nr. 68
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 19 augustus 2002
Op 27 maart jl. had mijn voorganger overleg met de vaste commissie voor
Economische Zaken over het met Europese EFRO-gelden ondersteunde project «Twekkelerbrug»
(Kamerstuk 28 000 XIII, nr. 52). In dat overleg heeft hij aangekondigd
dat op dat moment het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV)
samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) een systeemaudit liet
uitvoeren door een onafhankelijk bureau (PricewaterhouseCoopers) naar de beheersstructuur
van de Europese Structuurfondsen bij LNV en EZ voor de programmaperiode 2000–2006.
Hij kreeg het verzoek om de Tweede Kamer te zijner tijd over de resultaten
van deze systeemaudit te informeren.
De systeemaudit is onlangs afgerond en hierbij bied ik u de bestuurlijke
samenvatting aan1. In het rapport worden de volgende
conclusies getrokken:
• Het systeem van beheer, toezicht en controle is in opzet adequaat.
Binnen EZ is het systeem op een natuurlijke wijze ingebed in de organisatie.
Binnen LNV is er vanwege de aard van specifieke LNV-regelingen sprake van
versnippering. Dit behoeft verbetering.
• De potentiële risico's m.b.t. het sturings- en beheerssysteem
liggen voornamelijk op het vlak van:
• De complexiteit van de beheersstructuur, met name bij de Doelstelling
2 programma's Oost-Nederland en Zuid-Nederland, waar EZ en LNV een gezamenlijke
verantwoordelijkheid hebben. Er zijn goede afspraken gemaakt tussen de betrokkenen
(departementen en provincies), maar deze afspraken zitten nog onvoldoende
«tussen de oren».
• Binnen LNV is de eindverantwoordelijkheid voor de Structuurfondsen
niet duidelijk belegd.
• De documentatie en kennis van regels, processen en procedures is
verspreid beschikbaar.
• LNV en EZ hebben voldoende voorwaarden gesteld aan de regionale
beheersstructuur, inclusief een adequate Administratieve Organisatie en de
opzet van de betalingsorganisatie bij provincies en uitvoeringsorganisaties.
De decentrale aanpak heeft weliswaar geleid tot variëteit, maar niet
tot onvolkomenheden.
• Het sturings- en beheerssysteem is in overeenstemming met de EU-regelgeving.
PricewaterhouseCoopers formuleert de volgende aanbevelingen:
• Bij de regio's waarvoor bij EZ en LNV gezamenlijke verantwoordelijkheid
ligt, te weten Oost en Zuid, zijn de afspraken goed vastgelegd, maar is de
uitwerking onvoldoende uitgekristalliseerd. EZ en LNV moeten meer dan tot
nu toe gezamenlijk toezicht houden en naleving van de gemaakte afspraken monitoren.
• Er moet een internetsite worden opgezet om regelgeving, bestuurlijke
afspraken, opzet van organisatiestructuren en voortgangsgegevens goed toegankelijk
te maken voor betrokkenen.
• Binnen LNV moet de eindverantwoordelijkheid voor Structuurfondsen
duidelijker worden belegd.
EZ en LNV zijn voornemens om dit najaar aan de eerste twee aanbevelingen
gezamenlijk invulling te geven. Gedacht wordt aan acties gericht op kennisverspreiding
en bewustwording bij de betrokken partijen. Voor wat betreft de internetsite
zal aansluiting worden gezocht met bestaande initiatieven vanuit de programma's
zelf. Voor wat betreft de derde aanbeveling kan ik u het volgende melden.
Binnen LNV heeft inmiddels besluitvorming op Bestuursraadniveau plaatsgevonden
en is op DG-niveau een stuurgroep ingesteld, die, uitgaande van de EU-regelgeving,
de taak heeft om voor de Structuurfondsen de aansturing te stroomlijnen en
de controle- en beheersstructuur te verbeteren. De eindverantwoordelijkheid
is hiermede inmiddels duidelijk ingevuld.
Mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
J. G. Wijn