28 098 (R 1704)
Uitvoering van het Statuut van het Internationaal Strafhof met betrekking tot de samenwerking met en bijstand aan het Internationaal Strafhof en de tenuitvoerlegging van zijn vonnissen (Uitvoeringswet Internationaal Strafhof)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN

Ontvangen 11 maart 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

I

Het tweede lid vervalt.

II

In het derde lid vervalt de zinsnede: en het advies van het gerechtshof, bedoeld in het tweede lid,.

Toelichting

Het is voorbarig nu al in de wet vast te leggen aan welk criterium door het Strafhof opgelegde straffen moeten voldoen wil Nederland bereid zijn deze vrijwillig in Nederland ten uitvoer te leggen. Bovendien is het in het tweede lid gestelde zo ruim dat daarmee in feite niet wordt voldaan aan de eisen die art. 103,lid 2 onder a, van het Statuut daaraan stelt. Criteria hoeven pas te worden gesteld wanneer Nederland daadwerkelijk zou overwegen de bereidverklaring als bedoeld in art. 103, lid 1 Statuut te doen.

De bemoeienis van de bijzondere kamer van het gerechtshof te Arnhem, bedoeld in art. 73 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie is voorts ongelukkig omdat de straftoemeting van het Hof in die procedure als het ware zou worden overgedaan. Een nieuwe procedure bij het gerechtshof zou de periode die de betrokken veroordeelde in afwachting van zijn uitplaatsing doorbrengt bovendien nodeloos verlengen.

Van Oven

Naar boven