27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 486 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2013

Naar aanleiding van mijn toezegging in het algemeen overleg over de Navo ministeriële van 17 oktober jl. informeer ik u hierbij over de acties bij de Navo op het gebied van de VN Veiligheidsraadresolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid en de situatie van vrouwelijke agenten in Afghanistan.

In 2000 werd de VN Veiligheidsraadresolutie 1325 aangenomen. De resolutie roept ertoe op vrouwen op gelijkwaardige basis te betrekken bij inspanningen ten bate van vrede en veiligheid. Twaalf jaar later is in de Navo-top van Chicago de opdracht gegeven de praktische implicaties van de resolutie bij de Navo-geleide operaties en missies te evalueren. Deze evaluatie door The Nordic Centre for gender in military operations (NCGM) is onlangs aan de Navo aangeboden en wordt tijdens de Navo ministeriele besproken. Nederland heeft zowel financieel als met het leveren van een genderdeskundige bijgedragen aan de evaluatie.

De bevindingen van de evaluatie, mede berustend op de ervaringen bij KFOR en ISAF, sluiten aan bij het beeld dat Nederland heeft. In de Navo is het beleid op het gebied van de resolutie voldoende uitgewerkt, maar er moet nog veel worden verbeterd in de uitvoering van missies. In een reactie op de evaluatie heeft Nederland dan ook de Navo verzocht duidelijke maatregelen te nemen voor de vergroting van de bewustwording bij het militaire leiderschap, de verbetering van de opleidingen en training, en de vergroting van de beschikbaarheid en effectiviteit van genderadviseurs. Daarnaast heeft Nederland erop aangedrongen dat in de planning voor de nieuwe missie Resolute Support het aspect gender voldoende aandacht krijgt. Omdat ook andere lidstaten om maatregelen hebben verzocht, heeft de Navo een implementatieplan opgesteld.

In het implementatieplan worden maatregelen genomen op het vlak van training, beschikbaarheid van genderadviseurs, planning en rapportages. Deze maatregelen beantwoorden grotendeels aan het verzoek van Nederland en zijn een goede stap om de uitvoering van de resolutie te verbeteren. Nederland zal de Navo vragen de implementatie snel ter hand te nemen en periodiek te rapporteren over de voortgang. Nederland zal die voortgang actief monitoren.

Enkele dagen geleden heeft het Europese netwerk van non-gouvernementele organisaties in Afghanistan (ENNA) een brief aan de Secretaris-Generaal van de Navo gestuurd. Voor de goede orde merk ik op dat deze brief niet als zodanig is geagendeerd voor de aanstaande bijeenkomst van ministers van Defensie. Het ENNA wijst naast positieve ontwikkelingen in Afghanistan ook op aandachtsgebieden, waaronder de positie van vrouwen. In dat licht vraagt ENNA de Navo om samen met de Afghaanse regering en het Afghaanse veiligheidsapparaat te verzekeren dat de veiligheid van politievrouwen wordt verbeterd en meer vrouwen worden geworven voor de politie. Hiermee kan de participatie van vrouwen in de verkiezingen worden vergroot en het doel van tien procent vrouwen in de politie in 2024 behaald. Ook vraagt ENNA in de toekomstige training van de Afghaanse veiligheidstroepen voldoende aandacht te besteden aan institutionele hervormingen op het gebied van vrouwen en de rechtsstaat, inclusief mechanismen voor verantwoording. In de planning voor de nieuwe missie is dit voorzien.

De Navo speelt, samen met de EU, een grote rol in de training van de Afghaanse politie. Daarbij besteedt de Navo aandacht aan de positie en bescherming van vrouwen. Voor ISAF zijn genderadviseurs aangesteld. ISAF ondersteunt de werving van vrouwen voor leger en politie. Genderaspecten en de VNVR-resolutie 1325 zijn onderwerpen die aan bod komen in de training en advisering van het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Nederland heeft in de politietrainingsmissie in Kunduz veel aandacht besteed aan de positie van vrouwen in de politie en de rol van de politie ten aanzien van Afghaanse vrouwen.

Het aandeel vrouwelijke agenten is laag. De werving blijft achter en de werkomstandigheden voor vrouwelijke agenten zijn nog steeds niet goed. In het tienjaren plan voor de Afghaanse nationale politie is de doelstelling opgenomen dat in 2024 het aandeel van vrouwen binnen de politie is gestegen tot 10%. Ik kan mij vinden in de oproep van ENNA en zie dit als een steun in de rug voor de inspanningen die diverse lidstaten in Navo-verband leveren.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven