nr. 91
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 15 juli 2002
In mijn brief van 10 juni jl. (28 000 XIV, nr. 86) heb ik u
geïnformeerd over de dreiging van een zeehondensterfte in de Nederlandse
Waddenzee en welke voorbereidingen ik heb getroffen bij een eventuele uitbraak.
Hiermee deel ik u mede dat inmiddels alle Nederlandse kustgemeenten geïnformeerd
zijn en dat ik op 5 juli jl. de betrokken gemeenten in het Waddengebied
heb geadviseerd het operationeel draaiboek in werking te stellen.
Dit advies is gebaseerd op de volgende constateringen en overwegingen:
• Op dat moment was bij 4 zeehonden in de Nederlandse Waddenzee het
zeehondenziektevirus vastgesteld (inmiddels is daar nog een geval bijgekomen);
• Er is sprake van verhoogde sterfte;
• Deskundigen onderschrijven de mening dat hier sprake is van het
begin van een epidemie;
• De toeristenstromen naar de Waddeneilanden zijn op gang gekomen
en zullen zich uitbreiden.
Het operationeel draaiboek zeehonden bevat instructies en stroomschema's
ten aanzien van het melden, opvangen, behandelen en afvoeren van aangespoelde
zeehonden langs de Nederlandse kust, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen
reeds dode en nog levende dieren. Dode dieren worden onder verantwoordelijkheid
van de lokale overheden verzameld en – eventueel na onderzoek –
afgevoerd. Zieke dieren worden nabij de vindplaats door een dierenarts onderzocht
of er sprake is van een reële overlevingskans bij opvang. Zo niet, dan
worden deze geëuthanaseerd. Tevens is een centraal meldpunt en telefoonnummer
operationeel geworden en is de publieksvoorlichting gestart.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
G. H. Faber