28 000 XV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2002

26 955
Bijzondere opsporingsdiensten

nr. 50
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 mei 2002

In het Algemeen Overleg van 27 februari jl. (kamerstuk 28 000 XV/26 955, nr. 41) over de Integrale Rapportage handhaving 2000 vroeg het Kamerlid mw. Noorman-den Uyl welke instantie toezicht houdt op de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en wat de rol van de IWI (Inspectie Werk en Inkomen) hierin is.

In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nader over het toezicht en de rol en functie van de IWI en het BOB (Bureau Opsporingsbeleid, onderdeel van het ministerie van SZW), in relatie tot de SIOD. Daarnaast ga ik in op de actuele stand van zaken omtrent de overdracht van taken welke voortvloeien uit de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) van de Arbeidsinspectie (AI) naar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV).

Toezicht op de SIOD

De SIOD is één van de vier bijzondere departementale opsporingsdiensten (naast de FIOD/ECD, de AID en de VROM-IOD). De SIOD richt zich met name op zware, complexe, kolomoverstijgende fraudezaken binnen het SZW-domein. Het gaat dan vooral om zwarte fraude, georganiseerde illegale tewerkstelling en mensensmokkel, ID-fraude, subsidiefraude en grensoverschrijdende fraude. De SIOD is bedoeld als een kwalitatieve en kwantitatieve intensivering (capaciteitsuitbreiding) van de fraudebestrijding.

De verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het SZW-brede opsporingsbeleid is belegd bij het BOB.

Het Functioneel Openbaar Ministerie (FOM) is verantwoordelijk voor het totale opsporingsbeleid.

Voorts is de «Wet op de bijzondere opsporingsdiensten» in voorbereiding bij het ministerie van Justitie, waarin onder meer toezicht op de bijzondere opsporingsdiensten, waaronder de SIOD, is neergelegd bij het College van procureurs-generaal, voor wat betreft de goede taakuitoefening.

Vanzelfsprekend is bij de inrichting van de SIOD toezicht op deze instantie gewaarborgd. Omdat de SIOD deel uitmaakt van het departement, vindt controle op aspecten als rechtmatigheid, doelmatigheid en bedrijfsvoering plaats door de departementale Accountantsdienst. Daarnaast wordt toezicht op de ministeries, en derhalve ook op de SIOD, uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer.

Rol BOB

Op 1 januari 2002 is het BOB opgericht. Het BOB is, zoals eerder is beschreven, verantwoordelijk voor de coördinatie van het SZW-brede opsporingsbeleid, inclusief de monitoring van en rapportage over dit beleid. Hiertoe onderhoudt het BOB contacten met alle opsporings- en inspectiediensten (UWV, SVB, AI, gemeenten en SIOD) op het SZW terrein. Daarnaast fungeert het BOB als centraal aanspreekpunt voor het Openbaar Ministerie (OM) als het gaat om beleidsmatige aangelegenheden.

Het BOB stelt, in samenspraak met het Openbaar Ministerie, een Opsporingsbeleidsplan en een Handhavingsarrangement (kwalitatieve en kwantitatieve afspraken) op. Via monitoring krijgt het BOB informatie en kunnen de opsporings- en inspectiediensten worden aangesproken indien afspraken gemaakt in het opsporingsbeleidsplan en het handhavingsarrangement niet worden nagekomen.

Rol IWI

In het kabinetsstandpunt op het rapport van de Ambtelijke Commissie Toezicht (ACT) heeft het kabinet in navolging van de ACT aangegeven de term toezicht uitsluitend te hanteren voor het toezicht dat extern is gericht, dat wil zeggen op organisaties en sectoren buiten de ministeriële organisatie zoals burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, medeoverheden en zelfstandige bestuursorganen. Hieronder valt dus niet het toezicht door de minister op beleid en uitvoering binnen zijn ministeriële organisatie, waartoe ook de agentschappen (baten-lastendiensten) worden gerekend.

De IWI houdt toezicht op de primaire uitvoeringsorganen die wettelijke taken uitvoeren voor het ministerie van SZW: het UWV, de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI), de Sociale verzekeringsbank (SVB) en de gemeenten.

De rol van de IWI heeft hierbij betrekking op:

• het controleren van de rechtmatige uitvoering van de wetgeving door de uitvoeringsorganisaties en gemeenten, daaronder begrepen de ontwikkeling en uitvoering van het handhavingsbeleid;

• het signaleren van knelpunten aan het BOB met betrekking tot de opsporing door het UWV, de SVB en de gemeenten (die aanleiding kunnen zijn het beleid of de afstemming tussen de opsporingsdiensten bij te stellen).

De IWI houdt derhalve wel toezicht op de uitvoering van het UWV, de SVB en de gemeenten voor zover het om handelingen gaat voorafgaand aan het overdragen van opsporingszaken aan de SIOD. Vanaf het moment dat de taken overgedragen zijn aan de SIOD, is toezicht belegd bij de departementale Accountantsdienst en de Algemene Rekenkamer. Op die manier is gewaarborgd dat er geen lacunes zijn in toezicht op zaken voor en na de overdracht aan de SIOD.

Geen overdracht Wav-taken naar UWV

Hierbij wil ik u tevens informeren over de stand van zaken omtrent de voorgenomen overdracht van taken op het gebied van de Wav van de AI naar het UWV. De mogelijke overdracht van taken is, evenals het toezicht op de SIOD, ter sprake gekomen in het AO van 27 februari 2002. De Minister van SZW heeft besloten de uitvoering van taken op het gebied van de Wav door de AI niet aan het UWV over te dragen. Het belang van samenwerking tussen UWV en AI blijft echter onverkort van kracht. De Minister heeft hieraan de opdracht gekoppeld om in een convenant vast te leggen op welke werkgebieden en op welke wijze UWV en AI gaan samenwerken.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven