28 000 XIV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 2002

nr. 13
MOTIE VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK

Voorgesteld in het nota-overleg van 15 oktober 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de natuur- en landschapskwaliteit in het agrarisch gebied achteruitgaat en dat een van de belangrijkste oorzaken hiervan gelegen is in tekortkomingen en een ontoereikende afstemming van bestaande regelingen voor landschapsbeheer;

overwegende, dat de huidige regelingen voor natuur- en landschapsbeheer bovendien onvoldoende waarborgen bieden voor bedrijfscontinuïteit en behoud van draagvlak bij betrokken beheerders;

constaterende, dat in een aantal recente rapporten suggesties worden gedaan voor een versterking en modernisering van het natuur- en landschapsbeheer, te weten «Natuurbeleid dat verder gaat» (RLG 1998), «De natuur van het Draagvlak» (RLG 2001), «Perspectieven voor het Landschap» (CLM, 2001), het SER-advies over de nota «Natuur voor Mensen, Mensen voor Natuur» (2001), «Boeren voor natuur» (LEI/Alterra 2001), «De boer natuurlijk» (LTO 2001) en «Naar een duurzame en vitale landbouwsector in Nederland» (CDA-commissie-Veerman, 2001);

verzoekt de regering de in de genoemde rapporten geboden suggesties nader te onderzoeken op de relatie met het beleid en de haalbaarheid van de uitvoering;

verzoekt de regering voorts de mogelijkheden te onderzoeken van een wettelijke verankering van het agrarisch en particulier natuurbeheer, en de Kamer daarover binnen een half jaar schriftelijk te rapporteren in een richtinggevende toekomstvisie over het natuur- en landschapsbeheer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Schreijer-Pierik

Naar boven