nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID GISKES C.S.
Ontvangen 14 november 2001
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A. Na onderdeel B wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba. Het in artikel 3 141, eerste lid, onderdeel a, genoemde bedrag
wordt vervangen door: € 3 494.
B. In onderdeel M wordt in artikel 8.14 het tweede lid vervangen door:
2. De combinatiekorting bedraagt € 196.
C. In onderdeel P worden in artikel 8.21 de volgende wijzigingen aangebracht.
1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid in eerste tot
en met derde lid vervalt het eerste lid.
2. In de aanhef van het (bestaande) tweede lid vervalt het woord «ook».
3. In het (bestaande) derde lid wordt «tweede lid» telkens
vervangen door: eerste lid.
4. In het (bestaande) vierde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht.
a. De in de eerste volzin opgenomen bedragen van € 2 723, € 1 361, € 908
en € 454 worden vervangen door onderscheidenlijk: € 2 269, € 1361, € 454
en € 454.
b. Onderdeel a vervalt en de onderdelen b en c worden verletterd tot a
en b.
c. In de aanhef van het (bestaande) onderdeel b wordt «tweede lid»
vervangen door: eerste lid.
d. In de aanhef van het (bestaande) onderdeel c wordt «derde lid»
vervangen door: tweede lid. Voorts wordt onder 2° en 3° «tweede
lid» telkens vervangen door: eerste lid.
5. Onder vernummering van het zesde en zevende lid in vierde en vijfde
lid vervalt het vijfde lid.
D. In onderdeel R wordt «8.21, eerste lid, onderdeel b en vierde
lid» vervangen door: 8.21, derde lid.
E. In onderdeel T wordt in artikel 10.7a «artikel 8.21, eerste lid,
onderdeel a en tweede lid, onderdeel e» vervangen door: artikel 8.21,
eerste lid, onderdeel e.
II
In artikel VI vervalt het tweede en derde lid en vervalt de aanduiding
«1» bij het eerste lid.
III
In artikel VIA wordt «artikel 8.21, tweede en derde lid» vervangen
door: artikel 8.21 eerste en tweede lid.
Toelichting
Met de wijziging onder I, onderdeel A, wordt de inkomensgrens voor de
regeling van uitgaven voor kinderopvang verlaagd naar € 3 494.
Budgettair beslag van deze verruiming is f 30 mln. Voorts wordt onder
I, onderdeel B, de combinatiekorting in 2002 met € 3 verhoogd naar € 196.
De verhogingen bedragen in 2003 € 25 en in 2004 € 29.
Hiermee is in 2002 een bedrag van f 12 mln gemoeid, in 2003 f 106
mln en in 2004 f 123 mln. Onder I, onderdeel C, worden de herintreders
uit de toetrederskorting geschrapt. De budgettaire besparing van deze beperking
is in 2002 f 42 mln, in 2003 f 93 mln en in 2004 f 110 mln.
Voorts wordt de hoogte van de toetrederskorting verlaagd naar f 5000,
te betalen in tranches van f 3000, f 1000 en f 1000. Deze verlaging
levert met ingang van 2003 een besparing op van f 43 mln.
De wijzigingen onder II en III houden verband met het vervallen van de
herintrederskorting uit de toetrederskorting.
Giskes
De Vries
Dijsselbloem