nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2002
Zoals toegezegd tijdens de Begrotingsbehandeling 2002 en ten behoeve van
het Algemeen Overleg over de notitie conflictpreventie, geef ik, mede namens
de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, hieronder de prioriteitsgebieden
aan die de komende tijd bijzondere aandacht zullen krijgen in het kader van
het Nederlandse conflictpreventiebeleid.
Dit beleid omvat een reeks van instrumenten voor zowel operationele als
structurele conflictpreventie, zoals beschreven in de notitie. Deze worden
naar gelang de specifieke situatie in wisselende combinaties ingezet. De Nederlandse
bijdrage vormt daarbij steeds onderdeel van een in multilateraal verband overeengekomen
beleid, waarbij de Nederlandse inzet er gericht is op een goed gecoördineerde
en coherente inzet van middelen, zowel nationaal als internationaal.
Het aantal spanningsgebieden in de wereld is ook begin 2002 groot. Een
recent overzicht van de Europese Commissie noemt er bijvoorbeeld niet minder
dan 30. In een aantal hiervan hebben de bestaande tegenstellingen in het verleden
reeds aanleiding gegeven tot gewapende conflicten; inzet is dan dat heropleving
van dergelijke conflicten wordt voorkomen.
De Nederlandse regering wil daarbij het komend jaar bijzondere aandacht
geven – hetzij in bilateraal, hetzij in multilateraal kader –
aan de volgende 6 landen en regio's.
• Afghanistan
• het Grote Meren-gebied
• de Hoorn van Afrika
• Indonesië
• de Westelijke Balkan (in het bijzonder Macedonië en Bosnië)
• het Midden-Oosten
Daarnaast zal in het licht van het komende OVSE-voorzitterschap (Nederland
is in 2002 lid van de OVSE-Troika) meer aandacht dan in het verleden worden
gegeven aan de zogenaamde «frozen conflicts» op het grondgebied
van de voormalige Sovjet Unie: Moldova/Transdnjestrië, Kaukasus en Centraal
Azië.
In de discussie in de Algemene Raad van 28/29 januari jl. over de prioritaire
aandachtsregio's in het conflictpreventie beleid van de EU, heeft ondergetekende
nog met name gepleit voor grotere aandacht van de EU voor conflictpreventie
in Indonesië, de Hoorn van Afrika en Centraal-Azië.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen