28 043
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

nr. 65
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN E.M. TE G.2 BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 18 april 2002

De commissie3, gelet op de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant, tot voor kort zelfstandig ondernemer met een eenmanszaak, zich erover beklaagt dat de belastingdienst hem op verschillende punten onzorgvuldig heeft behandeld en eist dat inbeslagnemingen en verdere invorderingsmaatregelen in verband met een naheffingsaanslag in de omzetbelasting ongedaan gemaakt, respectievelijk gestaakt worden,

dat bij adressants onderneming in 1997 tweemaal een boekenonderzoek is ingesteld, waarvan het eerste zonder gevolgen bleef en het tweede leidde tot genoemde naheffingsaanslag, waartegen adressant vergeefs de middelen van bezwaar en beroep heeft aangewend,

dat verschillende van adressants grieven reeds door het Gerechtshof zijn beoordeeld, zoals over de rechtmatigheid en juistheid van de aanslag, maar ook zijn grief dat hij uit het feit dat het eerste onderzoek niet leidde tot correcties het vertrouwen mocht ontlenen dat in het geheel geen correcties zouden volgen,

dat adressant thans stelt dat in gevallen die met het zijne vergelijkbaar zijn, zowel door de belastingdienst als door de rechter anders is gehandeld respectievelijk geoordeeld,

dat, nog afgezien daarvan dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel voor de onafhankelijke rechter gedaan had moeten worden, de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat geen aanleiding bestaat om te vermoeden dat in het geval van adressant in strijd met dat beginsel is gehandeld,

dat, voorzover adressant zich er tevens over beklaagt dat direct na de uitspraak van de inspecteur der belastingen op zijn bezwaarschrift door de ontvanger der belastingen beslag is laten leggen op onder andere banktegoeden, dit niet ongebruikelijk is als het risico aanwezig geacht wordt dat vermogensbestanddelen verdwijnen en zeker niet als fraude een rol lijkt te hebben gespeeld,

dat, voorzover adressant zich er tenslotte over beklaagt dat de belastingdienst niet wenst in te gaan op een schikkingsaanbod van zijn kant, hij over het hoofd ziet dat in zijn geval het bedrag van de ten onrechte niet betaalde belasting nauwkeurig kon worden vastgesteld en hij voorts de rechtmatigheid en juistheid van de aanslag steeds heeft bestreden;

van oordeel,

dat niet is gebleken dat adressant van overheidswege onzorgvuldig is behandeld,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Apostolou

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Van den Berg (SGP), Apostolou (PvdA) (voorzitter), Giskes (D66), Passtoors (VVD), De Haan (CDA), Van Wijmen (CDA), Duijkers (PvdA), Remak (VVD), Pitstra (GroenLinks) en de plaatsvervangende leden De Wit (SP), Van der Hoek (PvdA), Ter Veer (D66), Niederer (VVD), Stroeken (CDA), Mosterd (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Van den Doel (VVD) en Harrewijn (GroenLinks).

Naar boven