nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 1 oktober 2001
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel,
heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.
De door de regering gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
De Cloe
De griffier van de commissie,
De Gier
1
De Raad van State krijgt in 2002 0,375 mln euro voor
voorlichtings- en communicatiebeleid om actief naar buiten te kunnen treden,
waardoor het verkeerd uitleggen in de media van uitspraken bij bestuursrechtspraak
kan worden voorkomen. Kunnen voorbeelden worden gegeven van dergelijke gevallen
waarin de media uitspraken verkeerd hebben uitgelegd?
Voorop moet worden gesteld dat het genoemde bedrag niet alleen is gereserveerd
voor de voorlichting met betrekking tot uitspraken. Dit bedrag ziet op de
ontwikkeling van communicatiebeleid in de breedte (ontwikkelingen website,
publieksvoorlichting, interne communicatie). Onderdeel daarvan is mediavoorlichting.
Het ligt in de bedoeling van de Raad van State om uitspraken vaker te
doen vergezellen van een persbericht. Een recent voorbeeld waarbij dit positief
heeft uitgepakt, is de uitspraak (van 20 februari 2001) met betrekking tot
het bestemmingsplan dat de aanleg van de metro Noord–Zuidlijn in Amsterdam
mogelijk moest maken. De inhoud van de berichtgevingen gaven blijk van het
feit dat het persbericht door de media waren gelezen en begrepen.
2
Hoe worden de aanzienlijk hogere uitgaven voor de decoraties
verklaard, terwijl een daling van de apparaatkosten van de kanselarij der
Nederlandse orden wordt verwacht?
Wanneer wordt gesteld dat er hogere uitgaven voor decoraties zijn, worden
de ramingen voor 2002 en volgende jaren afgezet tegen de realisaties in 2000.
In dat jaar is er op het artikelonderdeel decoraties onderuitputting geweest
als gevolg van het feit dat er in dat jaar een relatief grote voorraad versierselen
was. Daarenboven heeft de Kanselarij meer dan in voorgaande jaren verzocht
om teruggave van onderscheidingstekens na het overlijden van gedecoreerden.
Dit leverde een grote hoeveelheid versierselen op die na revisering –
goedkoper dan aanschaf – konden worden heruitgegeven.
3
Waarop hebben de ongeveer 5000 beroepsschriften op
deze bladzijden betrekking?
Het getal 5000 heeft niet alleen betrekking op het aantal beroepsschriften
doch is het totaal van beroepsschriften, Landsbesluiten en Landsverordeningen.
Alle Landsbesluiten, -verordeningen en beroepsschriften komen ter beoordeling
en uiteindelijk ter fiattering langs bij de kabinetten en de Gouverneurs.
4
Is het toeval dat de laatste alinea onder punt 3 op
bladzijde 26 identiek is aan de laatste alinea onder punt 3 op bladzijde 28?
Het is in die zin toeval dat er bij de beide kabinetten een professionalisering
is ingezet en dat beide kabinetten, waar mogelijk, gezamenlijk optrekken voor
wat betreft procedures en administratieve organisatie. Hierdoor wordt voorkomen
dat beide gelijksoortige organisaties ieder voor zich het wiel uit moeten
vinden.
5
Waaruit vloeit de toeneming van de uitgifte van nooddocumenten
voort?
Iedereen die Aruba wil (moet) verlaten heeft een paspoort nodig. Met name
de reizen voor medische en familieomstandigheden zijn niet vooraf te plannen.
Gezien de kosten van een paspoort en het lage modale Arubaanse inkomen beschikt
lang niet iedereen over een paspoort. In het oude paspoortregiem is het voor
het bureau burgerlijke stand mogelijk een aanvraag voor een paspoort met voorrang
af te handelen. Zo kunnen paspoorten net als in de Nederlandse gemeenten desnoods
op de dag van aanvraag worden afgegeven. Bij de NGR is dit niet langer mogelijk
omdat de paspoorten immers uit Nederland moeten komen en tenminste 5 werkdagen
onderweg zullen zijn.
Als iemand toch het (ei)land moet verlaten zal hij een nooddocument nodig
hebben. De Gouverneur is in de nieuwe wetgeving op Aruba degene die als enige
is aangewezen om de nooddocumenten af te geven (anders dan in Nederland waar
bijvoorbeeld de Marechaussee op Schiphol ook nooddocumenten afgeeft) hetgeen
een toename van de werkzaamheden impliceert die nog niet is te kwantificeren
omdat registratie van de hiervoor omschreven «voorrangbehandeling»
bij burgerzaken nooit heeft plaatsgevonden omdat dit als «normale»
gang van zaken werd beschouwd.
XNoot
1Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA),
voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66),
Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66),
Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA),
Luchtenveld (VVD), De Boer (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk
(CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De
Pater-van der Meer (CDA), Slob (ChristenUnie), T. Pitstra (GroenLinks).
Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen
(CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Dittrich
(D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA),
Cornielje (VVD), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Th. A. M.
Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï
(VVD), Wijn (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Rabbae (GroenLinks).