28 000 A
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2002

nr. 16
MOTIE VAN HET LID DIJSSELBLOEM C.S.

Voorgesteld in het Nota-overleg van 10 december 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de knelpunten ten aanzien van de bereikbaarheid van Rotterdam vanuit het noorden, alsmede ten aanzien van veiligheid en leefkwaliteit in Rotterdam-Overschie besluitvorming over nut, noodzaak en wijze van aanleg van de A4 Delft–Schiedam urgent maken;

constaterende, dat er een breed draagvlak is voor de integrale aanpak van het plan-Norder voor de inpassing van de A4 Delft–Schiedam alsmede de versterking van de kwaliteit van het gehele gebied Midden-Delfland;

constaterende, dat het plan-Norder nog een aantal vragen formuleert, waarvoor aanvullende milieu-effectrapportage noodzakelijk is;

spreekt uit, dat tussen de eventuele aanleg van de A4 Delft–Schiedam en het geheel, gelijktijdig en gelijkwaardig realiseren van het plan-Norder een onverbrekelijke band bestaat;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk de tracéwetprocedure (vanaf stap 3) voor de A4 Delft–Schiedam te herstarten, op basis van een aanvullende milieu-effectrapportage, het plan-Norder maatgevend te laten zijn voor de Startnotitie en de Stuurgroep Norder het kwaliteitsprogramma verder te laten uitwerken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijsselbloem

Giskes

Van der Steenhoven

Naar boven