Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000-V nr. 67 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000-V nr. 67 |
Vastgesteld 12 juli 2002
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft een aantal vragen aan de regering voorgelegd naar aanleiding van het meest recente overzicht van tot stand gekomen verdragen, waarbij partij worden van het Koninkrijk tot de reële mogelijkheden behoort, maar die nog niet ter goedkeuring zijn ingediend (28 000 V, nr. 46).
De minister van Buitenlandse Zaken heeft deze vragen beantwoord bij brief van 10 juli 2002.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Kan de regering ingaan op de situatie in Tsjetsjenië en het aanhouden van het Verdrag tot herziening van het Verdrag inzake de conventionele strijdkrachten in Europa (19-11-1999)? Wil Rusland limieten kunnen overschrijden of liggen er andere redenen aan het aanhouden ten grondslag?
Ten tijde van de ondertekening in november 1999 van het Verdrag tot herziening van het Verdrag inzake Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag, totstandgekomen te Parijs op 19 november 1990, Trb. 1991, 31) was de Russische Federatie al verwikkeld in het tweede Tsjetsjeense conflict. Als gevolg hiervan overschreed Rusland de flanklimieten van het CSE-Verdrag. De NAVO-landen – waaronder Nederland – stelden na ondertekening dat zij ratificatie van het aangepaste CSE-Verdrag zouden aanhouden totdat Rusland de flanklimieten van dit verdrag zou respecteren.
Tijdens de OVSE-Top in Istanboel gaf de Russische Federatie aan, naleving van deze limieten op de kortst mogelijke termijn na te streven. Daarnaast stellen de NAVO-landen zich op het standpunt dat naleving door Rusland van de verplichtingen uit de Final Act bij het aangepaste CSE-Verdrag van belang is voor een beslissing om tot ratificatie van het aangepaste verdrag over te gaan. Het betreft hier met name verplichtingen met betrekking tot de terugtrekking van Russisch materieel uit Moldavië en van materieel en troepen uit Georgië.
In de op basis van het CSE-Verdrag verplichte (jaarlijkse) informatie-uitwisseling van december 2001 claimde Rusland de flanklimieten niet meer te overschrijden. Momenteel zijn de NAVO-bondgenoten met Rusland in onderhandeling over de wijze waarop deze claim geverifieerd moet worden. De terugtrekking van Russisch materieel uit Moldavië is conform de verplichting uit de Final Act voltooid. De onderhandelingen tussen Rusland en Georgië over de terugtrekking van de resterende Russische troepen en materieel zijn inmiddels hervat.
Afhankelijk van de uitkomst van dit nader onderzoek zal de parlementaire goedkeuringsprocedure, in overleg met de andere NAVO-lidstaten, kunnen worden opgestart.
Wanneer zal het Protocol bij overeenkomst van 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (16-10-2001) worden ingediend?
Op 12 oktober 2001 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de verdere goedkeuringsprocedure ten behoeve van de bekrachtiging van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken. Het hiertoe strekkende wetsvoorstel is vervolgens voor een spoedadvies aan de Raad van State voorgelegd. Op 26 april 2002 werd het wetsvoorstel ter goedkeuring van het Protocol voorgelegd aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 28 352 (R 1721)).
Wat zijn de argumenten pro en contra om partij te worden bij de Overeenkomst bescherming kleine huisdieren (13-11-1987)? Waarom is 15 jaar nodig voor de bestudering van de wenselijk om partij te worden?
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 13 november 1987 dit verdrag ondertekend. Op grond van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren kan echter niet voldaan worden aan alle in het verdrag gestelde eisen. Op dit moment ontbreekt onder andere nog wetgeving op het terrein van exotische huisdieren. Zodra de Nederlandse wetgeving is aangevuld kan het verdrag worden geratificeerd. Een belangrijke belemmering op het terrein van de regelgeving m.b.t. honden en katten is recentelijk weggenomen (Honden- en kattenbesluit van 11 januari 1999, Stb. 36).
Kan van de 29 (83 minus 54) verdragen die volgens lijst I van de vorige rapportage naar verwachting in 2001 ter goedkeuring zouden zijn ingediend, maar waarbij dat niet gebeurd is, per verdrag worden aangegeven wat daarvoor de redenen zijn?
In 2001 is anders dan was verwacht een aantal verdragen niet in dat jaar ter goedkeuring aan het parlement voorgelegd. Deze verdragen zijn of konden niet ter goedkeuring worden voorgelegd om verschillende redenen. De belangrijkste oorzaken van de vertraging waren:
– Het bereiken van overeenstemming met de wederpartij(en) over de verdragstekst
(Opzegging handelsovereenkomst Benelux–Zwitserland, Verdrag inzake sociale zekerheid met Nieuw Zeeland, Herziening verdrag inzake sociale zekerheid met Marokko);
– Het opstellen van vereiste uitvoeringswetgeving
(Verdrag inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen EU-landen, Protocol nr. 12 inzake anti-discriminatie bij het RvE-verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, IPR-verdrag inzake rechtsmacht, toepasselijke wet, erkenning, tenuitvoerlegging en samenwerking m.b.t. ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen tot bescherming van kinderen, Bescherming van mensenrechten en de menselijke waardigheid m.b.t. de toepassing van biologie en medicijnen, Additioneel protocol betreffende het verbod van klonen van mensen, een aantal RvE-verdragen);
– Consultatieprocessen met de sociale partners
(ILO-verdragen);
– Oponthoud bij de totstandkoming van noodzakelijke Europese regelgeving en/of gemeenschappelijke ratificatie met andere landen, bijvoorbeeld in EU- of NAVO-verband
(Verdrag tot wijziging van het verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationaal luchtvervoer van Warschau van 1929, Verdrag tot herziening van het verdrag inzake de conventionele strijdkrachten in Europa, VN-ECE-verdrag inzake toegang tot milieu-informatie en inspraak met betrekking tot publieke besluitvorming inzake milieu, Protocol tot wijziging van de internationale overeenkomst van 18 mei 1973 inzake vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures);
– Het opstellen van de toelichting, alsmede de verwerking van inhoudelijke adviezen van de Raad van State in de toelichting
(overige verdragen).
Overigens is een gedeelte van deze verdragen alsnog in de eerste maanden van 2002 ter goedkeuring voorgelegd.
Samenstelling:
Leden: Terpstra (VVD), Melkert (PvdA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Rijpstra (VVD), Verhagen (CDA), Vos (GroenLinks), Th. C. de Graaf (D66), B. M. De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Timmermans (PvdA), fng. voorzitter, Karimi (GroenLinks), Van Bommel (SP), Janssen van Raaij (LPF), Zvonar (LPF), Smulders (LPF), Palm (LPF), Van Geel (CDA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Teeven (LN), Huizinga-Heringa (ChristenUnie) en De Nerée tot Babberich (CDA).
Plv. leden: Vacature (VVD), Vacature (PvdA), Van Winsen (CDA), Vacature (VVD), Sterk (CDA), Vacature (GroenLinks), Dittrich (D66), Vacature (VVD), Vacature (PvdA), Vacature (VVD), Vacature (CDA), Vacature (PvdA), Vacature (PvdA), Van den Brand (GroenLinks), Van Velzen (SP), Bijlhout (LPF), Stuger (LPF), De Jong (LPF), Wiersma (LPF), Cörüz (CDA), Vacature (CDA), Rambocus (CDA), Jense (LN), Van der Staaij (SGP) en Vacature (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28000-V-67.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.