nr. 3
MOTIE VAN HET LID VAN BAALEN C.S.
Voorgesteld 26 maart 2002
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de maatschappij in brede zin mag vertrouwen op de financiële
zekerheid die accountants verschaffen en dat dit een publiek belang vertegenwoordigt
dat verder gaat dan de door het kabinet genoemde certificerende functie en
de daaraan door het kabinet gekoppelde wettelijk verplichte controle;
overwegende, dat het van publiek belang is dat accountants te allen tijde
hun onafhankelijkheid ten opzichte van hun controlecliënten bewaren en
dat in dit opzicht een verzwaard regime dient te gelden voor de top van de
wettelijke controle, zijnde de zogenaamde «public interest entities»;
van mening, dat het derhalve noodzakelijk is dat de door de Europese Commissie
uit te brengen aanbeveling ten aanzien van «public interest entities»
in Nederland wettelijk wordt verankerd, inclusief de controle daarop door
onafhankelijk extern toezicht buiten de beroepsorganisaties;
verzoekt de regering na overleg met de beroepsorganisaties NIVRA en NovAA,
de Kamer een nadere notitie te doen toekomen waarbij aangegeven wordt hoe
zij de onafhankelijkheid en het extern toezicht daarop wettelijk wenst regelen
op basis van de volgende uitgangspunten:
1. scheiding van controle en administratieve dienstverlening wordt beperkt
tot het hogere segment van de markt en geldt nadrukkelijk niet voor het midden-
en kleinbedrijf;
2. extern toezicht op de onafhankelijkheid wordt bij voorkeur bij een
bestaande toezichthouder bijvoorbeeld de Autoriteit financiële markten
(AFM) of de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) ondergebracht;
3. wettelijke bescherming van de titel van accountant blijft gehandhaafd;
verzoekt de regering in deze notitie aan te geven in hoeverre de wettelijke
regeling van het notariaat een voorbeeldfunctie kan vervullen ten aanzien
van de voorgenomen wijziging van de accountantswetgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baalen
De Haan
Van den Berg
Van Dijke
Van Walsem