28 093
Interpellatie inzake bouwfraude en corruptie bij ambtenaren

nr. 1
MOTIE VAN DE LEDEN VAN GIJZEL EN LEERS

Voorgesteld 14 november 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het openbaar ministerie te Haarlem drie strafzaken met betrekking tot valsheid in geschrifte tegen bouwbedrijven blijkt te hebben geseponeerd op voorwaarde dat door ieder van de betrokken bedrijven een transactie van 1 mln gulden wordt betaald;

overwegende, dat ten gevolge van die beslissing ernstige strafbare feiten waardoor de samenleving ernstig benadeeld is niet aan de rechter zullen worden voorgelegd;

overwegende, dat de regering rechtstreeks belanghebbende is bij deze beslissing omdat de benadeling door de betrokken bedrijven met name de Staat der Nederlanden financieel heeft getroffen;

verzoekt de regering op grond van art. 12 Wetboek van Strafvordering bij het gerechtshof te Amsterdam beklag te doen tegen de beslissing van het openbaar ministerie te Haarlem, de betrokken bedrijven niet te vervolgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gijzel

Leers

Naar boven