Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000 nr. 23 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 28000 nr. 23 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 21 november 2001
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 20 september 2001 is de motie, TK 28 000, nr 9 aangenomen, voorgesteld door de kamerleden Melkert en De Hoop Scheffer. Zij verzoeken de regering tegen de achtergrond van het artsentekort om afschaffing van de numerus fixus en verdere maatregelen om voldoende artsen te kunnen opleiden.In dat kader wordt de regering verzocht voor de behandeling van de begroting van de ministeries van OCenW en VWS aan de Kamer te laten weten hoe en waar de benodigde opleidingscapaciteit zal worden vormgegeven.
De uitvoering van deze motie loopt langs verschillende lijnen, die met elkaar samenhangen.
– Afschaffing numerus fixus en capaciteitsuitbreiding binnen het bestaande systeem
– Verdere uitbreidingsmogelijkheden
– Taakdifferentiatie en substitutie
– Meer marktwerking bij de bepaling van de opleidingscapaciteit
Onlangs bent u geïnformeerd over de uitvoering van de motie vanuit het perspectief van het streven naar meer marktwerking bij de bepaling van de opleidingscapaciteit in het Kabinetsstandpunt op het rapport van de MDW-werkgroep toelatingsbelemmeringen medische beroepen.
Ook bent u middels de antwoorden op de kamervragen van Blerck Woerdman en Cornielje recent geïnformeerd over de gedachtevorming rond verder uitbreidingsmogelijkheden bij Twente en Tilburg.
Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de uitbreiding van de capaciteit voor beroepsbeoefenaren. Tenslotte vinden verder activiteiten plaats in het kader van taakdifferentiatie en substitutie.
Strekking van deze brief is, mede namens de minister van VWS, u in één document op de hoogte te stellen over van de stand van zaken ter uitvoering van de motie.
1. Afschaffing numerus fixus en capaciteitsuitbreidingen binnen het bestaande systeem
Ten aanzien van het verzoek om afschaffing van de numerus fixus en het treffen van verdere maatregelen om voldoende artsen te kunnen opleiden merken wij op dat voor de korte termijn al het mogelijke gedaan is om tot een substantiële verhoging van de instroom in de initiële opleiding tot arts te komen. Naar aanleiding van de Algemene Politieke Beschouwingen anno 2000 zijn afspraken gemaakt om in een periode van drie jaar de opleidingscapaciteit voor geneeskunde met 390 plaatsen uit te breiden. De toen geplande ophoging van de instroom tot 2400 eerstejaars per 1 september 2003 kan naar het oordeel van de medische decanen al versneld per 1 september 2002 gerealiseerd worden. Daarbovenop hebben verschillende instellingen aangegeven dat zij bereid en in staat zijn om met maximale snelheid hun aandeel te leveren in een additionele instroom van 400 geneeskundestudenten tot 2800. Ook de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) en de Vereniging van Academische Ziekenhuizen (VAZ) hebben verzekerd dat zij geheel tegemoet kunnen komen aan het voorkeursscenario van het capaciteitsorgaan. Een nadere uitwerking is recent ontvangen. De beslissing over afschaffing van de numerus fixus zal tegen de achtergrond van die ontwikkeling worden genomen en met inachtneming van het kabinetsstandpunt op het MDW-rapport toetredingsbelemmeringen medische beroepen.
Naast de initiële opleiding zijn er uitbreidingen en veranderingen nodig in de medische vervolgopleidingen. De minister van VWS heeft op 12 november jl. een samenhangend capaciteitsplan uitgebracht ten aanzien van de beroepskrachtenvoorziening in de gezondheidszorg. Dat plan is erop gericht om zoveel op te leiden als maar mogelijk is, waarbij gestreefd zal worden naar een duurzaam evenwicht tussen vraag en aanbod. De lijn ondervindt steun van opleidingsinstituten, beroepsgroepen en betrokken koepels. Het plan geeft verder aan hoe verdere kwalitatieve verbeteringen van de beroepsbeoefening en van de organisatie van de zorg mogelijk zijn; verbeteringen, die op langere termijn tevens een verruiming van het aanbod zullen betekenen. Het gaat onder meer om aanpassingen in de opleidingen tot arts en tandarts en verdere specialisatie, en om het verder ontwikkelen van andere beroepen, die voor een deel taken van (tand)artsen kunnen overnemen. Door middel van gericht capaciteitsbeleid moeten de huidige tekorten worden opgeheven, en ook op langere termijn dient er een voldoende aanbod te zijn van zorgverleners. De overheid is en blijft overigens verantwoordelijk voor de borging van publieke belangen, zoals kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Hieruit volgt ook een verantwoordelijkheid voor de opleidingscapaciteit.
2. Verdere uitbreidingsmogelijkheden
De motie vraagt voorts om vormgeving van de benodigde opleidingscapaciteit.
De gedachtevorming over veranderingen in de opleidingen- en beroepenstructuur en de bachelor masterstructuur zal uitmonden in een meer gedifferentieerd opleidingsstelsel, waarvan nieuwe innovatieve opleidingen deel uitmaken, alsook verkorte opleidingen geneeskunde en nieuwe opleidingen voor zorgberoepen. Het is ons bekend dat de universiteit van Twente, Tilburg en Eindhoven ambitieus zoeken naar mogelijkheden om in samenwerking met ziekenhuizen via de opleiding een aandeel te leveren in de oplossing van de tekortenproblematiek.
Hun aanbod zal tegen dit gedifferentieerde opleidingsbeeld worden bezien en bij verdere besluitvorming over de gewenste ontwikkeling van de instroom worden betrokken.
De prijs/kwaliteitverhouding zal daarbij van grote betekenis zijn. In aansluiting op het rapport van de MDW-werkgroep toelatingsbelemmeringen medische beroepen zal in elk geval bezien worden of door te tenderen optimale doelmatigheid bereikt kan worden bij de inzet van middelen, waardoor een gedifferentieerde financiële benadering kan ontstaan. Een belangrijke factor daarnaast is de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde opleiders, zonder dat dit ten koste gaat van de reeds bestaande infrastructuur.
3. Taakdifferentiatie en substitutie
Met het voorgaande hebben wij duidelijk laten uitkomen dat initiatieven om te komen tot kwalitatieve wijzigingen in de opleidingen- en beroepenstructuur in feite net zo belangrijk zijn als een kwantitatieve benadering, gericht op verdere uitbreiding van de huidige opleidingscapaciteit. Het gaat daarbij vooral om het ontwikkelen van verkorte opleidingen geneeskunde, nieuwe opleidingen voor zorgberoepen als nurse practitioner en physician assistant, functiedifferentiatie en taakdelegatie, en facilitering van herintreding. Intensieve samenwerking tussen de instellingen in het wetenschappelijk en (hoger) beroepsonderwijs en de introductie van de bachelors-masterstructuur kunnen deze ontwikkelingen belangrijke impulsen geven. De projectgroep medisch opleidingscontinuüm (MOC) is bezig met de voorbereiding van adviezen hierover
4. Meer marktwerking bij de bepaling van de opleidingscapaciteit
De hiervoor genoemde MDW werkgroep Toetredingsbelemmeringen Medische Beroepen heeft in zijn advies van juli 2001 «Nooit meer wachten» geadviseerd om wijzigingen aan te brengen in de wijze waarop het aantal opleidingsplaatsen wordt bepaald en in de financieringssystematiek van de universiteiten. Beide wijzigingen beogen meer marktprikkels te introduceren bij de bepaling van de capaciteit door de instellingen zelf. Het Kabinet ondersteunt deze aanbeveling. Daartoe zal er een onafhankelijk onderzoek starten naar de ontwikkeling van parameters die bij de bepaling van de lumpsum de relatieve kosten van de geneeskunde opleiding weergeven. Transparantie in de prijs/kwaliteit-verhouding is van belang voor zowel de overheid als de bestaande en potentiële aanbieders van de opleiding. Tevens zullen wij daarbij bezien hoe de prikkels om uitbreiding van de opleidingscapaciteit tegen zo gunstig mogelijke prijs/kwaliteits-verhouding aan te bieden, verder versterkt kunnen worden. Het feit dat «nieuwe aanbieders» van medische opleidingen zich reeds melden, is in dit verband relevant.
Het genoemde onderzoek zal op 1 maart 2002 zijn afgerond.
Ik ga er van uit dat met dit samenhangende pakket van maatregelen voldoende uitvoering wordt gegeven aan de motie, TK 28 000, nr 9 van de kamerleden Melkert en De Hoop Scheffer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28000-23.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.