28 076
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

5 november 2001

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden in de educatie en het beroepsonderwijs verder te decentraliseren en dat daartoe de Wet educatie en beroepsonderwijs dient te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.1.2 vervalt.

B

Artikel 3.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het opschrift vervalt: op instellingsniveau.

2. In de tekst wordt «aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel» vervangen door: aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van het personeel.

C

In artikel 4.1.2, vierde lid, wordt «zevende titel A van Boek 7A» vervangen door: titel 10 van Boek 7.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Naar boven