28 093
Bouwfraude en corruptie bij ambtenaren

nr. 16
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN ROSENMÖLLER EN POPPE, TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NRS. 12 EN 13

Voorgesteld 28 november 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

betreurt het, dat het openbaar ministerie een schikking heeft getroffen met drie bedrijven in de zaak van fraude bij de uitbreiding van de Schipholtunnel;

betreurt het, dat de minister van Justitie niet vooraf door het openbaar ministerie is geraadpleegd over de schikking;

constaterende, dat hiermee de minister de mogelijkheid van het geven van een aanwijzing aan het openbaar ministerie om tot vervolging over te gaan waardoor de schikking had kunnen worden voorkomen, is onthouden;

constaterende, dat de minister begrip heeft voor de handelwijze van het openbaar ministerie;

constaterende, dat de minister politiek verantwoordelijk is voor de handelwijze van het openbaar ministerie;

constaterende, dat de minister van Justitie respectievelijk de regering niet bereid is, beklag te doen bij het Gerechtshof te Amsterdam tegen de getroffen schikking;

spreekt als haar mening uit, dat onder verantwoordelijkheid van de minister van Justitie besluiten zijn genomen die ernstig afbreuk doen aan het rechtsgevoel van de burgers in deze omvangrijke fraudezaak;

keurt het beleid van de minister van Justitie in deze zaak af,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rosenmöller

Poppe

Naar boven