Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28057 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28057 nr. 4 |
Vastgesteld 9 januari 2002
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden hebben in het vervolg van dit verslag twee vragen aan de regering.
Met interesse hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake de gemeentelijke herindeling in Zeeuws-Vlaanderen.
Er leven echter nog wel enkele vragen bij deze leden.
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van dit wetsvoorstel. De waarderende woorden met betrekking tot de voortvarendheid waarmee de provincie Zeeland deze herindeling ter hand heeft genomen, wensen zij te onderstrepen. De leden van de CDA-fractie hebben ook kennisgenomen van de instemming van de raden van de meeste gemeenten in het betrokken gebied.
De leden van de D66-fractie hebben met positieve belangstelling kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Deze leden kunnen zich met het wetsvoorstel Gemeentelijke herindeling in Zeeuws-Vlaanderen verenigen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Het voorstel dat op brede steun lijkt te kunnen rekenen, is gebaseerd op een weloverwogen advies van de Stuurgroep krachtige gemeenten.
Eén van de argumenten voor de herindeling is dat de nieuwe gemeenten na samenvoeging meer armslag hebben om in de komende decennia de benodigde basiszorg te kunnen leveren. De leden van de fractie van de ChristenUnie kunnen zich vinden in deze redenering, maar vernemen graag wat de regering verstaat onder de benodigde basiszorg die door de voorgestelde samenvoeging beter gewaarborgd zou zijn.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel om het aantal gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen terug te brengen van zeven naar drie. Zij hebben de behoefte daarbij de volgende vragen te stellen.
2. Totstandkoming van het herindelingsadvies
Het herindelingsvoorstel is voortgekomen uit de bevindingen van de Stuurgroep krachtige gemeenten, merken de leden van de VVD-fractie op. De stuurgroep heeft ten aanzien van Zeeuws-Vlaanderen niet alleen een gemeentelijke herindeling aanbevolen, maar ook geadviseerd de niet-vrijblijvende samenwerking in deze regio te verstevigen. In hoeverre is de regering van plan gevolg te geven aan het laatste advies?
De leden van de D66-fractie hebben waardering voor het feit dat de provincie de herindeling voortvarend heeft voorbereid mede naar aanleiding van het rapport van de Stuurgroep krachtige gemeenten. Ook zijn zij verheugd over het feit dat het bestuur goed heeft gecommuniceerd met de bevolking. Tegelijk moet worden geconstateerd dat reeds in 1995 het voornemen tot herindeling is uitgesproken, zodat bij het begrip voortvarendheid enige kanttekeningen op zijn plaats zijn.
De leden van de SGP-fractie vragen naar de rol die het rapport «Gemeenten: Méér dan lokaal bestuur» van de Stuurgroep krachtige gemeenten (april 2000) gespeeld heeft in de totstandkoming van het herindelingsontwerp van provinciale staten. Zij lezen in genoemd rapport dat bestuurlijke frictie tussen de gemeenten in het gebied een goede intergemeentelijke samenwerking in de weg stond. Over de bestuurlijke toekomst van de regio werd door de gemeenten zodanig uiteenlopend gedacht, dat op korte termijn consensus hierover geen reële optie zou zijn. Ook meldt de Stuurgroep dat Axel, Hontenisse, Sas van Gent en Sluis-Aardenburg hun zelfstandigheid wensten te behouden. In de memorie van toelichting op het wetsvoorstel is van het gebrek aan consensus bij de gemeenten over de gewenste bestuurlijke toekomst, alsook over de weerstand van vier van de zeven gemeenten tegen herindeling niets meer te lezen. Mogen deze leden daaruit opmaken dat de consensus over de bestuurlijke toekomst van het gebied toch tot stand gekomen is in de loop van de gevoerde procedure ingevolge de Wet algemene regels herindeling (arhi) en dat genoemde gemeenten tot andere inzichten zijn gekomen? In dit verband vragen zij ook waarop de regering doelt als zij spreekt over de belasting die de herindelingsdiscussie momenteel kennelijk vormt.
Geconstateerd moet worden dat de zogenaamde regiofoto die de Stuurgroep heeft gemaakt, een grote rol heeft gespeeld in de uiteindelijke gedachtevorming over herindeling. Op de totstandkoming van deze regiofoto hebben vijf van de betrokken gemeenten forse kritiek gegeven. Axel, Hontenisse, Hulst, Sas van Gent en Sluis-Aardenburg hebben gewezen op feitelijke onjuistheden, niet verwerkte reacties van de gemeenten en het beperkte aantal (en niet representatieve) maatschappelijke organisaties dat de Stuurgroep heeft geraadpleegd (zie bijlagenboek bij het advies van de Stuurgroep). Hoe beoordeelt de regering de totstandkoming van de regiofoto in dit licht, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat de provincie Zeeland het niet hebben van fulltime wethouders zonder meer aanmerkt als een bestuurlijk knelpunt. Zij vermogen niet in te zien waarom het hebben van parttime wethouders als zodanig problematisch zou zijn en vragen of dat ook door gemeenten zo wordt ervaren. Zij vragen de regering of zij dit oordeel van de provincie zonder meer overneemt, en zo ja, om welke reden.
3. Inhoud van het wetsvoorstel
Verwacht de regering dat de drie nieuw te ontstane gemeenten de komende vijfentwintig jaar zelfstandig voort kunnen bestaan, vragen de leden van de VVD-fractie.
Intergemeentelijke samenwerking vereist krachtige gemeenten die voor de voorzienbare toekomst als gelijkwaardige gesprekspartners kunnen samenwerken, vinden de leden van de D66-fractie. Herindeling in Zeeuws-Vlaanderen kon niet uitblijven, gezien de vele gemeenten met een geringe omvang. Waarom heeft de regering ervoor gekozen gemeentelijke herindeling in Zeeuws-Vlaanderen door middel van een wet te realiseren en niet gewacht tot de gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen van onderop zelf tot samenvoeging zouden zijn overgegaan?
Is de regering van mening dat de schaalvergroting van de gemeenten zal leiden tot een beter functioneren van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Zeeuws-Vlaanderen? Wat verwacht zij van dit samenwerkingsverband na de gemeentelijke herindeling?
Heeft de herindeling gevolgen voor de indeling en de organisatie van politieregio's en voor de scholen in deze regio, vragen de leden van de D66-fractie. Verwacht de regering specifieke problemen met betrekking tot de samenvoeging van ambtelijke apparaten? Heeft de herindeling personele gevolgen?
3.1. Axel, Sas van Gent en Terneuzen
De leden van de SGP-fractie onderkennen de belangrijke economische positie van de gemeenten Terneuzen en Sas van Gent voor de regio. Wat de huidige gemeente Terneuzen betreft zijn zij van mening dat deze voldoende krachtig is om ook bij toekomstige ontwikkelingen bestuurlijke kwaliteit te blijven leveren. Zij vragen de regering om een toelichting op de financiële en bestuurlijke kwetsbaarheid van de gemeenten Sas van Gent en Axel. Kan dit met voorbeelden worden toegelicht? Dat zou de argumentatie voor samenvoeging van deze drie gemeenten naar hun mening kunnen versterken.
De leden van de SGP-fractie wensen van de regering een nadere toelichting te ontvangen op de bestuurlijke draagkracht van de gemeente Hontenisse. De regering spreekt in haar beoordeling van de huidige gemeente van ambtelijke kwetsbaarheid, terwijl zij in de memorie van toelichting ook stelt dat de gemeente zelf aangeeft dat ze voldoende bestuurskracht heeft om zelfstandigheid te bepleiten. Betekent dit dat gemeente en provincie een uiteenlopend oordeel hadden over de kwetsbaarheid van Hontenisse en dat de regering uiteindelijk het oordeel van de provincie heeft gevolgd? Wat de gemeente Hulst betreft, zijn deze leden van mening dat zij voldoende krachtig is en geen bestuurlijke knelpunten heeft, zodat herindeling op zichzelf voor deze gemeente niet geboden is.
3.3. Sluis-Aardenburg en Oostburg
De leden van de D66-fractie wensen geïnformeerd te worden over de gevolgen van de samenvoeging voor de ruimtelijke omgeving van de drie gemeenten. Heeft de herindeling gevolgen voor het landelijke en agrarische karakter van de gemeenten Sluis-Aardenburg en Oostburg? Speelt huisvesting nog een rol in deze gemeentelijke herindeling? En zo ja, welke?
De leden van de SGP-fractie hebben er nota van genomen dat de gemeenten Sluis-Aardenburg en Oostburg hun samenvoeging als vrijwillig beschouwen. Deelt de regering hun opvatting dat het in algemene zin niet wenselijk is om binnen zo korte periode gemeenten voor een tweede maal bij een herindeling te betrekken? Bij de genoemde vrijwilligheid plaatsen deze leden wat de gemeente Sluis-Aardenburg betreft een vraagteken. Het bestuur van deze in 1995 ontstane gemeente heeft, na aanvankelijke weerstand, zijn medewerking aan de herindelingsprocedure betiteld als voortschrijdend inzicht. Hoewel deze leden de mening toegedaan zijn dat de gemeente Oostburg voldoende krachtig is om ook in de toekomst een kwalitatief goede gemeente met een agrarisch karakter te blijven vormen, en hoewel hun uit de memorie van toelichting noch uit andere stukken onmiddellijke bestuurlijke knelpunten in de gemeente Sluis-Aardenburg zijn gebleken, respecteren zij de afweging van de beide gemeenten. De gemeente Oostburg heeft beklemtoond dat de samenvoeging met Sluis-Aardenburg leidt tot een nieuwe gemeente die qua inwonertal en omvang mogelijk toch niet robuust genoeg is voor de toekomst. De gemeente wijst daarbij op het gestaag teruglopende bevolkingsaantal in West Zeeuws-Vlaanderen. Mogen de leden van de SGP-fractie uit de bewoordingen van de memorie van toelichting opmaken dat de regering het hier duidelijk niet mee eens is?
Kan de regering ingaan op de financiële levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeenten, vragen de leden van de D66-fractie. Zijn er maatregelen genomen om de financiële levensvatbaarheid van de nieuwe gemeenten te garanderen? Levert de huidige financiële situatie van Sas van Gent specifieke problemen op voor de nieuw te vormen gemeente Terneuzen?
De gemeente Sluis-Aardenburg heeft tijdens de hoorzitting van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer op 12 december 2001 als reden voor het verzoek om uitstel van de invoeringsdatum gegeven dat daardoor een groter draagvlak voor de herindeling zou ontstaan bij de bevolking. Kan de regering deze zienswijze van de gemeenten delen, vragen de leden van de PvdA-fractie. Met andere woorden heeft de regering enige reden om aan te nemen dat er sprake is van onrust onder de bevolking, die weggenomen zou worden door uitstel van de invoeringsdatum?
Voorts heeft de gemeente Sluis-Aardenburg gesteld dat door het uitstel van de invoeringsdatum de grensoverschrijdende samenwerking met Belgische overheden zou kunnen worden vertraagd of geschaad.
De regering heeft in de memorie van toelichting te kennen gegeven dat het ministerie van BZK bereid is deel te nemen aan een ambtelijke werkgroep. Is de regering van mening dat door deze oplossing tegemoet kan worden gekomen aan de (tijdens de hoorzitting opnieuw geuite) bezwaren van deze gemeente?
Hoe beoordeelt de regering in het algemeen het nakomen van gemaakte bestuurlijke afspraken tussen gemeenten en provinciebestuur met betrekking tot het proces van herindeling, in casu de datum van herindeling voor Sluis-Aardenburg en Oostburg) in het licht van de positie van de regering en de Tweede Kamer, vragen de leden van de VVD-fractie.
In hoeverre biedt artikel 29 van de Wet arhi al voldoende mogelijkheden om grensoverschrijdende samenwerking te realiseren indien de ingangsdatum van de herindeling op 1 januari 2003 wordt geëffectueerd, vragen deze leden.
Van het standpunt van de regering met betrekking tot de datum waarop de herindeling een feit zal voor álle betrokken gemeenten, hebben de leden van de CDA-fractie eveneens kennisgenomen. Voor het pragmatische argument, eenheid in het gebied wat betreft het samenvallen van gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het waterschap, die uiteindelijk de provincie heeft doen besluiten af te zien van het eerdere voornemen voor de ingangsdatum voor de nieuwe gemeente Sluis, kunnen de leden van de CDA-fractie begrip opbrengen. Wel vragen deze leden in hoeverre de regering de visie van de betrokken gemeente dat er toch op enig moment sprake geweest is van opgewekt vertrouwen met betrekking tot de datum van herindeling van 1 januari 2004 kan delen.
Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie op welke wijze de regering denkt uitvoering te geven aan de toegezegde deelneming aan de werkgroep ter ondersteuning van het op te richten publiekrechtelijk grensoverschrijdend samenwerkingsverband, nu zij er met nadruk op wijst dat zowel de financiële als de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor dit samenwerkingsverband geheel bij de gemeenten ligt.
In hoeverre heeft de herindeling invloed op de grensoverschrijdende samenwerking in de nieuwe gemeente Sluis, vragen de leden van de D66-fractie. Staat de herindeling het veilig stellen en het uitbouwen van de grensoverschrijdende samenwerking (tijdelijk) in de weg?
Hoewel de leden van de D66-fractie begrip hebben voor de argumenten van Sluis-Aardenburg en Oostburg wat betreft de ingangsdatum, steunen zij de regering in haar opvatting dat een afwijkende ingangsdatum minder wenselijk is.
Uit de memorie van toelichting blijkt dat de voorgestelde samenvoeging weinig problemen oplevert bij de gemeenten waarover het voorstel handelt. Wel bestaat er enige onenigheid over de datum van inwerkingtreding. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn er, evenals de regering, geen voorstander van om de raadsverkiezingen uit te stellen tot 2004. Naar de mening van de gemeente Sluis-Aardenburg zal herindeling per 2003 echter problemen opleveren. Een belangengroep uit deze gemeenten is van mening dat deze voor hen spoedige samenvoeging onderstreept dat de instelling van het Grens Overschrijdend Lichaam geen prioriteit krijgt. Genoemde leden vernemen graag de reactie van de regering op dit kritiekpunt.
De leden van de SGP-fractie hebben de behoefte in te gaan op de datum van herindeling van de gemeenten Sluis-Aardenburg en Oostburg. Na kennisneming van de stukken en hetgeen op de hoorzitting in de Tweede Kamer op 12 december 2001 naar voren is gebracht, is bij hen de vraag gerezen of het verwijt van de gemeente Sluis-Aardenburg en de provincie Zeeland juist is dat via het bestuurlijke kanaal vanuit het ministerie van BZK onjuiste verwachtingen gewekt zijn over de mogelijkheid van een uitgestelde datum voor herindeling. Zij delen overigens de inhoudelijke argumentatie van de regering voor het hanteren van één datum voor alle betrokken gemeenten.
Ten aanzien van de grensoverschrijdende samenwerking hebben de beide gemeenten gesteld dat het opbouwen van een openbaar lichaam daarvoor teveel van de bestuurlijke capaciteit vraagt om gelijktijdig een herindeling voor te bereiden die op 1 januari 2003 ingaat. Is de regering ervan overtuigd dat met haar aanbod van steun vanuit het ministerie van BZK deze problematiek voldoende ondervangen kan worden?
Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Slob (ChristenUnie), T. Pitstra (GroenLinks), Horn (PvdA).
Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï (VVD), Wijn (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Rabbae (GroenLinks), Kuijper (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28057-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.