28 000 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2002

nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2002

Op 4 september 2001 (Aanhangsel Handelingen II 2000/01, nr. 1680) heb ik u – mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – in antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Luchtenveld geïnformeerd over de prijsafspraken die in het kader van de Wet waardering onroerende zaken door een aantal gemeenten zijn gemaakt met taxatiebureaus. Die prijsafspraken houden in dat de vergoeding van de kosten van de hertaxaties door de gemeente aan het taxatiebureau afhankelijk wordt gesteld van de uitkomst van de hertaxatie in relatie tot de oorspronkelijke taxatie. Als de uitkomst van de hertaxatie meer afwijkt dan een afgesproken percentage, wordt de kwaliteit van het door het taxatiebureau geleverde werk onvoldoende geacht, en wordt de rekening van het taxatiebureau niet of niet geheel betaald. Deze clausules worden door ons niet wenselijk geacht, omdat ze voeding geven aan althans de suggestie van een niet objectieve beoordeling door de taxateur. De Waarderingskamer is in september 2001 gestart met een onderzoek naar deze garantiebepalingen. Hierbij worden de uitkomsten van dit onderzoek aangeboden.1

Uit het onderzoek van de Waarderingskamer blijkt dat van de 504 gemeenten er 75 een prijsafspraak hebben gemaakt met een taxatiebureau waarbij de hoogte van de vergoeding afhankelijk is gesteld van de uitkomst van de hertaxatie. De Waarderingskamer heeft deze gemeenten gevraagd de toepassing van deze afspraak te heroverwegen. Van deze gemeenten hebben er vervolgens 52 aangegeven de prijsafspraak niet meer toe te passen. De resterende 23 gemeenten hebben aangegeven dat deze afspraak naar hun mening de beste garantie geeft voor de door de taxatiebureaus te leveren kwaliteit.

Zoals wij ook bij de beantwoording van de kamervragen al aangaven, zijn dergelijke prijsafspraken niet wenselijk. Op korte termijn zullen de 23 gemeenten door mij worden benaderd, waarbij mijn insteek is de bestaande praktijk te beëindigen.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven