nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2002
In vervolg op mijn brief (28 040, nr. 3) van 31 januari 2002, geef
ik u onderstaand mijn reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer «Milieuvervuiling
door zeeschepen» met betrekking tot aangelegenheden die de Inspectie
van Verkeer en Waterstaat aangaan.
Opmerking vooraf
Op 16 oktober 2001 heeft de Algemene Rekenkamer het rapport uitgebracht.
Het onderzoek is uitgevoerd in de periode juni 2000 tot en met juni 2001.
Ten tijde van het onderzoek maakte de betrokken Divisie Scheepvaart nog
deel uit van het Directoraat-Generaal Goederenvervoer onder de naam Scheepvaartinspectie
(SI).
Met ingang van 1 juli 2001 is de voormalige Scheepvaartinspectie onder
de nieuwe naam divisie Scheepvaart ondergebracht binnen de Inspectie Verkeer
en Waterstaat.
Met de wijziging van de organisatie wordt onder andere beoogd een oplossing
te bieden voor het door de Rekenkamer gesignaleerde.
Voor de goede orde deel ik u mede dat mijn in het rapport opgenomen reactie
in goed overleg tot stand is gekomen met de Divisie Scheepvaart.
De Divisie Scheepvaart heeft met name mijn reactie op de bevindingen van
de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het voorkomen van vervuiling door
het milieutoezicht op schepen voorbereid.
Vlaggenstaatcontroles
In de aanloop naar de vorming van IVW is reeds de «Nieuwe werkwijze
SI» ontwikkeld waarvan de implementatie nu ter hand wordt genomen. De
door de Scheepvaartinspectie voorgenomen nieuwe werkwijze is gericht op het
minimaliseren van de risico's die zich voordoen in de scheepvaart. De
Scheepvaartinspectie was gericht op het afgeven van certificaten, vergunningen,
en dergelijke. Deze aanvraag afhankelijke werkwijze belemmert in zekere zin
het signaleren en minimaliseren van risico's in de scheepvaartsector. Bij
het certificeren wordt al vele jaren een beroep gedaan op de capaciteit van
erkende klassenbureaus. Het gaat dan met name om technische keuringen; de
controle op de naleving van overige wet- en regelgeving behoort niet tot het
domein van de klassenbureaus.
Onveiligheid en milieuverontreiniging in de scheepvaartsector wordt echter
met name veroorzaakt door menselijk gedrag en handelen. Onderzoek heeft uitgewezen
dat zo'n 80% van ongevallen en incidenten hierdoor wordt veroorzaakt.
Met de nieuwe werkwijze van de Divisie Scheepvaart en in het bijzonder
van de met de IVW opgerichte Sector Handhaving binnen de Divisie, beoogt de
beschikbare inspectie capaciteit voor de controle op de naleving van wet-
en regelgeving in te zetten daar waar het het meest noodzakelijk is. De implementatie
in 2002 van het door de Divisie Scheepvaart ontwikkelde «Ranking-systeem»
beoogt het veiligheidsgedrag van de Nederlandse reders in kaart te brengen
ten einde het toezicht effectiever in te richten.
De rol van de Klassenbureaus (en notified bodies) in het systeem van toezicht
op de veilige scheepvaart is onderwerp van brede discussie. De Divisie Scheepvaart
heeft daarom het initiatief genomen om de door de Rekenkamer veronderstelde
risico's die gepaard gaan met de uitbesteding van werkzaamheden aan klassenbureaus
spoedig extern te laten onderzoeken. Indien de aanbevelingen uit dit onderzoek
daar aanleiding toe geven zal die Divisie Scheepvaart passende maatregelen
nemen.
Havenstaatcontroles
De Algemene Rekenkamer vindt het positief dat er meer inspecteurs worden
aangetrokken evenals het behalen van de verplichtingen in het laatste trimester
van 2000. Vervolgens heeft de Algemene Rekenkamer echter twijfels over het
behalen van de verplichtingen over de periode september en oktober 2000. Er
moet worden opgemerkt dat Nederland meer dan volledig aan de internationale
verplichtingen voldoet. Via diverse jaarverslagen en met name in het jaarverslag
van 2000 van het «Paris MOU on Port State Control», kan hiervan kennis worden genomen.
De discrepantie tussen deze opmerkingen kan de Divisie Scheepvaart niet
verklaren, daar zij niet op de hoogte is van de analyse van de Rekenkamer.
Taakopvatting van de Scheepvaartinspectie
De Algemene Rekenkamer stelde dat de Scheepvaartinspectie het accent legt
op de dienstverlening en dat er meer aandacht moet zijn voor opsporing en
handhaving zonder de advisering aan te tasten. Zoals eerder opgemerkt is,
wordt met de instelling van de Sector Handhaving daaraan invulling gegeven.
In dit verband wordt opgemerkt dat advisering als een krachtig handhavingsinstrument
wordt gezien.
De Algemene Rekenkamer acht het te vroeg om een oordeel uit te spreken
over de ontwikkeling van de organisatie van de Divisie Scheepvaart, waar vanaf 1
juli 2001 naast de bestaande uitvoeringsafdeling nu een afdeling Handhaving
is ingericht.
De Divisie Scheepvaart heeft daarnaast diverse extra projecten gepland
om meer invulling te geven aan het reduceren van de risico's in de scheepvaart
door opsporing en handhaving.
Tot slot
Het valt op dat reeds door de Divisie Scheepvaart zelf gesignaleerde problemen,
waarop ook reeds maatregelen door de Divisie zijn genomen, uitgebreid worden
beschreven. Zo ook de constatering dat er risico's verbonden zijn aan uitbesteding
van inspectietaken. Dit probleem was al door de Divisie Scheepvaart in internationaal
verband aan de orde gesteld.
Een aantal bijzondere projecten van de Divisie Scheepvaart, die van groot
belang zijn voor het efficiënter maken van het toezicht op de scheepvaart,
komt niet of nauwelijks aan de orde in het rapport. De Algemene Rekenkamer
heeft tijdens haar onderzoek ruim kennis kunnen nemen van de reeds bestaande
plannen tot verbetering van de taakinvulling van de toenmalige Scheepvaartinspectie.
Het is enigszins teleurstellend te moeten constateren dat positieve ontwikkelingen
in geringe mate over het voetlicht zijn gebracht.
Het zou logisch geweest zijn dat juist ook aan deze aspecten extra aandacht
zou zijn besteed aangezien door de Rekenkamer tijdens het onderzoek werd aangegeven
dat de verschillende nationale onderzoeken van de zusterorganisaties van de
Algemene Rekenkamer worden samengevoegd tot een gezamenlijk uit te brengen best practicerapport. Hier wordt ook melding van gemaakt
in het rapport.
Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos