28 063
Wijziging van de Wet collectieve preventie volksgezondheid

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID ARIB C.S.

Ontvangen 2 april 2002

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel C, punt 1, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

I

Aan onderdeel d wordt toegevoegd: , waaronder in ieder geval wordt verstaan het signaleren van ongewenste situaties, het adviseren over risico's, in het bijzonder bij rampen of dreiging van rampen, het beantwoorden van vragen uit de bevolking, het geven van voorlichting en het doen van onderzoek.

II

Aan onderdeel e wordt toegevoegd: , waaronder in ieder geval wordt verstaan het bijhouden van een lijst met instellingen waar, gezien de aard van de doelgroep en de omstandigheden waaronder de activiteiten worden verricht, een verhoogd risico bestaat op verspreiding van pathogene micro-organismen, het adviseren van deze instellingen over mogelijkheden op het gebied van bouw, inrichting en organisatie van de activiteiten om deze risico's te verkleinen, het signaleren van ongewenste situaties, het beantwoorden van vragen uit de bevolking en het geven van voorlichting.

III

Aan onderdeel f wordt toegevoegd: , waaronder in ieder geval wordt verstaan het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen, het bieden van psychosociale hulp bij rampen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.

Toelichting

De rapporten van de Inspectie voor de gezondheidszorg (1995) en de commissie Lemstra (1996) signaleerden dat gemeenten in het ongewisse verkeren wat betreft hun taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de collectieve preventie. De relatie tussen beleid en uitvoering is vaak niet helder en ook hapert het nogal eens aan de verhoudingen tussen het politieke bestuur en de professionele uitvoerders. Ook het advies van de Raad van State bij de wijziging WCPV 28 063 signaleert dat het belangrijkste doel van de wijziging, te weten het helder formuleren en goed vastleggen van de onderscheiden verantwoordelijkheden van landelijke overheid en gemeentebesturen, onvoldoende is geëffectueerd. In het huidige politieke klimaat wordt er veel belang aan gehecht dat de overheid duidelijk zegt waar zij voor staat en zichzelf als uitvloeisel daarvan heldere en circumscripte taken stelt waarop zij kan worden aangesproken. Het feit dat nadere omschrijvingen bij regelingen ter uitvoering van de wet zullen worden vastgelegd biedt niet voldoende tegenwicht aan het ontbreken van duidelijke omschrijvingen van de taakgebieden en activiteiten waar gemeenten op grond van deze wet voor verantwoordelijk zijn.

De hier voorgestelde omschrijvingen zijn voor het merendeel op grond van de beschrijving van basistaken en de adviezen van o.a. het Platform openbare gezondheidszorg opgenomen in de proeve van een nieuw besluit collectieve preventie volksgezondheid. Er bestaat brede overeenstemming over het feit dat het hier taken betreft die iedere gemeente dient uit te voeren. Dit is de reden om deze teksten in de wet zelf op te nemen. In de gemeentelijke gezondheidsnota kan de wijze van uitvoering nader worden omschreven. Het is uiteraard aan de afzonderlijke gemeente voorbehouden desgewenst verbreding en verdieping per onderdeel voor te stellen en te realiseren. Ook daartoe biedt de gemeentelijke nota alle ruimte.

Arib

Hermann

Van Vliet

Buijs

Naar boven