden aangemerkt. Naar onze mening kunnen staatsdeelnemingen eerst als «tijdelijk» worden aangemerkt als die tijdelijkheid ook uit de mening van de Tweede Kamer blijkt. Aangezien de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid (kamerstuk nr. 28 165 nr.2) nog niet in de Tweede Kamer is behandeld kan een automatisme dat staatsdeelnemingen die op of na1 januari 2000 zijn verworven als «tijdelijk» worden aangemerkt, niet aan de orde zijn.

Voorts zou de door regering voorgestelde wijziging van de Wet Fes ertoe kunnen leiden dat, indien de verwervingskosten van deelnemingen hoger blijken uit te vallen dan de opbrengsten van de verkopen, dat dit ten koste zou komen van de voeding van het FES. Ook dit achten de indieners van dit amendement ongewenst aangezien de fondsen in het FES slechts zouden moeten dienen ter versterking van de economische structuur.

Bolhuis

Van den Akker

Naar boven