28 072
Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken uit celmateriaal

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA C.S.

Ontvangen 5 september 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 151d, tweede lid, vervangen door:

2. Het DNA-onderzoek kan slechts gericht zijn op het vaststellen van het geslacht, het ras, de vorm van de ogen of de haarkleur.

II

In artikel I, onderdeel B, vervalt het derde lid van artikel 151d.

III

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 195f, tweede lid, vervangen door:

2. Het DNA-onderzoek kan slechts gericht zijn op het vaststellen van het geslacht, het ras, de vorm van de ogen of de haarkleur.

IV

In artikel I, onderdeel C, vervalt het derde lid van artikel 195f.

Toelichting

In het onderhavige wetsvoorstel wordt de definitie «uiterlijk waarneembare persoonskenmerken» niet gedefinieerd. Er bestaat onvoldoende duidelijkheid welke uiterlijke persoonskenmerken onder dit wetsvoorstel kunnen vallen. In navolging van het advies van de Raad van State is het daarom noodzakelijk dat de uiterlijk waarneembare persoonskenmerken slechts limitatief bij wet aangewezen kunnen worden.

Halsema

Albayrak

Rouvoet

Naar boven