nr. 13
MOTIE VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK
Voorgesteld in het nota-overleg van 15 oktober 2001
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de natuur- en landschapskwaliteit in het agrarisch gebied
achteruitgaat en dat een van de belangrijkste oorzaken hiervan gelegen is
in tekortkomingen en een ontoereikende afstemming van bestaande regelingen
voor landschapsbeheer;
overwegende, dat de huidige regelingen voor natuur- en landschapsbeheer
bovendien onvoldoende waarborgen bieden voor bedrijfscontinuïteit en
behoud van draagvlak bij betrokken beheerders;
constaterende, dat in een aantal recente rapporten suggesties worden gedaan
voor een versterking en modernisering van het natuur- en landschapsbeheer,
te weten «Natuurbeleid dat verder gaat» (RLG 1998), «De
natuur van het Draagvlak» (RLG 2001), «Perspectieven voor het
Landschap» (CLM, 2001), het SER-advies over de nota «Natuur voor
Mensen, Mensen voor Natuur» (2001), «Boeren voor natuur»
(LEI/Alterra 2001), «De boer natuurlijk» (LTO 2001) en «Naar
een duurzame en vitale landbouwsector in Nederland» (CDA-commissie-Veerman,
2001);
verzoekt de regering de in de genoemde rapporten geboden suggesties nader
te onderzoeken op de relatie met het beleid en de haalbaarheid van de uitvoering;
verzoekt de regering voorts de mogelijkheden te onderzoeken van een wettelijke
verankering van het agrarisch en particulier natuurbeheer, en de Kamer daarover
binnen een half jaar schriftelijk te rapporteren in een richtinggevende toekomstvisie
over het natuur- en landschapsbeheer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Schreijer-Pierik