28 084
Wijziging van de Infectieziektenwet in verband met de ziekte van Creutzfeldt-Jakob

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 11 december 2001

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,1 belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer onderstaand verslag uit te brengen over haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de daarin geformuleerde vragen en opmerkingen tijdig en afdoende door de regering van een reactie zijn voorzien, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Algemeen

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Infectieziektenwet in verband met de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Zij herinneren zich nog levendig de beelden van de Britse televisie van een jonge vrouw met deze ziekte, en zijn blij dat de regering ervoor gekozen heeft voorstellen te doen hoe om te gaan met de situatie dat in Nederland zich deze afschuwelijke ziekte openbaart.

Toch hebben zij om een tweetal redenen vraagtekens bij het (nu al) plaatsen van deze ziekte binnen de Infectieziektenwet. Ten eerste bevat de Memorie van Toelichting weinig wetenschappelijke gegevens, noch onderzoeksgegevens over de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Hierdoor hebben zij moeite met het plaatsen van de ziekte binnen de Infectieziektenwet. Welke specifieke eigenschap maakt plaatsing van deze ziekte binnen deze wet noodzakelijk?

Ten tweede bedraagt het aantal gevallen van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob op jaarbasis ongeveer 10 tot 20. Wat is de reden om deze relatief kleine aantallen van een ziekte die nog niet wetenschappelijk infectueus is bewezen reeds nu op te nemen in de Infectieziektenwet?

De leden van de D66-fractie kunnen instemmen met een meldingsplicht voor de ziekte van Creutzfeldt-Jakob voor GGD-artsen. Meer moeite hebben zij met de verplichting bewaard bloed van een door de GGD gemeld persoon te vernietigen. Dit is een voorzorgsmaatregel in het belang van de volksgezondheid voor het geval ooit uit wetenschappelijk onderzoek zou blijken dat de ziekte Creutzfeldt-Jakob via het bloed kan worden overgedragen. Waarom acht de minister een dergelijke strikte voorzorgsmaatregel nu noodzakelijk? Zijn er aanwijzingen dat Creutzfeldt-Jakob via bloed kan worden overgedragen?

Bij het opstellen van de inwerkingstredingsbepaling in Artikel II is rekening gehouden met de Tijdelijke referendumwet. Kan worden toegelicht wat de relatie van deze referendumwet tot de wijziging van het voorliggende wetsvoorstel is?

Tenslotte zouden de leden de regering willen vragen in te gaan op berichten dat de ziekte van Creutzfeldt-Jakob toch niet via het vlees van runderen wordt overgebracht. Is dat waar? Zo ja, welke verklaringen zijn op dit moment dan gangbaar voor het ontstaan van deze ziekte?

De voorzitter van de commissie,

Van Lente

De griffier van de commissie,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Swildens-Rozendaal (PvdA), ondervoorzitter, Middel (PvdA), Van Lente (VVD), voorzitter, Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Bakker (D66), Rouvoet (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Passtoors (VVD), Gortzak (PvdA), Hermann (GroenLinks), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Spoelman (PvdA), Kant (SP), E. Meijer (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), Mosterd (CDA), Rijpstra (VVD), Pitstra (GroenLinks) en Cörüz (CDA).

Plv. leden: Lambrechts (D66), Rehwinkel (PvdA), Apostolou (PvdA), Örgü (VVD), Verburg (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Ravestein (D66), Slob (ChristenUnie), Van 't Riet (D66), Terpstra (VVD), Udo (VVD), Belinfante (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Ross-van Dorp (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Duijkers (PvdA), Smits (PvdA), Marijnissen (SP), O. P. G. Vos (VVD), Hamer (PvdA), Cherribi (VVD), Rietkerk (CDA), Weekers (VVD), Van Gent (GroenLinks) en Visser-van Doorn (CDA).

Naar boven