28 000 XV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2002

nr. 15
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 december 2001

In het onderdeel uitgaven en verplichtingen/ontvangsten van de begrotingsstaat behorende bij het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht (in EUR1000).

Art.	Omschrijving	Stand ontwerpbegroting vóór Nota van wijziging			Stand ontwerpbegroting na Nota van wijziging
		Verplich-tingen	Uitgaven	Ontvangsten	Verplich-tingen	Uitgaven	Ontvangsten
	TOTAAL		19 453 146	517 582		19 460 588	517 582
	Beleidsartikelen		19 225 350	516 856		19 232 792	516 856
2	Stimulering en kwaliteitsbevordering van arbeidsaanbod	1 400 987	1 364 084	38 299	1 408 429	1 371 526	38 299
	Niet-beleidsartikelen		227 796	726		245 947	726
98	Algemeen	195 257	224 701	726	213 408	242 852	726

De (sub-)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.

Toelichting

Artikel 2 – Stimulering en kwaliteitsbevordering van arbeidsaanbod

2.2.1 Sluitende reïntegratie

In de SZW begroting 2001 (pag. 56) is structureel vanaf 2002 een jaarlijks bedrag van 7,442 mln euro naar het BTW-compensatiefonds overgeboekt ter compensatie van BTW-kosten van gemeenten, in hoofdzaak bestaande uit uit te besteden reintegratieactiviteiten. Inmiddels is gebleken dat het wetsvoorstel voor het BTW-compensatiefonds niet voorziet in compensatie van BTW-kosten van gemeenten voor reintegratietaken die worden uitbesteed aan derden. In het kader van debegrotingsvoorbereiding 2003 zullen daartoe nadere voorstellen worden ontwikkeld. Bij de budgettoekenning aan gemeenten is met deze bijstelling reeds rekening gehouden.

	2002	2003	2004	2005	2006
2.2.1 terugboeken btw-compensatiefonds	7,442	7,442	7,442	7,442	7,442
Totaal	7,442	7,442	7,442	7,442	7,442

2.2.4 Jobcoaches

De middelen voor ex-status asielzoekers die oorspronkelijk in het budget voor het minderhedenbeleid waren opgenomen, zijn toegevoegd aan het casemanagement omdat het past in de lijn van de doelstellingen van Agenda voor de Toekomst. Bovendien wordt op deze wijze een meer doelmatige inzet van de middelen bereikt. Het gaat om een bedrag van € 3,630 mln in 2002.

	2002	2003	2004	2005	2006
2.2.4 Minderhedenbeleid	– 3,630
2.2.7 Casemanagement	+ 3,630
Totaal	0

Artikel 5 – Algemene inkomensgarantie op minimumniveau

Aanpassing gebudgetteerd en declaratiedeel FWI

In ontwerp-begroting 2002 is per abuis de verdeling van de geraamde uitgaven tussen het declaratiedeel en het budgetdeel van de aangegeven programmauitgaven niet geheel correct ingeboekt. De totaalstand van het artikel ondergaat geen wijziging.

De correctie is wenselijk omdat in de Financieringswet Abw, Ioaw en Ioaz (FWA) is vastgelegd dat het aan gemeenten toe te kennen budget (25%-deel) FWI gelijk moet zijn aan het in de begroting vastgelegde gebudgetteerde deel van Abw e.d. en niet meer neerwaarts kan worden bijgesteld. Handhaving van de huidige begrotingsstand, zou dan betekenen dat gemeenten in 2002 de beschikking zouden krijgen over een budget dat ruim € 18 mln te hoog is. De gemeenten zijn hierover geïnformeerd door middel van de FWI-circulaire voor de verdeling van het FWI budget 2002.

	2002	2003	2004	2005	2006
5.2.1 Budgetdeel FWI	– 18,186	– 21,680	– 21,271	– 20,930	– 26,009
5.2.2 Declaratiedeel FWI	18,186	21,680	21,271	20,930	26,009
Totaal	0	0	0	0	0

Artikel 98 – Algemeen

Instellen Inspectie Werk en Inkomen (IWI)

Per 1 januari 2002 is bij het ministerie van SZW op grond van de wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) een Inspectie Werk en Inkomen (IWI). De Inspectie is op grond van de wet belast met het toezicht op de uitvoering van wetten op het terrein van Werk en Inkomen door betrokken uitvoeringsinstanties, waaronder de gemeenten. Aan de inspectie kunnen daarnaast andere taken worden opgedragen. De Inspectie resulteert uit de integratie van de directie Toezicht van het ministerie en het College van Toezicht Sociale Verzekeringen. Naar verwachting zal aan de Inspectie per 1 januari 2002 de status van tijdelijke agentschap worden verleend. De procedure voor de verkrijging van deze status is in gang gezet.

Met het onderbrengen van het toezicht in een Inspectie die uiteindelijk een volwaardige baten- en lastendienst zal zijn, wordt tot uitdrukking gebracht dat de Minister een nadrukkelijke verantwoordelijkheid heeft voor het toezicht, terwijl het toezicht tegelijk een onafhankelijk karakter heeft.

De komende periode wordt gebruikt om de Inspectie Werk en Inkomen gereed te maken voor het verkrijgen van de formele en definitieve agentschapstatus. De Inspectie maakt daarvoor haar werkprocessen transparant en concretiseert de dienstverlening aan haar opdrachtgevers in meetbare producten, waaraan de gemaakte kosten kunnen worden toegerekend. Zij streeft ernaar in 2005 aan alle formele eisen voor de verkrijging van de agentschapstatus te voldoen.

Werkterrein van de IWI

De Inspectie Werk en Inkomen ziet toe op een rechtmatige en doelmatige¹ uitvoering van wet- en regelgeving op het terrein van Werk in Inkomen door de uitvoeringsorganisaties, en op de samenwerking tussen deze organisaties. Deze organisaties zijn de gemeenten, de Centra voor werk en inkomen (CWI), de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzkeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank (SVB), de Raad Werk en Inkomen (RWI) en het Inlichtingenbureau. De Inspectie kan ook andere taken opgedragen krijgen. Zo zal zij zich bezig houden met het toezicht op de Sociaal Economische Raad (SER), het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Pensioen en Verzekeringskamer (PVK) en verschillende keuringsinstanties. Verder levert de Inspectie een bijdrage aan het toezicht op de besteding van middelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF).

De Inspectie draagt met haar taakuitoefening bij aan het vertrouwen bij burgers en belanghebbenden dat de uitvoerende organisaties hun werk naar behoren verrichten en dat de dienstverlening op zo hoog mogelijk peil staat.

Bij het uitoefenen van haar taak streeft de Inspectie Werk en Inkomen de volgende doelstellingen na:

• Het toezicht bevordert normconforme uitvoering, geeft signalen voor beleidsontwikkeling en genereert objectieve en deskundige inzichten en oordelen.

• Van het toezicht gaan impulsen uit om tijdig tot de noodzakelijke kwaliteitsverbetering in de uitvoering te komen.

• Het toezicht draagt bij aan de werking van het uitvoeringstelsel in relatie tot de beleidsdoelen van de Minister.

• Het toezicht levert een bijdrage aan de verbinding tussen beleid en uitvoering.

Om deze doelen te realiseren verricht de Inspectie een vijftal activiteiten:

• Zij geeft oordelen over de kwaliteit van de uitvoering op grond van verantwoordingsrapporten van de uitvoerders. De Inspectie doet onderzoek naar de betrouwbaarheid van die rapporten.

• De Inspectie verricht aanvullend onderzoek op basis van risico-analyse en de uitkomsten van de oordeelsvorming naar aanleiding van de verantwoordingsproducten.

• Zij toetst concept-wetgeving op toezichtsaspecten (de zgn. T-toetsen).

• De Inspectie verricht activiteiten op het gebied van de ontwikkeling van methoden en technieken van toezicht.

• Op het moment dat de uitvoeringsinstanties of rechtsopvolgers hun verantwoording over een jaar presenteren, beoordeelt de Inspectie deze. Haar oordeel is de basis waarop de definitieve vaststelling van de rijksvergoedingen en premie gefinancierde budgetten geschiedt.

Aan bepaalde thema's die zijn geselecteerd op basis van uitspraken door het Parlement, risicoanalyses of naar voren zijn gekomen uit onderzoeksbevindingen, zal de Inspectie extra aandacht besteden. In de validatierapportages (betrouwbaarheid) en in aanvullende rapportages betrekt de Inspectie deze thema's in de oordeelsvorming. Jaarlijks geeft de Inspectie een overkoepelend oordeel over de uitvoeringsinstanties en de onderlinge samenwerking tussen hen.

Begroting Inspectie Voor Werk en Inkomen

Meerjarige begroting van baten en lasten

	2002	2003	2004	2005	2006
Baten
Opbrengst moederdepartement	35 893	35 893	35 893	35 893	35 893
Opbrengst overige departementen	–	–	–	–	–
Opbrengst derden	–	–	–	–	–
Rentebaten	–	–	–	–	–
Buitengewone baten	–	–	–	–	–
Exploitatiebijdrage	–	–	–	–	–
Totaal baten	35 893	35 893	35 893	35 893	35 893
Lasten
Apparaatskosten
• Personele kosten	27 632	27 632	27 632	27 632	27 632
• Materiële kosten	7 945	7 945	7 945	7 945	7 945
Rentelasten	–	–	–	–	–
Afschrijvingskosten
• Materieel	316	316	316	316	316
• Immaterieel	–	–	–	–	–
Dotaties voorzieningen	–	–	–	–	–
Buitengewone lasten	–	–	–	–	–
Totaal lasten	35 893	35 893	35 893	35 893	35 893
Saldo van baten en lasten	0	0	0	0	0

Toelichting op de begroting

Algemeen

De begroting 2002 van de IWI is gebaseerd op de begroting van het Ctsv en een bijdrage van het ministerie van SZW betreffende het deel van de directie Toezicht dat samen met het Ctsv de IWI gaat vormen. De meerjarenbegroting is vooralsnog grotendeels gebaseerd op de begroting 2002. Bij de begrotingsvoorbereiding voor het jaar 2003 zal er naar verwachting een beter zicht zijn op de structurele kosten van de Inspectie voor de navolgende jaren.

Baten

Bijdrage moederdepartement

De Inspectie ontvangt voor 2002 € 35,9 miljoen van het moederdepartement voor zijn toezichtsactiviteiten van de opdrachtgever.

Rentebaten

Over het saldo van de liquide middelen ontvangt de Inspectie rente.

Lasten

De lasten van de IWI zullen voornamelijk bestaan uit personele en materiële uitgaven. Naar verwachting zal in elk geval in 2002 extra externe deskundigheid worden ingehuurd. Dit hangt onder meer samen met het nog ontbreken van expertise in eigen huis en met de noodzaak om nieuwe instrumenten en methoden en technieken te ontwikkelen. Ook zullen de nodige uitgaven gedaan moeten worden in verband met onder andere aanvullende personele kosten in het kader van de harmonisatie en investeringen in informatie- en communicatietechnologie. Indien dit tot extra uitgaven leidt, zal dit bij de 1e suppletore begroting 2002 worden voorgelegd.

Apparaatskosten

In deze begroting is voorlopig uitgegaan van een ongewijzigde situatie. Op onderdelen van de begroting verschillen de uitgangspunten enigszins. Zo is bijvoorbeeld het begrotingsaandeel in de Inspectie vanuit het Ctsv gebaseerd op historische gegevens, die van de directie Toezicht is veelal gebaseerd op normen per fte. De formatie van de IWI bestaat uit 413 fte.

Apparaatskosten in 2002

personele kosten	27 632
materieel	7 945
waarvan ICT automatisering	2 030
huisvesting	3 397
bureaukosten	2 518
Totaal	35 577

Afschrijvingskosten

In de Invoeringswet SUWI is geregeld dat de activa en passiva van het Ctsv om niet overgaan naar de IWI. De afschrijvingskosten van de materiële vaste activa bestaan grotendeels uit de afschrijvingen van investeringen uit voorgaande jaren.

Inrichting van de organisatie

Het integratietraject verloopt in drie fasen. In de eerste twee fasen zijn de «ist»- en de «soll»-situatie beschreven. De derde fase betreft de vormgeving van de organisatie: haar taken, functies en plannen. De planning van werkzaamheden van de Inspectie Werk en Inkomen voor komend jaar zal begin 2002 zijn afgerond. Het plan van werkzaamheden zal uiterlijk begin 2002 aan het parlement worden aangeboden. Het meerjarenplan van de Inspectie zal halverwege 2002 gereed zijn.

Over de definitieve inrichting van de Inspectie wordt op dit moment nog nagedacht. Teneinde afbreukrisico's voor de continuïteit van het toezicht te voorkomen wordt voor 2002 voorzien in een tijdelijke organisatievorm waarin de primaire werkzaamheden in een objectgerichte structuur (gemeenten, Centra voor werk en Inkomen (CWI), Uitvoeringsorganisaties Werknemersverzekeringen (UWV), Sociale Verzekeringsbank (SVB) etc.) zijn ondergebracht. Deze structuur bevat een beleidsbepalende & strategische unit, units voor onderzoek- en publiciteits en een bedrijfsbureau.

Binnen de begroting van SZW waren reeds middelen beschikbaar voor het deel van SZW ( directie Toezicht) dat in het IWI opgaat. Het Ctsv werd vanuit de premies sociale zekerheid gefinancierd. Met de voorgestelde wijziging worden de voor het Ctsv benodigde middelen aan de begroting van SZW toegevoegd.

	2002	2003	2004	2005	2006
98 toevoeging middelen voormalig Ctsv	18,151	18,151	18,151	18,151	18,151
Totaal	18,151	18,151	18,151	18,151	18,151

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. A. F. G. Vermeend

---

1 Waaronder mede de doeltreffendheid wordt begrepen.