nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID RIETKERK C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
I
Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
A. Onderdeel b wordt vervangen door:
b. de ambtenaren van politie in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel
b, van de Politiewet 1993, in dienst van het LSOP, en.
B. Onderdeel c wordt vervangen door:
c. de bij het LSOP gedetacheerde ambtenaren van politie, niet in dienst
van het LSOP.
II
Na het eerste lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2. De ambtenaren van politie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,
onthouden zich van enig optreden ter uitoefening van de politietaak in de
zin van artikel 2 van de Politiewet 1993.
III
Het vijfde lid vervalt.
Toelichting
Net als de vigerende LSOP-wet verklaart het wetsvoorstel artikel 50, eerste
lid, van de Politiewet 1993 (de basis voor onder meer het Besluit algemene
rechtspositie politie, Barp) onverkort van toepassing. Materieel zijn de werknemers,
in dienst van het LSOP, hierdoor op dit moment al «ambtenaren van politie».
Het amendement heeft tot doel een eind te maken aan omslachtige en bureaucratische
administratieve constructies, zoals die de afgelopen jaren noodgedwongen werden
gehanteerd tussen korpsen en LSOP. Hiertoe behoort onder meer een convenant
uit 1994 tussen het LSOP en het korps Utrecht, waardoor ambtenaren van politie worden aangesteld bij het korps Utrecht en vervolgens gedetacheerd
bij het LSOP, met een verregaand mandaat aan het bevoegd gezag van het LSOP
als werkgever van betrokkenen. Constructies als deze leiden tot onduidelijke
situaties en tot situaties waarin werknemers rechtspositioneel geen duidelijke
thuisbasis hebben.
Vandaar dat artikel 10, eerste lid, als gevolg van dit amendement met
zoveel woorden het personeel, in dienst van het LSOP, aanmerkt als «ambtenaren
van politie» in de zin van artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet
1993, in dienst van het LSOP. Volgens die bepaling zijn dat «ambtenaren,
aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken
ten dienste van de politie». Dit betekent dat ambtenaren van politie,
die bij een korps zijn aangesteld in de zin van artikel 3 van de Politiewet
1993 zijn, te weten «voor de uitvoering van de politietaak», bij
indiensttreding bij het LSOP ambtenaar van politie zijn en blijven, zij het
binnen het LSOP niet ter uitvoering van de politietaak. Het ingevoegde nieuwe
tweede lid zegt volledigheidshalve in aanvulling op het eerste lid dat zij
zich «onthouden van enig optreden ter uitoefening van de politietaak».
Detacheringsconstructies blijven daarnaast overigens ook volgens het amendement
tot de mogelijkheden behoren (zie het voorgestelde artikel 10, eerste lid,
onder c).
Rietkerk
Eerdmans
Th. C. de Graaf