28 034
Wijziging van belastingwetten c.a. (Belastingplan 2002 II – Economische infrastructuur)

nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

ARTIKEL I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid van artikel 3.33 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: mits van de totale voortbrengingskosten van de film meer dan de helft betrekking heeft op voortbrenging in Nederland.

2. In het derde lid vervalt «waarvan de voortbrengingskosten grotendeels betrekking hebben op voortbrenging in Nederland en».

II

In ARTIKEL I, onderdeel F, wordt aan het eerste lid van artikel 3.42b, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: mits van de totale voortbrengingskosten van de film meer dan de helft betrekking heeft op voortbrenging in Nederland.

III

ARTIKEL IV wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A wordt «in verbinding met het vijfde lid» vervangen door: in verbinding met het vierde en vijfde lid.

B. Voor de tekst van onderdeel LA wordt de aanduiding «1.» geplaatst. Voorts wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In het tot onderdeel f verletterde onderdeel e wordt «als bedoeld in onderdeel d» vervangen door: als bedoeld in onderdeel e.

C. Aan onderdeel N worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

4. In het tot tiende lid vernummerde achtste lid, onderdeel c, wordt «bedoeld in het vierde lid, onderdelen b of c» vervangen door: bedoeld in het vierde lid, onderdelen a of b.

5. In het tot elfde vernummerde negende lid wordt «het vierde lid, onderdelen b of c» vervangen door: het vierde lid, onderdelen a of b. Voorts wordt «de voorwaarde van onderdeel a» vervangen door: de voorwaarde in de aanhef.

IV

Na artikel VIIa wordt ingevoegd:

ARTIKEL VIIB

Indien het bij koninklijke boodschap van 25 oktober 1999 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid, 26 856) tot wet wordt verheven en op een later tijdstip in werking treedt dan deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel Ba wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «onder vernummering van het vierde tot en met tiende lid tot vijfde tot en met elfde lid» vervangen door: onder vernummering van het vierde tot en met elfde lid in vijfde tot en met twaalfde lid.

b. In het tweede lid wordt «in het tot negende lid vernummerde achtste lid» vervangen door: in het tot tiende lid vernummerde negende lid.

2. Na onderdeel Ba wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Bb. In artikel 8c, vierde lid, wordt «vierde onderscheidenlijk vijfde lid» vervangen door: vierde lid in verbinding met het zesde lid, onderscheidenlijk vijfde lid.

3. In onderdeel D wordt «tweede volzin» vervangen door: vierde volzin.

4. Na onderdeel G wordt een onderdeel H ingevoegd, luidende:

H. In artikel 13e, eerste lid, wordt «artikel 13d, achtste lid, vervangen door: artikel 13d, negende lid.

5. In het in onderdeel M voorgestelde artikel 15ac, derde lid, wordt «artikel 9, eerste lid, onderdeel h» vervangen door: artikel 9, eerste lid, onderdeel g.

6. Het in onderdeel N voorgestelde artikel 15a, eerste tot en met zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «onder vernummering van het vijfde en zesde lid in zevende onderscheidenlijk achtste lid» vervangen door: onder vernummering van het vijfde tot en met zevende lid in achtste tot en met tiende lid.

b. In het vierde lid wordt «artikel 9, eerste lid, onderdeel h» vervangen door: artikel 9, eerste lid, onderdeel g.

c. In het zesde lid wordt «artikel 9, eerste lid, onderdeel h» vervangen door: artikel 9, eerste lid, onderdeel g.

d. In het tot tiende lid vernummerde negende lid wordt «Het bepaalde in artikel 15, zesde en zevende lid» vervangen door «Het bepaalde in artikel 15ac, vijfde en zesde lid.

7. Onderdeel Na vervalt.

8. Onderdeel O wordt vervangen door: In artikel 18, eerste lid, wordt «vijfde, zevende en negende lid» vervangen door: zesde, achtste, tiende en twaalfde lid.

Toelichting

Met deze nota van wijziging wordt gevolg gegeven aan de aankondiging in de nota van wijziging op het Belastingplan 2002 deel IV (28 015) dat nog een nota van wijziging zou volgen in verband met de samenloop tussen de wetsvoorstellen die nog in behandeling zijn bij de Tweede Kamer en het reeds bij de Eerste Kamer aanhangige voorstel van wet 26 854 inzake herziening regime fiscale eenheid.

Voorts is een aanpassing opgenomen van de fiscale regelingen voor de film om beter te verzekeren dat de bestedingseis kan worden gecontroleerd.

Ten slotte wordt in deze nota van wijziging een aantal abusievelijk onjuiste verwijzingen in dit wetsvoorstel en het wetsvoorstel inzake herziening regime fiscale eenheid gecorrigeerd.

I. en II.

De wijzigingen in deze onderdelen hebben betrekking op de willekeurige afschrijving film en de filminvesteringsaftrek. Om beter te waarborgen dat de eis dat het budget voor de film voor meer dan 50% betrekking heeft op voortbrenging in Nederland (bestedingseis) kan worden gecontroleerd, wordt deze eis in het eerste lid van artikel 3.33 en het eerste lid van artikel 3.42b opgenomen. Daarmee kan deze eis vervallen in het derde lid van artikel 3.33.

III.

Met deze bepaling wordt een aantal onjuiste verwijzingen door de aanpassingen in artikel IV van het onderhavige wetsvoorstel gecorrigeerd.

Met het eerste lid wordt bereikt dat in het in onderdeel A voorgestelde artikel 6 ook wordt verwezen naar het in onderdeel D voorgestelde nieuwe vierde lid van artikel 9.

Op grond van onderdeel LA is een nieuw onderdeel ingevoegd in artikel 17a en is een aantal onderdelen verletterd. Daarbij is de verwijzing naar een verletterd onderdeel van dat artikel niet aangepast. Dit wordt gecorrigeerd met het tweede lid.

Op grond van onderdeel N zijn twee leden in artikel 20a ingevoegd. De verwijzingen naar de vernummerde leden waren echter nog niet aangepast. Dit wordt hersteld door het derde lid.

IV.

Met uitzondering van het vierde lid regelt deze bepaling de samenloop van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid, 26 856) en het onderhavige wetsvoorstel. Het eerste tot en met derde lid en vijfde en zesde lid zijn opgenomen omdat door het onderhavige wetsvoorstel een aantal verwijzingen in het eerstgenoemde wetsvoorstel niet meer juist is. De wijziging in artikel I, onderdeel Na, van het wetsvoorstel herziening regime fiscale eenheid vervalt omdat deze wijziging al in het onderhavige wetsvoorstel is opgenomen. Op grond van beide wetsvoorstellen wordt een zelfde zinsnede van artikel 18 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aangepast. Het achtste lid regelt deze samenloop.

Op grond van het vierde lid wordt een onjuiste verwijzing in artikel 13e naar het achtste lid artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 gecorrigeerd. Dit achtste lid is op grond van artikel I, onderdeel D, van het wetsvoorstel herziening regime fiscale eenheid vernummerd.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven