Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000-XII nr. 69 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000-XII nr. 69 |
Vastgesteld 13 september 2002
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over het derde en vierde voortgangsrapport inzake de uitvoering van het Verdrag inzake verruiming van de vaarweg in de Westerschelde (VW 02-362).
De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 september 2002.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Kan worden aangegeven in hoeverre het project van de natuurherstelwerken volgens schema verloopt? Waarom is hieraan slechts 63 duizend euro uitgegeven in de tweede helft van 2001, terwijl het in dat tempo nog ruim 58 jaar duurt voordat dit project voltooid is?
De oorspronkelijke opzet om de uitvoering van de natuurherstelwerken zoveel mogelijk tegelijk met de verruimingsbaggerwerkzaamheden te laten plaatsvinden, is niet gehaald. Met name de buitendijkse projecten vergen een langere studietijd dan verwacht vanwege de onzekerheden die inherent zijn aan ingrepen in een dynamisch systeem als de Westerschelde. In de Bestuursovereenkomst Natuurcompensatie Westerschelde is aangegeven dat alle projecten uiterlijk in 2008 zullen zijn voltooid. De voortgang op dit moment geeft geen aanleiding om te twijfelen aan de haalbaarheid van deze planning. Omdat de buitendijkse projecten tot nu toe in de studiefase verkeerden, zijn de uitgaven relatief laag. Wanneer tot de uitvoering van de projecten wordt overgegaan, zullen ook de uitgaven stijgen.
Waarom zijn de voortgangsrapportages, die het jaar 2001 betreffen, nu pas aan de Tweede Kamer toegezonden? Wanneer is de vijfde voortgangsrapportage gereed?
In de brief (kenmerk HKW/AI/2001/11 397) van mijn ambtsvoorgangster aan de voorzitter van de Tweede Kamer werd reeds aangegeven dat de voortgangs-rapportages over 2001 in het voorjaar van 2002 beschikbaar zouden komen. Zoals zij reeds aangaf tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat van 20 december 2001, stonden capaciteitsproblemen het eerder beschikbaar komen van de voortgangsrapportages in de weg. De vijfde voortgangsrapportage zal in de loop van september 2002 beschikbaar zijn.
Op welke wijze voorkomt de regering dat de resten van het verdronken dorp Valkenisse, die sinds enige jaren bij laag tij boven water liggen, wegspoelen, dan wel worden geroofd door souvenirjagers? Welk archeologisch onderzoek vindt er momenteel plaats?
Na enkele studies naar de erosie ter plaatse en de beste beschermende maatregelen, is begin 2002 het besluit genomen om het gebied te beschermen door twee strekdammen op het slik aan te leggen. Naar verwachting zullen deze werkzaamheden in september 2002 van start gaan. De strekdammen zullen naast het beschermen van het schor ervoor zorgen dat de resten van het verdronken dorp Valkenisse onder een laag slib en zand verdwijnen. Hierdoor zal het voor souvenirjagers een stuk moeilijker worden om naar artefacten te zoeken. Het gebied is bovendien aangewezen als archeologisch monument waar onder andere een metaaldetectorverbod geldt. De status van het gebied als archeologisch monument maakt het optreden tegen souvenirjagers mogelijk.
Er vinden geen opgravingen in het gebied plaats omdat het tweemaal daags onder water loopt en voor een goede opgraving een dure drooglegging noodzakelijk is. Wel hebben de vrijwilligers van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland onder leiding van de provinciaal archeoloog de resten van het verdronken dorp Valkenisse in kaart gebracht en de belangrijke vrij gespoelde artefacten verzameld. Dit jaar werd tevens een aantal grondboringen uitgevoerd in het gebied om te onderzoeken welke lagen in de bodem te onderscheiden zijn.
Welke risico's heeft het afnemen van de slikken in het nauw van Bath voor de oeververdediging aldaar, met name in het geval van hoog water en harde westenwind? Waarom gaat de regering niet nu al over tot maatregelen om de slikken in het nauw van Bath te behouden, zeker gezien de noodzaak om in het kader van de Natuurcompensatie Westerschelde de hoeveelheid slikken te vergroten en op zijn minst te behouden?
De erosie in dit gebied treedt op twee plaatsen op: erosie van de slikken (intergetijde gebied) achter de oeververdediging (landwaarts) en erosie van het slik onder de oeververdediging. De erosie van het intergetijde gebied is verticaal. De slikken worden lager maar het areaal neemt niet af. De erosie van het intergetijde gebied van Bath dateert van voor de aanleg van de oeververdedigingen. Na de aanleg is de erosie enigszins versneld maar op dit moment ontstaat een nieuw evenwicht. De slikken achter de oudste oeververdediging zijn zelfs weer aan het ophogen. De verwachting is dat dit ook bij het nieuwe gedeelte zal gebeuren. Een natuurlijk herstel is beter dan het kunstmatig ophogen van de slikken door middel van suppleties. Voorlopig is er dus geen reden voor ingrijpen om het areaal aan slikken in de Westerschelde te behouden. Rijkswaterstaat houdt de erosie van het slik onder de oeververdediging nauwlettend in de gaten; indien deze doorzet zullen er maat-regelen worden genomen om de erosie tegen te gaan.
Is er wel of niet sprake van een toezegging van 15 miljoen euro voor natuur-compensatie, mede in het licht van het feit dat in de brief VW-1475 wordt vermeld dat het niet een toezegging maar een verzoek voor 15 miljoen euro betreft?
Mijn ambtsvoorgangster heeft in een brief van 29 november 2001 aan de gedeputeerde de heer De Kok en in het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer van 20 december 2001 een extra bijdrage van maximaal 15 miljoen gulden (6,8 miljoen euro) aan het Natuurcompensatieprogramma toegezegd indien binnen een jaar kan worden aangetoond dat de extra projecten waarvoor het geld is bestemd realiseerbaar zijn.
Is er inmiddels een oplossing gevonden voor de KPN-kabel? Zo ja, hoe ziet deze oplossing eruit en hoe hoog zijn de kosten? Wie draagt deze kosten?
De KPN-kabel is inmiddels door KPN Telecom uit het vaarwater Wielingen verwijderd. De kosten zijn vooralsnog voor rekening van KPN Telecom, maar hierover vindt nog discussie plaats tussen KPN en Rijkswaterstaat.
Is er inmiddels meer duidelijkheid over het al dan niet uitbrengen van een met redenen omkleed advies door de Europese Commissie over de natuurcompensatie?
Zie het antwoord op vraag 8.
Heeft de Europese Commissie al gereageerd op het Nederlandse antwoord inzake de aanvullende ingebrekestelling in het kader van de Europese Vogelen Habitatrichtlijn? Zo nee, wanneer wordt het antwoord verwacht?
De Europese Commissie heeft nog niet gereageerd op het Nederlandse antwoord. Het is mij niet bekend of, en zo ja wanneer en in welke vorm, de Europese Commissie op het Nederlandse antwoord zal reageren. Voor zo ver ik weet heeft de Europese Commissie de zaak nog in procedure.
Waarom is er gekozen voor een onderhandse aanbesteding van het project Hymedis? Is het project inmiddels aanbesteed? Wat is de aanbestedingssom?
Er is geen sprake van een onderhandse aanbesteding maar van een Europese onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (de bekendmaking werd zowel in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen als in het Belgische Bulletin der Aanbestedingen geplaatst). Deze procedure is nog gaande.
Waarom stelt de regering dat op dit moment nog geen uitspraken kunnen worden gedaan over de morfologische effecten van de verruiming omdat deze pas na vele jaren zichtbaar worden, mede in het licht van het feit dat met het project MOVE het watersysteem in de Westerschelde wordt gevolgd en er recent een rapport is verschenen over de ontwikkelingen vanaf 1955?
De meest recente ingreep in de morfologie van de Westerschelde was de verruiming 48'/43' (in 1997 in gang gezet). Morfologische ontwikkelingen, ook die als gevolg van deze ingreep, gaan vrij traag en zullen in totaliteit pas zichtbaar zijn na een periode van 10–15 jaar.
Wat waren in 1995 de prognoses van de effecten van de verruiming van de Westerschelde op het ecosysteem in de Westerschelde en in hoeverre zijn deze prognoses nog steeds geldig?
De prognoses van de effecten van de verruiming 48'/43' gaven een afname aan van het areaal slikken, schorren en ondiep water en een toename van het areaal platen en geulen met de daaraan gebonden levensgemeenschappen. Deze prognoses zijn vooralsnog bevestigd in het in 2001 opgestelde rapport Monitoring van de effecten van de verruiming 48'/43'. Gezien het feit dat genoemde morfologische veranderingen niet direct zichtbaar zijn, is er geen reden om deze prognoses op dit moment te herzien.
Samenstelling:
Leden: Te Veldhuis (VVD), fng. Voorzitter, Van Heemst (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Giskes (D66), Dijksma (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Rehwinkel (PvdA), Meijer (CDA), Buijs (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Eurlings (CDA), Oplaat (VVD), Ten Hoopen (CDA), De Pater-van der Meer (CDA), Van Aartsen (VVD), Alblas (LPF), Eberhard (LPF), Jense (LN), Duyvendak (GroenLinks), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Bruls (CDA), Schonewille (LPF) en Wijnschenk (LPF).
Plv. leden: Van Hoof (VVD), Bos (PvdA), Netelenbos (PvdA), Bakker (D66), Timmermans (PvdA), Hofstra (VVD), Tichelaar (PvdA), Hessels (CDA), Koopmans (CDA), Vacature (PvdA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Jager (CDA), Verbugt (VVD), Van Winsen (CDA), Vacature (CDA), Monique de Vries (VVD), Van Ruiten (LPF), T. de Graaf (LPF), Teeven (LN), Rosenmöller (GroenLinks), Van Bommel (SP), Van Lith (CDA), Mastwijk (CDA), Stuger (LPF) en Jukema (LPF).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28000-XII-69.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.